Beperkte oorlog onmogelijk geworden
VIER WEKEN geleden begonnen de lidstaten van de Navo vanwege Kosovo een beperkte militaire actie tegen Klein-Joegoslavie, nadat de diplomatie was doodgelopen.
Het akkoord dat Richard Holbrooke in oktober vorig jaar onder dreiging van luchtaanvallen met Milosevic had bereikt, was door de laatste nooit nagekomen. Integendeel, in plaats van zijn troepen uit Kosovo terug te trekken, voerde Milosevic hun sterkte op en begon aan een grootscheepse operatie om de Kosovaren van huis en haard te verdrijven. Grootscheeps, maar wel zorgvuldig gedoseerd.
Dit was immers een van de lessen uit de Bosnische oorlog: de 'internationale gemeenschap' kon er toen jarenlang mee leven als er elke dag verspreid over stad en land burgers werden vermoord, zolang er maar niet met een mortiergranaat vijftig of zestig tegelijk op een markt in Sarajevo doodgemaakt werden. Een Servische diplomaat vatte de Servische strategie in Kosovo eind vorig jaar als volgt samen tegenover de secretaris-generaal van de Navo, Javier Solana: 'One village a day, keeps the Nato away'.
Een half jaar later volgden de onderhandelingen in Rambouillet. Het voornaamste verschil met het akkoord dat Holbrooke sloot, was de eis dat ditmaal een Navo-garnizoen in Kosovo op de naleving ervan zou toezien. Deze eis weigerde Belgrado in te willigen. Degenen die stellen dat de stationering van deze troepen een inbreuk op de Servische soevereiniteit zouden betekenen, hebben helemaal gelijk. Helaas wisten zij geen ander middel te bedenken dat naleving van het akkoord garandeerde.
Daarna was diplomatie een gepasseerd station. Voor de Navo-staten was de keus toen: militaire middelen gebruiken of Milosevic zijn gang laten gaan.
Het eigenaardige van de critici van het Navo-beleid is dat niemand van hen dit laatste alternatief voor zijn rekening heeft genomen. Niemand heeft betoogd: laat die Serviers maar door gaan met het terroriseren van de Kosovaren. Maar een serieus alternatief voor interventie wisten zij niet te bedenken.
Dat houdt niet in dat de aard en wijze van de Navo-actie niet betwistbaar is. Het bondgenootschap koos voor een beperkte militaire actie en maakte dat ook luidruchtig bekend, waardoor het effect ervan al bij voorbaat was geminimaliseerd. Ook als de gevechtshandelingen zijn begonnen, is de dreiging van onbenoemd geweld effectiever dan de daadwerkelijke toepassing ervan.
Milosevic liet zijn terreurcampagne van een dorp per dag varen. Onder aanvoering van een nieuw garnituur generaals ging zijn leger over tot het uitmoorden en verjagen van de niet-Servische bevolking van Kosovo. Zijn gewillige beulen verdrijven een kleine twee miljoen mensen van huis en haard omdat ze een verkeerde achternaam of godsdienst hebben; bestelen, vermoorden en verkrachten hen - een even daverend als schril slotakkoord van de gruwelijke twintigste eeuw in Europa.
Misschien was anders ook wel gebleken dat de beperkte militaire actie als instrument van politiek in dit geval niet werkt. Door zijn politiek van exterminatie heeft Milosevic echter het conflict van karakter veranderd. Een compromis over Kosovo, zoals voorzien in Rambouillet, is onmogelijk geworden.
Er is geen sprake van dat de verjaagde Kosovaren terug kunnen keren onder Servisch bestuur. Milosevic kan zich ook niet meer achter een Karadzic of Mladic verschuilen, als het gaat om de verantwoordelijkheid voor wat het Klein-Joegoslavische leger en de Servische vrijkorpsen in Kosovo aanrichten. Hij is va banque gaan spelen, in de hoop zijn tegenstanders tot opgeven te dwingen, want vrienden heeft Belgrado niet, buiten Saddam Hoessein.
Rusland? Boris Jeltsin is niet zo erg in wodka geweekt dat hij vergeten is hoe Milosevic indertijd openlijk de mislukte staatsgreep tegen hem steunde. Wat de communisten en nationalisten dwarszit, is de politieke en economische irrelevantie van Rusland - economisch nu even groot als Belgie, mede dankzij hun politiek. Hun gratuite pro-Servische houding wordt bestreden door het conglomeraat van Jeltsins patronen, de economische oligarchen. Zij weten beter dan Zjoeganov en Zjirinovsky dat Rusland op steun van het Westen is aangewezen en geen enkele druk op Belgrado uit kan oefenen.
Het luchtoffensief van de Navo is al veranderd van een tactisch middel om Milosevic tot inbinden te binden tot een strategische aanval met als doel de gevechtskracht van de Klein-Joegoslavische strijdkrachten te minimaliseren, als voorbereiding op een nu onvermijdelijk offensief van Navo-landstrijdkrachten.
Alles wijst erop dat de voorbereidingen daartoe in volle gang zijn. Maar de lidstaten brengen het maar niet op hun oorlogsdoel duidelijk te definieren. De enige die dat tot nu toe heeft gedaan is de Britse premier, Tony Blair.
Hij proclameerde dat het minimale oorlogsdoel van de acties is de veilige terugkeer en de compensatie van de vluchtelingen, onder bescherming van een internationale troepenmacht en hij sloot verdere onderhandelingen met Milosevic uit.
Hij heeft gelijk. De lidstaten van de Navo moeten duidelijk maken dat zij niet bezig zijn met de risicoloze bestrijding van etnisch kattenkwaad, maar koste wat kost een eind zullen maken aan dit Srebrenica in het groot en degene die daar verantwoordelijk voor is.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 21-04-1999