De Betuwelijn als emancipatieproject

Het rapport van de Rekenkamer over de Betuwelijn is vernietigend over dit project. Het besluit om deze goederenspoorlijn tussen Rotterdam en Duitsland aan te leggen is genomen op ondeugdelijke gronden. Relevante informatie is genegeerd, men is uitgegaan van op niets (of op telfouten) gebaseerde prognoses over de ontwikkeling van het goederenvervoer per spoor, van milieuvoordelen is geen sprake en alternatieve mogelijkheden voor het goederenvervoer (binnenvaart, IJzeren Rijn) naar Duitsland zijn buiten beschouwing gelaten.

Met enig leedvermaak lees ik dat 'over de capaciteit van het vervolgtraject vanaf de Duitse grens nog steeds onzekerheid bestaat'. Jaren geleden stelde ik in deze rubriek immers de voor de hand liggende vraag of de Betuwelijn ook voorbij de grens met Duitsland zou functioneren. Daarop is dus nog altijd geen antwoord.

Het rapport van de Rekenkamer is een volledige bevestiging van de kritiek die in de afgelopen tien jaar naar voren is gebracht op het grootste en duurste infrastructurele project van de Nederlandse overheid. Het onderstreept met name de bevindingen van 'Hoe spoort het water? Ontspoorde besluitvorming Betuwelijn; een analyse van genegeerde alternatieven' (TUDelft, 1999), de knappe studie van dr Michiel Roscam Abbing, die in politiek en media nagenoeg genegeerd is.

De Rekenkamer is geen politiek lichaam en beveelt slechts aan bij nieuwe infrastructurele projecten niet zo dom en vooringenomen besluiten te nemen. Daar tonen de zittende ministers zich opgelucht mee eens. In het vervolg gaat alles anders, maar dat is geen reden om de aanleg van de Betuwelijn te 'heroverwegen'.

Premier Kok verklaarde met vertrouwingwekkende stem dat hij er spijt van zou hebben gehad als hij indertijd de Betuwelijn had afgeblazen. Want Rotterdam, grootste mainport etc, moest een spoorverbinding met Duitsland hebben, anders zou de grootste mainport etc.

Het rapport laat nu juist zien dat die spoorverbinding helemaal niet nodig is om Rotterdam met Duitsland te verbinden. Leest Kok dat rapport niet? Of gaat zijn arrogantie nu zover dat hij denkt de burgers met deze kletspraat te overtuigen? Maar de ministerpresident verwaardigt zich allang niet op kritiek te reageren. In plaats daarvan deelt hij op zwaarwichtige toon dooddoeners uit.

Minister Pronk vond eveneens dat het in de toekomst anders moet, maar dat de Betuwelijn door moest gaan. Hij was nu eenmaal een voorstander van openbaar vervoer. Met zo'n uitspraak minacht Pronk de burgers net zo erg als Kok. Hij moet immers heel goed weten dat de Betuwelijn geen vorm van openbaar vervoer is, maar alleen ten dienste staat van een aantal havenbedrijven in Rotterdam. Als voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking zou hij extra gevoelig moeten zijn voor de aanleg van een spoorlijn 'van niets naar nergens', zoals die in Suriname.

Een merkwaardig aspect van de Betuwelijn is dat de eerst verantwoordelijke bewindslieden weliswaar tot drie verschillende partijen behoren, maar allemaal vrouwelijke politici zijn die in een aantal opzichten op elkaar lijken. Wat zij gemeen hebben is een tomeloze ambitie, bedrevenheid in politiek handwerk dat met scheermesjes op de ellebogen wordt verricht, een hele grote mond en gebrek aan oordeelsvermogen. Maij-Weggen (CDA) liet zich door een kleine lobby van belanghebbende ondernemers en ambtenaren het plan voor de Betuwelijn in de maag splitsen en ging akkoord met een idiote financieringsregeling voor de HSL-lijn. Jorritsma (VVD) zette zonder ook maar enigszins acht te slaan op toen al uitvoerig aangetoonde bezwaren en op de steeds hoger gerezen kosten het project door. Netelenbos (PvdA) schrapte de Noordlijn, maar gebruikte de ruimte die zij had om het hele project fundamenteel te heroverwegen niet. Net als collega Pronk vindt zij dat je veel van het rapport kunt leren, maar natuurlijk niet dat je terugkomt op gemaakte blunders.

Politici lijken steeds meer op ondernemers. Verschil is er ook: nieuwe Chief Executive Officers beginnen met van het beleid van hun voorganger krachtig afstand te nemen. Dat, zo menen zij, versterkt hun prestige. In de politiek wordt prestige echter gebaseerd op het niet toegeven van eerdere fouten, ook al zijn die door anderen gemaakt.

Nederland lijdt nu onder het feit dat een bepaald type vrouw in de politiek de kans heeft gekregen om flink te doen op kosten van de belastingbetaler. Als de Betuweroute doorgaat, zou die eigenlijk herdoopt moeten worden tot 'Chemin des dames', een triest slagveld uit de Eerste Wereldoorlog in het noorden van Frankrijk. In de Betuwe zullen geen mensen sneuvelen, maar honderden miljoenen belastinggeld verdwijnen. Na de aanleg zullen onderhoud en exploitatie tot de onvermijdelijke sloop een half miljard per jaar kosten.

Aanleg en exploitatie waren aanvankelijk gebaseerd op de gedachte dat particuliere investeerders deze ten dele zouden financieren. Vorig jaar adverteerde het ministerie daar nog uitbundig mee. Maar geen enkele bank of onderneming ziet iets in de Betuwelijn. Een regering die van alles en nog wat privatiseert, gaat nu voor de exploitatie van de Betuwelijn een staatsbedrijf in het leven roepen.

Zo gezien betaalt de Nederlandse samenleving een hoge prijs voor de emancipatie van een paar mevrouwen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
28-06-2000

« Terug naar het overzicht