Aanval op Irak?

Dertig jaar is het geleden dat de eerste zichtbare toenadering plaatshad tussen de Volksrepubliek China en de Verenigde Staten van Amerika: het bezoek van president Nixon aan de voorzitter van de Communistische Partij van China, Mao Zedong. Dat bezoek maakte een eind aan een geheiligde term in het Amerikaanse regeringsapparaat: het 'Sino-Sovjet-blok'.

Sinds de proclamatie van de Volksrepubliek China in 1949 gold voor Amerikaanse regeringen dat de Sovjet-Unie en het net ontstane communistische China twee handen op een buik vormden. Dat Stalin de Chinese communisten nooit had ondersteund, telde niet. Evenmin het feit dat het in 1958 tot een breuk tussen de twee communistische grote mogendheden was gekomen.

Nu heeft president Bush jr. de 'As van het Kwaad' geproclameerd, waarmee hij Irak, Iran en Noord-Korea over een kam scheert. Dit is een net zo werkelijkheidsvreemde constructie als het 'Sino-Sovjet-blok'. Deze drie onaangename staten verschillen intern en ten opzichte van elkaar veel te veel om ze onder een noemer te kunnen brengen. De meest moorddadige oorlog tussen staten na de Tweede Wereldoorlog was de recente tussen Iran en Irak.

Door deze drie staten gelijk te stellen, zondigde president Bush jr. tegen een grondbeginsel van politiek: speel tegenstanders tegen elkaar uit - in plaats van ze in elkaars armen te drijven. Zijn regering is echter zo doordrenkt met de arrogantie van de macht, dat ze zulke basisprincipes meent te kunnen negeren. Daartoe behoort ook het toezien op het verschil tussen woorden en daden. Het op een hoop drijven van deze 'schurkenstaten' is tot nu toe het enige resultaat van zijn grote woorden. Hij heeft trouwens geen van de drie in verband kunnen brengen met de aanslagen van 11 september.

De daarna door Amerika afgekondigde 'oorlog tegen het terrorisme' heeft nuchter bezien nog niet veel opgeleverd. Het Taliban-regime in Afghanistan is uitgeschakeld. Maar van Osama bin Laden ontbreekt elk spoor, evenals van de leiding van zijn organisatie en zelfs van die van de Taliban. Er loopt slechts een rechtszaak in de hele wereld tegen iemand verdacht van betrokkenheid bij de aanslagen van 11 september. Niets is er meer vernomen van de honderden verdachten die daarna in de Verenigde Staten zijn gearresteerd. Dat Afghanistan bevrijd is van het achterlijke Taliban-regime stemt tot tevredenheid. Maar de opbouw van een stabiele Afghaanse staat is een problematisch karwei van op zijn best lange adem - iets wat noch de Verenigde Staten, noch de leden van de Europese Unie onder ogen zien.

Met zijn 'As van het kwaad' koos president Bush jr. voor de vlucht voorwaarts. In Washington gaat het gerucht dat zijn grote woorden in de zomer tot een afrekening met het regime van Saddam Hoessein gaan leiden. In Europa zijn deze geruchten op net zoveel scepsis onthaald als de toespraak van Bush. Daar is alle reden toe, maar dat lost de kwestie-Irak niet op.

Ruim tien jaar geleden besloot president Bush sr. dat de Golfoorlog te land vanuit publicitair oogpunt niet langer dan honderd uur mocht duren. Daardoor konden de elite-eenheden van Saddam Hoessein ontsnappen aan de geallieerde omsingeling. Na de oorlog moest Irak door sancties en wapeninspecties van de Verenigde Naties tot een 'normale' staat worden heropgevoed. De sancties hebben de bevolking van Irak geraakt, maar Saddam Hoessein gesterkt. Zo werkt dit vreedzame instrument meestal. De inspecties brachten aan het licht dat Saddam Hoessein op grote schaal werkte aan de vervaardiging van nucleaire, biologische en chemische massavernietigingswapens. Zonder de Golfoorlog zou Irak allang nucleaire wapens hebben.

Aanvankelijk bestond de verwachting dat de VN-inspecties na een paar maanden tot een bevredigend resultaat zouden leiden. Maar Irak werkte systematisch tegen en de inspecties gingen jarenlang door, tot Saddam Hoessein drie jaar geleden kans zag er een eind aan te maken: door gebruik te maken van de groeiende onenigheid onder de permanente leden van Veiligheidsraad. Rusland en Frankrijk hebben grote economische belangen in Irak, die zij graag verzilverd willen zien, en saboteren elk voorstel om tegen dit regime effectief op te treden.

Intussen werkt Irak als een bezetene aan de herbouw van zijn wapenindustrie. Dit vormt een gevaar voor het Midden-Oosten en daarmee voor de wereldvrede. De grootspraak van president Bush jr. en zijn verholen aankondiging van een militaire aanval op Bagdad helpen dat gevaar niet uit de wereld. Maar de kritiek uit Europa op de grote woorden van de Amerikaanse president is een vorm van kop in het zand steken.

Irak heeft, voor zover aangetoond, niets met 11 september te maken gehad. Het is echter onverantwoordelijk te accepteren dat Irak doorgaat met het aan zijn laars lappen van VN-resoluties en met het ontwikkelen van massavernietigingswapens. Waarom is het optreden hiertegen geen toetssteen voor het Europese Buitenlands en Veiligheidsbeleid?

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
02-03-2002

« Terug naar het overzicht