Balkenende hét obstakel
Balkenende hét obstakel
inmiddels is het cda in een rechtse partij veranderd, met een ideologisch programma uit de negentiende eeuw
bart tromp
De bizarre crisis die zich in politiek Den Haag afspeelt, was volstrekt onnodig geweest als demissionair minister-president Jan Peter Balkenende deze in de kiem had gesmoord. Hij had minister Rita Verdonk moeten manen tot verstandiger optreden. Nu liet hij opnieuw toe dat zij de Tweede Kamer tartte op een wijze die tot geen andere reactie kon leiden dan een motie van wantrouwen.
Daarmee is hij kampioen brekebeen geworden in onze parlementaire geschiedenis. Drie mislukte kabinetten in nog geen vier jaar, waaronder zelfs een demissionair.
Deze crisis is uiteraard verbonden met de formatie. De vorming van het op grond van de verkiezingsuitslag meest gewenste kabinet, CDA-PvdA-SP, is van de baan, nadat Jan Marijnissen hardop had gezegd dat Balkenende niet van plan was met de SP tot overeenstemming te komen. Wouter Bos stelt hetzelfde probleem in vragende vorm. Hij wil dat Balkenende zegt dat hij bereid is een coalitie met de PvdA en een derde partij aan te gaan, en daarbij te accepteren dat het dan zal gaan om een heel ander beleid dan dat van de kabinetten Balkenende I, II en III.
Balkenende antwoordde dinsdagnacht door zich vierkant achter Rita Verdonk op te stellen.
De situatie van nu is vergelijkbaar met die van 2003, toen een CDA-PvdA-kabinet het meest voor de hand lag. Maar dat ging mis toen D66 in een achterkamertje – volkomen in strijd met het publiek ingenomen standpunt – Balkenende liet weten een CDA-VVD-kabinet wel aan een meerderheid te willen helpen. Niet veel later presenteerde het CDA Bos een ‘ Wijnkaart’ aan nieuwe eisen waarvan het wist dat die voor de PvdA onaanvaardbaar waren.
Ook nu is er geen sprake van dat Balkenende en het CDA willen samenwerken met de PvdA. Het verschil met 2003 is echter dat er geen rechtse meerderheid in de Kamer meer is om op terug te vallen.
Vroeger was het CDA (en zijn voorgangers) een rechtse middenpartij, wat inhield dat het ook over links kon regeren. Voorwaarde was dan altijd wel dat het dan een andere premier leverde dan degene die een kabinet met de VVD had geleid. Twee keer gebeurde dat niet. De eerste keer was in 1981, toen het CDA op basis van de verkiezingsuitslag niet verder kon met de VVD, en Dries van Agt een CDA-PvdA-D66-kabinet ging leiden. Dat liep na negen maanden op een ramp uit.
In 1989 verloren CDA en VVD opnieuw de meerderheid. Zittend premier Ruud Lubbers formeerde daarna een kabinet met de PvdA. Voor de PvdA werd dat weer een ramp. Met Wim Kok als minister van Financiën voerde dit kabinet een beleid dat geheel in strijd was met wat de PvdA-aanhang in de jaren tachtig was voorgespiegeld. In 1994 leed de PvdA het tot dan toe grootste verlies sinds haar oprichting, maar al eerder, bij de WAO-crisis in 1991, verlieten bijna 20.000 leden de partij, een verlies waarvan de PvdA zich in bepaalde opzichten nooit hersteld heeft.
Dit zou de derde keer zijn dat de CDA-premier van een centrumrechts kabinet aanvoerder wordt van een centrum-linkse combinatie. Maar inmiddels is het CDA van een centrum-rechtse in een rechtse partij veranderd, met een ideologisch programma uit de negentiende eeuw (ook al is dat door een enkele dolende PvdA-professor politicologie als ‘ modernisering’ omarmd).
Lubbers beschikte over de elasticiteit om van positie te veranderen. Balkenende maakt echter voortdurend duidelijk dat hij helemaal niet een centrum-linkse regering wil leiden. Hij wil zijn eigen CDA-agenda afwerken. Coalitiepartners moeten hem daarbij niet voor de voeten lopen.
Balkenende weet heel goed dat zijn ideologische programma van marktwerking, privatisering en afbraak van de verzorgingsstaat alleen uitgevoerd kon worden omdat dit grotendeels overeenkwam met dat van de VVD, al kon die niet op Abraham Kuyper terugvallen om er een pseudoreligieus sausje over te druppelen. Hij is ook niet zo dom om niet te weten dat hij daarbij afhankelijk was van VVD-minister Gerrit Zalm.
Mijn conclusie is dezelfde als die onmiddellijk na de verkiezingen: nog afgezien van zijn incompetentie is Jan Peter Balkenende volkomen ongeschikt om een centrumlinks kabinet te leiden. Hij wil dat niet, en hij moet dat ook niet willen. Hij vormt nu het eerste obstakel voor de vorming van de enige coalitie die uit deze verkiezingsuitslag volgt. Wie vertelt het hem?
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 14-12-2006