Alles altijd open!

'OM MODERNE arbeids- en leefpatronen niet in de weg te staan, worden de restricties in de Winkelsluitingswet sterk verminderd,' meldt het regeerakkoord van de huidige coalitie. 'Met betrekking tot instellingen in de publieke sector wordt eenzelfde gedragslijn gekozen.'

Over dat laatste is tot nu toe niets vernomen, hoewel het voor de burger al een enorme vooruitgang zou zijn als gemeentehuizen en andere 'instellingen in de publieke sector' 55 uur per week geopend zouden zijn - de maximum-openingstijd voor winkels volgens de nu geldende Winkelsluitingswet. D66-minister Wijers schijnt deze openingstijd tot 75 uur te willen verhogen of zelfs helemaal te willen afschaffen; een voornemen dat tot een waar publiek debat heeft geleid, met hoog oplopende emoties. Eindelijk weer eens een echte politieke controverse!

De dodelijkste interventie in dit debat werd afgelopen zaterdag afgedrukt in Het Parool. In een satirisch verhaal dat een hele pagina besloeg, maakte Emma Brunt wel heel korte metten met de 'moderne arbeids- en leefpatronen' die door de afschaffing van de Winkelsluitingswet eindelijk tot volledige ontplooiing kunnen komen.

Zij deed dit in de vorm van een monoloog door 'Emma Brunt', een moderne, kosmopolitische en geindividualiseerde vrouw te Amsterdam, van wie de levensvreugde op naargeestige wijze wordt beknot door de huidige Winkelsluitingswet. Deze leidt immers tot 'morsdode momenten in de dag', om maar te zwijgen van de zondag, in dit land 'een kleefspoor van taaie verveling'. De 'Emma Brunt' in deze monoloog vertolkte de gevoelens van talloos veel alleenstaanden die niet om zes uur aan tafel hoeven om 'boerenkool met Unox rookworst' met de rest van het gezin te eten, noch hun kinderen het huiswerk hoeven te overhoren en ook niet beschikken over een 'partner die 'sochtends om tien uur al de boodschappen heeft gedaan'. Zij, de geindividualiseerden, kampen met een 'stremming in het sociale verkeer' die optreedt wanneer om zes uur 'de winkels sluiten en de cafes zoetjesaan leeglopen'.

De maatschappelijke gevolgen hiervan voor de 'Emma Brunts' van deze wereld worden schril getekend. De winkelsluiting leidt tot voortijdig en overmatig alcoholgebruik thuis - er is sprake van waterglazen wodka of jenever - en een dodelijke verveling die pas tegen een uur of negen optrekt. Dan kan de gang naar de avondwinkel worden ondernomen 'om de voorraad drank, whiskas en sigaretten aan te vullen - tegen woekerprijzen'.

Voor wie zo'n troosteloos leven leidt, moet minister Wijers wel een held worden en inderdaad bevat de monoloog van 'Emma Brunt' de passage dat 'minister Wijers inmiddels mijn held is'. Maar daarmee is deze denkbeeldige abolitionist van de winkelsluiting nog niet uitgeklaagd. In het verlengde van afschaffing van de verplichte winkelsluiting ligt immers het voorstel van de daartoe geroepen wethouder (ook al een D66-mannetje) om de sluitingstijden van de Amsterdamse horeca nog verder te verruimen.

Er zijn Amsterdammers die zich druk maken over de gevolgen van dat besluit: nog meer lawaai nog later op de avond, nog meer overlast voor bewoners. Maar 'Emma Brunt' wordt in haar monoloog juist razend over het 'intolerante gezeur' van mensen die daar geen zin in hebben. Die moeten maar eens goed beseffen dat zij in een stad wonen en als zij daarvan de consequenties niet willen dragen, moeten ze maar naar 'het wijde platteland' verhuizen, zodat het 'favoriete soort mensen' (van 'Emma Brunt') '- het kosmopolitische soort dat in een stad woont omdat ze van stedelijkheid houden - eindelijk eens van pluriformiteit en afwisseling kunnen proeven'.

De echte Emma Brunt heeft met deze 'Emma Brunt' haarfijn een type neergezet dat geborneerdheid verwart met kosmopolitisme, luiheid aanziet voor zelfstandigheid en intolerantie en onverschilligheid proclameert tot een liberale leefstijl.

Van de stedelijkheid waarover 'Emma Brunt' het heeft, is de hoogste waarde dat er overal en te allen tijde kan worden ingenomen. Tot het 'moderne arbeids- en leefpatroon' behoren niet de diepvriezer, de magnetron en werktijden die ver voor zes uur zijn afgelopen en de kosmopolitische geindividualiseerde ontbreekt het aan elk greintje gezond economisch verstand.

Langere openingstijden van winkels vergroten niet de afzet, maar wel de kosten. Die kosten kunnen op twee manieren worden afgewenteld: op de consument die hogere prijzen gaat betalen (en nu niet alleen in de avondwinkel), of op de winkelbedrijven als zij die kosten niet kunnen verhalen. Dat zullen vooral kleine buurtwinkels zijn, die toch al hogere kosten hebben. Bij vrije sluitingstijden leggen die in groten getale het loodje. De einduitkomst is dat consument meer tijd en meer geld kwijt is.

De verruiming van de sluitingstijden van cafes geldt voor onze stadsliefhebbers als 'liberalisering'. Maar ook in het allerliberaalste liberalisme geldt de opvatting dat de vrijheid van de een ophoudt als deze inbreuk maakt op die van een ander. Wanneer de kwaliteit van het stedelijk kroegbezoek zodanig was dat dit geen systematische overlast voor anderen met zich meebracht, zou er eigenlijk geen reden zijn dit aan tijden te binden.

Maar zo ligt het niet en misschien is het geen verkeerde gedachte als de Amsterdamse gemeenteraad een deel van de binnenstad tot vestigingsgebied voor de 'Emma Brunts' van deze wereld zou bestemmen. Daar zouden dan ook cafes en winkels voor drank, rokerij en kattevoer moeten worden geconcentreerd die van de vroege morgen tot de late avond open mogen blijven. De alleenstaande kosmopolieten kunnen daar wonen naast, boven of achter een van hun favoriete kroegen en winkels. Over het geheel wordt een dubbelwandige rook- en geluiddichte koepel van plexiglas neergelaten. Aldus zou een eigentijdse invulling worden gegeven aan de al uit de Middeleeuwen stammende zinspreuk 'Stadslucht maakt vrij'.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
19-10-1994

« Terug naar het overzicht