BARENSWEEEN? VAN WAT?

De prijs voor de lachwekkendste uitspraak van het jaar gaat zonder twijfel naar Condoleezza Rice, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken. Twee weken geleden verklaarde zij dat de oorlog van Israel met Hamas en Hezbollah moet worden beschouwd als 'de barensweeen voor een nieuw Midden-Oosten'.

Vanzelfsprekend legde zij niet uit hoe dat nieuwe Midden-Oosten eruit zou komen te zien, of hoe deze oorlog daar aan bijdraagt. Overigens versloeg ze slechts met een handbreedte haar baas, die elke poging tot het staken van de vijandelijkheden afwees, omdat hij een 'echte vrede' wilde, niet een 'nepvrede'.

George W. Bush noch Rice kwam terug op de Amerikaanse politiek ten aanzien van het Midden-Oosten, die een paar jaar geleden met onwaarschijnlijk veel poeha in Washington is geproclameerd. Centraal stond de aanval op Irak: daar zou na de overwinning op Saddam Hoessein een democratie ontstaan. Want in neoconservatieve ogen is het verwijderen van een dictatuur de enige voorwaarde voor de vestiging van een democratie. Zij zou zich vervolgens als een olievlek uitbreiden over de rest van het Midden-Oosten. Op de een of andere manier zou daarmee ook het Israelisch-Palestijnse conflict worden opgelost.

Vandaar dat Bush bekendmaakte niet tussen Israel en de Palestijnen te zullen bemiddelen, zoals zijn voorganger Bill Clinton wel deed. Dit kwam neer op een carte blanche voor Israel om door te gaan met zijn politiek van voldongen feiten. Een levensvatbare Palestijnse staat, het officiele doel van de door de Verenigde Staten onderschreven 'routekaart naar vrede', moet zo onmogelijk worden.

Amerikanen zijn liefhebbers van regime changes, maar kijken neer op het moeizame werk van nation building. Dat heeft te maken met een mythologische kijk op de eigen geschiedenis. Volgens deze is de Amerikaanse democratie in een klap tot stand gekomen tussen 1776 en 1783. Waarom zouden andere landen er langer over moeten doen? In een minder mythisch perspectief zijn de Verenigde Staten echter pas een volwaardige democratie geworden toen de zwarte bevolking met de Civil Rights-wetten van 1966 ook stemrecht kreeg.

Het beste wat er nu van Irak kan worden gezegd, is dat het organiseren van verkiezingen hier is verward met het functioneren van een democratie. Een olievlekwerking is uitgebleven. Zonder Amerika is sinds enkele jaren weer sprake van democratie in Libanon. Bij de eerste vrije verkiezingen in de bezette gebieden kozen de Palestijnen in meerderheid voor Hamas en tegen de corrupte PLO. Voor straf worden ze sindsdien geboycot door het Westen.

De politiek van Bush is, kortom, mislukt. Er is geen democratie in het Midden-Oosten gekomen. Maar die politiek heeft ook nooit kans van slagen gehad. Daarvoor was ze te veel gebaseerd op het simplisme van de president, de fantasterijen van de neoconservatieven om hem heen en hun gemeenschappelijke onkunde ten aanzien van de verhoudingen in het Midden-Oosten. De Verenigde Staten zijn er nu in geslaagd de conflicten en oorlogen die er in het Midden-Oosten woeden, niet alleen aan elkaar te koppelen, maar ook nog onder een noemer te brengen. Volgens Bush gaat het allemaal om de 'oorlog tegen terrorisme'.

Eerst riep hij op volkomen valse gronden Al-Qa'ida en Saddam Hoessein tot gemeenschappelijke vijand, om zo de oorlog tegen Irak te rechtvaardigen. Nu doet Bush hetzelfde met de burgeroorlog in Irak, het conflict met Iran over uraniumverrijking, de strijd tussen Israel, Hamas en Hezbollah, en de Amerikaanse afkeer van Syrie - als dit land tenminste niet wordt gebruikt om er gevangenen uit de Verenigde Staten te laten martelen. Zo tellen de Israelische verwoesting van Libanese vliegvelden en bruggen, van de elektriciteitsvoorziening in Gaza, en het uit hun huizen jagen van honderdduizenden Libanezen en Palestijnen nu ook als geduchte klappen in de 'oorlog tegen het terrorisme'.

En zo herhaalt zich het patroon van Irak, waar islamitisch terrorisme opkwam als gevolg van het Amerikaanse optreden. En niets is dommer dan allerlei tegenstanders en vijanden op die ene hoop van de 'oorlog tegen het terrorisme' te gooien, in plaats van ze te scheiden en tegen elkaar uit te spelen. Maar president Bush heeft getoond een feilloos instinct te bezitten om altijd de meest kortzichtige weg naar mislukking te kiezen, en daar dan koppig aan vast te houden. Een geboorte is een bloederige affaire, maar dat betekent niet dat elke bloederige affaire de geboorte van iets nieuws is.



Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
12-08-2006

« Terug naar het overzicht