Antwoord aan Wouter Bos
Antwoord aan Wouter Bos
Een verkiezingsprogramma, een contract met een paar miljoen kiezers, kun je niet buiten hen om negeren.
bart tromp
In mijn vorige column kwam ik tot de slotsom dat PvdA-leider Wouter Bos op het punt van de burgemeestersbenoeming moedwillig het verkiezingsprogramma van zijn partij had gesaboteerd en de democratie in en buiten zijn partij had genegeerd. Maar in een uitvoerige reactie in Het Parool van 6 december verweerde Bos zich met kracht met tegen mijn bevindingen, althans tegen sommige. Dat hij het debat aangaat, siert hem, en daarom verdient hij een weerwoord. Op een opiniepagina kan hij, anders dan in partijbestuur of fractie, zijn gelijk immers alleen met argumenten halen.Het draait in ons debat om vier kwesties. De eerste is die van de hardheid van een verkiezingsprogramma. De PvdA pleit al jaren, en dus ook in haar huidige verkiezingsprogramma, voor een door de gemeenteraad gekozen burgemeester. Een logisch sluitstuk in een constitutionele ontwikkeling waarin de gemeenteraad geleidelijk steeds meer te zeggen heeft gekregen over benoeming en ontslag van deze indertijd door Thorbecke ten onrechte met de naam burgemeester aangeduide functionaris. (Dit laatste inzicht dank ik aan een trouwe lezer. Vóór Thorbeckes staatsinrichting, tijdens de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden, waren de burgemeesters immers door de vroedschap gekozen bestuurders, vertegenwoordigers van de lokale politieke gemeenschap. Thorbeckes burgemeester is daarentegen representant van het centrale gezag, vergelijkbaar met de – niet gekozen – prefect in Frankrijk.)In plaats van aan dit programma vast te houden vond Bos dat de PvdA-fractie beter ‘ mee kon denken’ met D66-minister Thom de Graaf, nadat D66 in het regeerakkoord voor elkaar had gekregen dat CDA en VVD – hun eigen programma’s verloochenend – instemden met een rechtstreeks gekozen burgemeester. Waarom? Waarom zou de PvdA in oppositie haar eigen goed gefundeerde standpunt opgeven om ‘ mee te denken’ met een voorstel dat zó georganiseerd is dat de Nederlandse kiezer er niets over te zeggen heeft? Dat is de kern van mijn verwijt dat Bos in dit geval de politieke democratie negeert. Zelf geeft Bos toe dat ‘ de manier waarop D66 en De Graaf met de burgemeestersaanstelling omgaan niet de democratische schoonheidsprijs verdient’. Maar hij voert geen enkel argument aan waarom de PvdA er dan toch maar aan mee moet werken, zodat ik mijn eerste punt van kritiek handhaaf.
De tweede kwestie is die van de interne democratie in de PvdA. In zijn voorstelling van zaken voor alle leeftijden stelt Bos dat een partijcongres geheel vrijwillig tot een referendum onder leden besloot met de vraag of de PvdA-fractie in dit geval van het verkiezingsprogramma zou mogen afwijken. In mijn artikel was dit voorstel een compromis, nadat Bos in het partijbestuur ‘ een onaanvaardbaar’ had uitgesproken over de waarschijnlijke uitspraak van het congres dat de fractie zich aan het verkiezingsprogramma moest houden. Hierover bewaart hij het stilzwijgen. Net als over de eigenaardige opvatting van democratie die partijleden de ruimte geeft een verkiezingsprogramma, dat een contract is met een paar miljoen kiezers, buiten hen om te negeren. Gelukkig voor de kiezers, de PvdA en Bos bevestigde het referendum het verkiezingsprogramma. Maar vanuit democratisch en constitutioneel oogpunt blijft zo’n ledenraadpleging een misbaksel.
De derde kwestie is die van de stemming in de Tweede Kamer over het uit de Grondwet halen van de benoemingswijze van de burgemeester. Bos negeert in zijn repliek geheel dat vóór stemmen door de PvdA in feite alleen neerkwam op het mogelijk maken van De Graafs voorstel tot een rechtstreeks gekozen burgemeester. Ook maakt hij geen woord vuil aan het feit dat hij met een dreigement de meerderheid van de PvdA-fractie van tegenstemmen af moest houden. Waarom werd zó gehandeld en werd het voorstel van De Graaf niet in de geest van verkiezingsprogramma en ledenreferendum geblokkeerd? Deze minister had immers niet onder stoelen of banken gestoken dat ‘ een open discussie’ over dit onderwerp alleen op zijn rechtstreeks gekozen burgemeester uit mocht lopen.
Ten slotte is er de vierde kwestie, waar Wouter Bos ook geen woord aan wijdt. Die betreft de plotselinge aankondiging dat de PvdA-fractie een initiatiefwetsontwerp zal indienen voor de benoeming van een door de gemeenteraad gekozen burgemeester. Leg eens uit, Wouter, waarom je dit voorstel publiek hebt laten maken, buiten de normale besluitvormingskanalen van de PvdA-fractie om, zonder enig uitzicht op een parlementaire meerderheid op dit moment, met een ánder doel dan de verwerkelijking ervan onmogelijk te maken?
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 09-12-2004