Ayaan aan de lijn

Afgelopen donderdagavond belde Ayaan Hirsi Ali: wat of ik vond van haar overstap naar de VVD, als kandidaat voor de Tweede Kamerverkiezingen. Mijn oordeel: slecht voor de PvdA, slecht voor de VVD en vooral slecht voor Ayaan Hirsi Ali.

Slecht voor de PvdA. Dat spreekt vanzelf als een spraakmakend staflid van de Wiardi Beckman Sichting (WBS), het wetenschappelijk bureau ten dienste van het socialisme, Kamerlid voor de VVD wil worden. Tenminste, als je haar standpunten van belang vindt en haar argumenten om naar de VVD te gaan serieus neemt.

Ik neem Hirsi Ali’s standpunten niet alleen serieus, ik ben het met haar eens dat in Nederland het beleid ten aanzien van immigranten uit Islamitische landen neerkomt op de onderdrukking van vrouwen en het belemmeren van de integratie van nieuwkomers als Nederlandse staatsburgers. Dat heb ik op deze plek uitvoerig uiteengezet ( 26 september). Met haar weloverwogen stellingname heeft ze in de PvdA een debat afgedwongen dat veel te lang onder een multiculturalistische zweetdeken is verstikt. Door haar overgang naar de VVD wordt de voortzetting van dit debat belemmerd. Slecht voor de PvdA.

Haar stellingname past, zoals ze zelf in een gesprek met de Kamerfractie van de PvdA uiteenzette, perfect in het feitelijke bestaande sociaal-democratisch beginselprogramma, dat gebaseerd is op solidariteit en emancipatie. Die stellingname kwam haar te staan op felle kritiek van islamitische partijleden, die vaak dankzij een even ondoordacht als opportunistisch beleid lid zijn geworden van gemeenteraden en andere vertegenwoordigende lichamen. (Een gang van zaken die overigens niet uniek is voor de PvdA.) Deze reacties brachten aan de oppervlakte dat het kiesrecht voor zulke ‘nieuwe Nederlanders’ en hun kandidering voor vertegenwoordigende lichamen beoordeeld zou moeten worden op grond van hun onderschrijving van de beginselen van de rechtsstaat en de scheiding tussen staat en religie. Dit heeft de PvdA, onder andere in de niet mis verstane bewoordingen van partijvoorzitter Ruud Koole, inmiddels tot uitdrukking gebracht.  Haar vertrek laat niet alleen de PvdA in dit opzicht verweesd achter, maar dreigt achteraf de obscurantisten met een islamitische achtergrond het voordeel van de twijfel te geven.

Wat ik tenslotte treurig vind is dat de inspanningen van de PvdA en de WBS, voorop directeur Paul Kalma, om zowel de veiligheid van Hirsi Ali te waarborgen , als om haar stem te laten horen, nu gekleineerd worden en het door bepaalde media wordt voorgesteld alsof ze voor haar opvattingen binnen de PvdA ruimte noch gehoor kreeg.

Hirsi Ali heeft echter binnen de PvdA  een ongekende ruimte gekregen om haar opvattingen naar voren te brengen. Van een zonderlinge gedachtegang getuigt het om het tijdelijk laten onderduiken van Hirsi Ali na de bedreigingen tegen haar te kwalificeren als een vorm van ouderwets sociaal-democratisch paternalisme (Sjoerd de Jong in NRC/Handelsblad, 5 november), waartegen de uitnodiging van de VVD-coryfeeën voor een verkiesbare plaats op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer positief af zou steken.

VVD heeft op het terrein waarover Hirsi Ali zich druk maakt nog minder dan de PvdA ooit standpunten ingenomen. Haar parachutering op een verkiesbare plaats maakt dan ook een opportunistische indruk – zeker als men aanmerking neemt hoe de partij is omgegaan met eerdere Kamerleden van niet-Nederlandse afkomst als Oussama Cherribi en Patricia Remak. Ik vraag mij daarnaast af of de partij wel voldoende oog heeft opgebracht voor de belangen van Ayaan Hirsi Ali zelf, die niet voor niks naar het buitenland is uitgeweken, ook om tot rust te komen na de uitzonderlijke spanningen waaraan zij is blootgesteld. 

Voor Ayaan valt deze stap, vrees ik, verkeerd uit. Als fractielid van de VVD heeft ze veel minder ruimte om haar opvattingen kenbaar te maken dan nu. Nu al worstelt ze met haar politieke geloofwaardigheid. Zij wil haar sociaal-democratische opvattingen niet verloochenen en verwijt de PvdA dat die niet sociaal-democratisch genoeg is. Haar toetreding tot de VVD rechtvaardigt ze echter met de stelling dat vanaf een zekere afstand er eigenlijk geen verschil tussen politieke partijen in Nederland valt te bespeuren. Wat men daarvan ook moge vinden: in de Nederlandse politiek bestaat dat verschil wel.

Als van bovenaf geparachuteerde nieuweling krijgt ze het in de VVD-fractie hard te verduren, temeer omdat zij over geen enkele politiek ervaring beschikt en niet beseft wat voor onaangenaamheden het Kamerlidmaatschap met zich mee brengt. Degenen die haar hebben overgehaald om over te stappen hebben niet veel moeite gedaan om haar voor te bereiden op de werkelijkheid waarin ze zal moeten functioneren.

Ik vrees dat haar overstap een verlies voor de Nederlandse politiek inhoudt.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
07-11-2002

« Terug naar het overzicht