Abnormaal digitaal

DE AFGELOPEN jaren ben ik mij steeds meer gaan ergeren aan het groeiende koor zwartkijkers dat waarschuwt tegen het gevaar dat Nederland 'de boot mist'als niet iedereen op korte termijn via pc en internet deelneemt aan de 'informatiemaatschappij'. Het koor zelf bevalt mij niet.

Het bestaat uit twee groepen. In de ene zitten allerlei lui die rechtstreeks financieel voordeel hebben bij de uitbreiding van deze tak van nijverheid, type Maurice de Hond. Het andere bestaat uit politici en beleidmakers die krampachtig 'met hun tijd mee willen gaan' en de praatjesmakerij van de eerste groep als evangelie slikken, ook al leven zij zelf allesbehalve naar dit evangelie.

Hier staat model premier Kok, in de opname waarin deze met een kordaat gebaar de muis van een pc op een beeldscherm richt, omdat hij meende dat het hier om een afstandsbediening ging.

Het koor kermt al jaren dat het een aard is, maar het is niet gemakkelijk uit dat gekerm op te maken wat nu eigenlijk het probleem is. Met enige moeite vallen twee boodschappen te vernemen.

De eerste is het 'nu of nooit'-thema. Wie nu niet de aansluiting op de wondere wereld van het digitalisme maakt, raakt niet alleen voor altijd achterop, maar ook voor eeuwig buitengesloten, met als gevolg een digitale tweedeling in de maatschappij.

Dat is bij voorbeeld zowel de argumentatie achter het voorstel van onder andere D66 de aanschaf van pc's fiscaal te subsidieren als die achter de plannen van de PvdA miljarden ten dienste van pc-gebruik in het basisonderwijs te injecteren.

Het 'nu-of-nooit'-argument is echter geheel en al onzinnig. Leren om te gaan met pc's en internet vergt geen intellectuele bijzondere inspanningen. Het zijn kunstjes die ook een geestelijk minvermogende binnen enkele dagen onder de knie kan krijgen. Sterker nog: er is veel voor te zeggen zo laat mogelijk met deze kunstjes te beginnen, want zij worden steeds simpeler. Degenen die er te vroeg mee zijn begonnen, die zijn pas goed tijd en geld kwijtgeraakt.

Ik ben bijvoorbeeld nu bezig met mijn vijfde pc en het vierde tekstverwerkingsprogramma in zestien jaar. Ik zou eigenlijk het liefst in het derde programma (Wordperfect) blijven werken, net als vrijwel iedereen die veel schrijft, maar consumentenvrijheid is in de digitale markt een schaars goed. Het monopolie van Microsoft dwingt ons over te gaan op Word.

Meer in het algemeen geldt dat iedereen die in de vroege jaren tachtig doodgewoon digitaal ging doen, ongelofelijk veel tijd is kwijtgeraakt aan het thuisraken in gebruikersonvriendelijke programma's en besturingssystemen, welke na enkele jaren werden opgevolgd door - soms iets minder gebruiksonvriendelijke - andere programma's en besturingssystemen. Geen wonder dat de arbeidsproductiviteit van kantoorarbeid jarenlang daalde.

Soortgelijks geldt voor het verzamelen van informatie via internet. Deze kathedraal van de nieuwe kenniseconomie is een vergaarbak van steeds meer informatie die ontoegankelijk is. Zelfs de allerbeste zoekmachines ontsluiten maar enkele tientallen procenten van het totale aanbod en met elkaar gecombineerd laten ze meer dan de helft van het aanbod op internet buiten beschouwing. En die kloof groeit al meer en meer.

Maar 'informatie' is iets anders dan 'kennis'. De informatie die in Nederland ver boven alle andere onderwerpen wordt (op)gezocht heeft betrekking op seks en sport. Kenniseconomie!

Het tweede argument van het zwartkijkerkoor is dat de ongelukkige digibeet zonder pc in de buitenste duisternis van ignorantie belandt. Voorzanger Roel Pieper hief een paar weken geleden met stemverheffing dit refrein aan: op alle scholen moesten leerlingen zo snel mogelijk leren hun informatie via internet te verzamelen. Want anders!

Ja, wat anders? Iedereen die serieuze informatie via internet verzamelt, weet dat dit een tijdrovende en vaak frustrerende bezigheid is, die je bij succes dwingt je eigen drukkerijtje op te zetten, want langere stukken van een beeldscherm lezen is fysiek geen pretje. (Het zwartkijkerkoor maakt overigens nooit woorden vuil aan de fysiologische kosten die systematisch pc-gebruik met zich mee brengt.)

Piepers pleidooi komt neer op het intrappen van een open deur, als je ziet hoe in officiele, door het Zoetermeerse Stalingrad van OC & W voorgeschreven onderwijsdoelen de leerlingen wordt opgedragen vooral langs deze weg hun 'informatiebehoefte' te bevredigen. Dat die informatie meestal vele malen sneller en goedkoper kan worden verkregen via boek en bibliotheek, wordt zoveel mogelijk geheim gehouden.

Ondertussen heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau in zijn rapport Digitalisering van de leefwereld korte metten gemaakt met de argumenten van het zwartkijkerkoor. Van een digitale tweedeling is in Nederland geen sprake.

In het Buitenhof sprak professor Ronald Plasterk een paar weken geleden al woorden die mij uit het hart gegrepen waren: de scholieren die hij als student kreeg, hadden geen enkele moeite met computer en internet.

Waar ze moeite mee hadden, was behoorlijk Nederlands schrijven en spreken. Wat ze niet beheersten, waren de vreemde talen. Waar het hun aan ontbrak, was kennis van geschiedenis en cultuur.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
12-05-2000

« Terug naar het overzicht