Afgenomen waarde

IN HET BEGIN van de jaren tachtig, nog voor de periode van glasnost en perestrojka, bestonden de voornaamste exportproducten van de Sovjetunie nagenoeg louter uit grondstoffen en halffabrikaten. De enige uitzondering vormden geavanceerde wapensystemen als jachtvliegtuigen. Dit duidde allesbehalve op een hoog ontwikkelde economie. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie bleek dat het er met het productieve vermogen van wat nu weer Rusland was, nog veel slechter voorstond dan was vermoed.

In de economie neemt het begrip 'toegevoegde waarde' een belangrijke plaats in: tijdens het productieproces worden grondstoffen zo bewerkt dat het eindresultaat meer waard is dan de oorspronkelijke materialen. Bij de analyse van de Russische economie zou men echter eigenlijk het begrip 'afgenomen waarde' moeten invoeren. Ruwe katoen uit de voormalige Sovjet-Unie is van hoge kwaliteit, maar de Russische overhemden die ervan gemaakt worden, zijn minder waard dan de katoen voordat het verwerkingsproces begon. De voornaamste Russische exportproducten nu zijn gas en olie. Maar de Russische olie-industrie is volkomen verouderd en wegens verval grotendeels buiten werking, terwijl exploitatie en transport gepaard gaan met afgrijselijke verspilling en vervuiling.

De afschaffing van het communisme heeft eigenlijk maar weinig veranderd aan de zwakke structuur van de economie. Na zeven jaar economische hervorming staat het er met de Russische Federatie hopeloos voor. De vrije val van de roebel is daarvan alleen maar een symptoom.

De mislukking van de economische hervormingen is een rechtstreeks gevolg van het grote misverstand dat zich na de val van het communisme meester maakte van de Russische elites: dat de ontwikkeling van het kapitalisme de minimalisering van de staat vereist. Dit misverstand werd nog aangewakkerd door het heersende neoliberale denken in het westen, waar tot voor kort de staat eveneens werd voorgesteld als een lastpost voor economische ontwikkeling.

Sommigen, zoals de Amerikaanse ex-sovjetoloog Stephen Cohen, leggen de verantwoordelijkheid voor de trieste staat van Rusland bij de neoliberale recepten die westerse adviseurs - de econoom Jeffrey Sachs uit Harvard is de grote boeman - in de afgelopen jaren hebben uitgeschreven. Dat is te veel eer. Hoe rampzalig ze ook mochten zijn, die recepten zijn maar ten dele in praktijk gebracht. Daarvoor ontbrak het de Russische regering aan macht.

Van veel meer draagwijdte is de wijze geweest waarop de overgang van communisme naar kapitalisme in Rusland beslag heeft gekregen. De privatisering van de productiemiddelen is uitgelopen op de vorming van een zevental gigantische financieel-industriele conglomeraten. Staat en bevolking, de eigenlijke eigenaars, hadden en hebben het nakijken. Deze conglomeraten doen niets ter verbetering van de Russische economie. Zelfs in hun eigen industrieen investeren zij niet: hun monopoliewinsten beleggen zij in het buitenland. De kapitaalvlucht uit Rusland is groter dan alle financiele steun van buitenaf bij elkaar opgeteld. In feite zijn de conglomeraten enorme parasieten. Zij voeden zich aan de Russische samenleving die erdoor uitgezogen wordt. Zij dicteren de Russische politiek, zoals wordt onderstreept door het ontslag van premier Kirijenko, die probeerde van hen belasting te heffen. De verhoudingen in Rusland liggen nu zo, dat Jeltsin en de zijnen inderdaad voldoen aan de klassieke definitie van Karl Marx: zij vormen het uitvoerend comite van de heersende klasse.

Het centrale probleem van de Russische economie is de zwakheid van de Russische staat. Aan de ene kant is deze niet in staat op reguliere wijze belastingen te innen die hem in staat stellen te functioneren en zijn werknemers hun salaris te betalen. Aan de andere kant is de huidige staat niet bij machte een wettelijke orde te handhaven die noodzakelijk is voor normaal economisch verkeer. Rationeel kapitalisme is immers alleen mogelijk als ondernemers kunnen opereren in een min of meer voorspelbare omgeving. Zij moeten weten dat contracten worden nageleefd, dat eigendomsrechten zijn verzekerd, dat belastingtarieven vastliggen, dat de infrastructuur werkt, enzovoorts - allemaal voorwaarden die alleen een sterke staat kan garanderen.

In Rusland ontbreken al die voorwaarden. Daardoor heeft het kapitalisme er het karakter gekregen van een roof- en speculatiekapitalisme dat ten koste gaat van economische ontwikkeling. Het levert tegenstrijdige beelden op: in een groot deel van Rusland is de bevolking aangewezen op het verbouwen van eigen voedsel om te overleven en is langzamerhand sprake van een primitieve ruileconomie. Aan de andere kant zijn er enkele eilanden van weelde, waar zo'n tien tot twintig miljoen Russen profiteren van het parasitisme van de conglomeraten. Hun nieuwe rijkdom wordt vooral in het buitenland verpatst en leidt niet tot verbetering van de binnenlandse economie. Hun voedsel wordt uit het buitenland ingevoerd - maar daarmee zal de val van de roebel korte metten maken.

De huidige crisis in Rusland kan met andere woorden niet worden opgelost met behulp van economische middelen. Maar er is ook geen sprake van zicht op een politieke oplossing. Net als de Russische economie wordt ook de Russische politiek gekenmerkt door afnemende waarde.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
02-09-1998

« Terug naar het overzicht