Al duurt de leugen nog zo lang...

De Britse premier Tony Blair kwam deze week met de schrik vrij, toen een parlementaire onderzoekscommissie hem vrijpleitte van moedwillige misleiding. Maar meer ook niet. Op het centrale punt of de regering de informatie over de Iraakse massavernietigingswapens niet ‘te mooi’ had voorgesteld, was de commissie zó verdeeld dat de voorzitter (Labour) de doorslag moest geven.

             Aan de andere kant van de Oceaan zat er voor het Witte Huis niets anders op dan te erkennen dat president Bush volledig ten onrechte had beweerd dat Saddam Hoessein zijn nucleaire programma opnieuw was gestart. Dat moest wel, nadat een oud-ambassadeur die indertijd in opdracht van de Amerikaanse regering zulke geruchten op hun waarheidsgehalte had getoetst,

 publiekelijk bekend maakte dat hij al in maart 2002 had gerapporteerd dat het hier vervalste documenten betrof. Niettemin zijn deze leugens zowel door Bush (januari dit jaar) als door zijn minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell (in diens presentatie aan de Veiligheidsraad op 6 februari j.l.) herhaald.

            Zowel Blair als Bush verkeren nu in een positie waarin zij altijd fout zitten. Ofwel ze wisten dat de informatie op grond waarvan ze volksvertegenwoordigers en kiezers van de noodzaak van een onmiddellijke oorlog tegen het Irak van Saddam Hoessein wilden overtuigen niet deugde. In dat geval rest Blair niets anders dan  aftreden. En als de Verenigde Staten een volwaardige democratie waren, zou er een afzettingsprocedure (impeachment) tegen president Bush worden begonnen. Op basis van leugens tegen de bevolking een oorlog beginnen en voeren, dat is, zoals de impeachment-procedure vereist, werkelijk een ‘high crime and misdemeanour’. Heel wat anders dan draaien om gefutzel met een gewillige stagière, waarvoor een paar jaar geleden de Republikeinen president Clinton probeerden af te zetten.

            De tweede mogelijkheid is dat ze die ‘onjuistheden‘ te goeder trouw hebben rondgebazuind. Dit is nauwelijks minder ernstig, want dan hebben wij te maken met een president en een minister-president die klakkeloos de informatie accepteren die hun door gewillige ambtenaren is voorgelegd. Kortom, spreekbuizen die niet over een onafhankelijk oordeel beschikken. Een regeringsleider moet uiteraard kunnen vertrouwen op de informatie die hem vanuit diensten en departementen wordt aangereikt. Maar dan moet hij (of zij) die diensten en departementen ervan doordringen dat zij naar eer en geweten hun werk kunnen doen en hem (of haar) dus ook moeten confronteren met onaangenaam nieuws. Alles wijst er echter op dat dit in de kwestie Irak niet is gebeurd, dat de president en de premier voortdurend hebben laten merken dat inlichtingen die niet in hun kraam te pas kwamen niet op prijs werden gesteld.

            Bij Bush jr kan men zonder twijfel spreken van arrogantie van de macht. Hij en zijn adviseurs hadden al besloten om Saddam Hoessein aan te vallen en alle informatie die daarmee niet strookte te negeren. Blair daarentegen maakt de indruk werkelijk in de onmiddellijke dreiging van Iraakse massavernietigingswapens te geloven – nog steeds!  Maar heeft toch vooral gepoogd de Amerikaanse regering binnen de kaders van de internationale orde te laten opereren. Daarin is hij niet geslaagd. Uiteindelijk heeft Bush jr zich van Blair evenveel aangetrokken als van de Franse president Chirac en de Duitse bondskanselier Schröder.

            Ondertussen is er nog geen spoor gevonden van Iraakse massavernietigingswapens. Ik verwacht dat er ooit wel iets zal worden aangetroffen, maar nu al staat vast dat Irak niet beschikte over zulke wapens die ook daadwerkelijk gebruikt konden worden. (De gelovigen die menen dat dit wel het geval is, bevinden zich in een moeilijke positie. Als die wapens inderdaad nog aanwezig en bedrijfsklaar zijn, dan heeft de oorlog immers geen enkele zin gehad. Want dan zou Saddam Hoessein vanuit de onopgespoorde schuilplaatsen op elk moment kunnen toeslaan.)

            Ondertussen gaat alles mis in Irak. De VS hebben natuurlijk de oorlog gewonnen.. Maar zij zijn niet in staat daarna een stabiele vrede tot stand te brengen. De bezetters zijn alleen voor sommige camera’s als bevrijders begroet. Er zijn te weinig troepen om de orde te vestigen en te handhaven. (Daarom mag ons land er nu 1100 man met een tamelijk onduidelijke opdracht legeren) . Het lukt maar niet om basisvoorzieningen als stroom en water te laten functioneren. De door het Pentagon geïmporteerde en beoogde leider is door niemand serieus genomen. Elke dag worden bevrijders aangevallen en vallen er slachtoffers.

            De Nederlandse regering, die zijn steun aan de oorlog heeft gebaseerd op de leugens van de Amerikaanse en Britse regeringen,  doet nu alsof haar neus bloedt. Ik weet niet of dit getuigt van onbekwaamheid dan wel van gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
10-07-2003

« Terug naar het overzicht