Afspraken maken

TOT DE GOEDE voornemens bij de formatie van het huidige kabinet behoorde de doelstelling dat er nu eens een regeerakkoord 'op hoofdpunten' zou worden gesloten, in plaats van de praktijk van de laatste twintig jaar voort te zetten: steeds langere opsommingen van wat er was afgesproken en wat er verricht zou worden.

Daar is niets van terecht gekomen. Het programmatische gedeelte van het nu geldende regeerakkoord verschilt in lengte en gedetailleerdheid niet van zijn voorgangers. De onderhandelaars zijn over hun goede voornemens uitgegleden.

De begrijpenden hebben daar een verklaring voor. Juist een ongewone coalitie als deze kan het niet stellen zonder nauwkeurige afspraken vooraf. Die zijn nodig om het historisch gegroeide wantrouwen tussen de deelnemende partijen weg te nemen. Dit klinkt overtuigend.

Het zou nog overtuigender zijn als de artikelen in het akkoord ook inderdaad de neerslag zouden zijn van werkelijke overeenkomsten. Maar in heel veel gevallen is dat niet zo. Indertijd ('Alles is bespreekbaar', Het Parool van 17 augustus) kwam ik tot de slotsom dat de tekst over de bezuinigingen op defensie verre van ondubbelzinnig was.

De woordvoerders van de - toen nog beoogde - regeringspartijen gaven er al voor de aanvaarding van het regeerakkoord een heel verschillende uitleg aan. De tekst bepaalde immers dat defensie bovenop de al lopende bezuinigingen nog eens 914,5 miljoen gulden zou inleveren, maar dat de Prioriteitennota (die zelf al een enorme bezuiniging en reorganisatie inhoudt) verder zou worden uitgevoerd.

Nog geen twee maanden later is het raak. Minister Van Mierlo van buitenlandse zaken hield vorige week een rede waarin hij stelde dat bij de bezuinigingen op defensie de kritische grens is bereikt. PvdA-fractieleider Wallage reageerde met het verhaal dat Van Mierlo dit had niet had mogen zeggen. Er moet eerst 'herijkt' zijn en tot dan wordt er gewoon doorbezuinigd. Het eerste interne conflict van de paarse coalitie kondigt zich aan.

Dat betekent niet dat Van Mierlo 'voor zijn beurt sprak' en eerst maar eens met de voorgenomen 'herijking' van het buitenlands beleid voor de dag moet komen. De kwestie is dat het regeerakkoord een innerlijk tegenstrijdige passage bevat. Het is onmogelijk de voorgenomen bezuinigingen door te voeren en vast te houden aan de uitvoering van de Prioriteitennota.

Dat was al heel lang bekend. De toenmalige bewindsman van defensie, Ter Beek, zette dit al in maart dit jaar uiteen in zijn grote afscheidsrede, waarin hij zei dat verder bezuinigen op zijn departement onmogelijk was. Dat was een duidelijke afwijzing van het verkiezingsprogram van de PvdA, waarin 900 miljoen extra bezuinigingen waren opgetekend - het bedrag dat ook in het regeerakkoord terechtkwam. Een paar maanden later bracht de Adviesraad voor Vrede en Veiligheid een advies uit, waarin werd voorgerekend dat het twijfelachtig was of de Prioriteitennota op basis van de door het vorige kabinet al opgelegde bezuinigingen is uit te voeren.

De onderhandelaars over het regeerakkoord - Bolkestein, Van Mierlo en Wallage - hebben getekend voor een formulering waarvan zij toen al hebben geweten dat deze niet kan worden uitgevoerd zonder ofwel aan de bezuinigingsdoelstelling afbreuk te doen, ofwel de doelstellingen van de Prioriteitennota overboord te zetten.

Degenen die toch al niet voor die bezuinigingen voelden, Bolkestein en Van Mierlo, ontdekken nu alsnog dat deze onmogelijk zijn, terwijl Wallage voorwaarts vlucht en roept dat er eerst 'herijkt' moet worden. Maar de voorgenomen 'herijking' van het buitenlands en defensiebeleid is niet gedacht als een bezuinigingsoperatie. Die gaat om inhoudelijke uitgangspunten en prioriteiten van de buitenlandse politiek.

Buitenlandse Zaken is geen uitgavendepartement; herijking kan (logisch gezien) in financieel opzicht alleen maar neerkomen op een overdracht van geld van ontwikkelingshulp naar defensie. Nu immers draagt dit laatste departement vrijwel in zijn eentje de kosten van de vredesoperaties waaraan Nederland meedoet, zonder dat het daarvoor voldoende geoormerkte gelden op de begroting krijgt.

In Een wereld in geschil, de laatste grote beleidsnota van minister Pronk, is het handhaven van vrede en stabiliteit nu juist als een prioriteit van ontwikkelingsbeleid geproclameerd. Het ligt in de rede daarvoor dan ook geld ter beschikking te stellen uit de begroting van ontwikkelingssamenwerking.

Inmiddels heeft minister Voorhoeve de ministerraad voorgesteld systematisch 250 miljoen per jaar minder te bezuinigingen op defensie. Hij weet zijn collega's Pronk en Van Mierlo achter zich en daarmee wordt ook duidelijk dat het eerste conflict niet van inhoudelijk politieke aard is. Het gaat tussen de rekenmeesters Kok en Zalm en de beleidmakers. Ik ben benieuwd of de Partij van de Arbeid (afgezien van Pronk) zich in deze kwestie achter haar lijsttrekker verder transformeert tot de Partij van Financien.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
02-11-1994

« Terug naar het overzicht