Berlusconi, de poseur

De verkiezingsoverwinning van Silvio Berlusconi is nu onbetwist. Zowel in het Huis van Afgevaardigden als in de Senaat heeft zijn coalitie een ruime meerderheid behaald. Het nieuwe kiesstelsel - een mengeling van evenredige vertegenwoordiging en districtenstelsel - heeft ditmaal een duidelijke winnaar opgeleverd. Sterker nog, het heeft de grote partijen links en rechts bevoordeeld. Berlusconi's coalitie bestaat, behalve uit zijn Forza Italia, uit de Lega Nord, die het liefst het ijverige Noord-Italië af wil scheiden van de luiaards in het Zuiden, en daarnaast uit Fini's voormalige fascisten. Beide partijen verloren, zodat Berlusconi ze tegen elkaar uit kan spelen, want geen ervan is noodzakelijk voor een parlementaire meerderheid. Ook bij de linkse coalitie kalfden de kleinere deelnemers electoraal af ten gunste van de voormalige communisten, nu Democratisch Links.

De verkiezingsuitslag mag dan niet betwist worden, de winnaar is dat wel. Het gezaghebbende rechtse weekblad The Economist lichtte drie weken geleden de doopceel van Berlusconi, met als conclusie dat deze geen premier van Italië zou mogen worden. Het blad baseerde zich daarbij op drie argumenten: het feit dat Berlusconi een ongehoorde economische machtspositie in de Italië inneemt, onder andere door zijn beheersing van de audiovisuele en geschreven media. Daarnaast lopen er nog allerlei strafrechtelijke aanklachten tegen hem. En tenslotte heeft hij onmiskenbaar betrekkingen met de maffia onderhouden op de duistere wegen waarlangs hij zijn fortuin heeft gemaakt.

De Europese Unie heeft niettemin, bij monde van de Zweedse voorzitter, aangekondigd dat deze geen sancties overwoog tegen Italië, zoals vorig jaar tegen Oostenrijk. Dit berichtten althans de media. Die weten al niet meer dat de EU nooit sancties tegen Oostenrijk heeft afgekondigd. Dat is indertijd gedaan door veertien individuele lidstaten, buiten de Europese verdragen en de EU om, teneinde Oostenrijk te dwingen de als extreem-rechtse beschouwde partij van Jürg Haider uit de regering te zetten.

Die actie, waarbij Nederland, dat wil zeggen Wim Kok, een gewichtige rol speelde, liep uit op treurig gezichtsverlies. De sancties werden opgeheven, zonder dat ze iets hadden uitgehaald.

De actie tegen Oostenrijk werd indertijd buiten de EU om ondernomen, omdat de Europese verdragen geen ruimte boden om dergelijke sancties te nemen. Op de Europese top in Nice, november 2000, is na deze smadelijke nederlaag het EU-verdrag aangescherpt. De precieze tekst heb ik nog niet onder ogen gehad, maar ik maak mij sterk dat deze geen basis biedt om nu tegen de nieuwe Italiaanse regering op te treden.

Kortom, de mededeling van het Zweedse voorzitterschap was gratuit. Er is verdragstechnisch geen enkele grond om Italië in de beklaagdenbank te zetten. En na de pijnlijke mislukking van de actie tegen Oostenrijk buiten de Europese verdragen om, wil niemand die weg nog eens bewandelen.

Maar daarmee is het probleem niet verdwenen. Het probleem bestaat eruit dat in een van de kernstaten van de Europese Unie een parlementaire meerderheid bij eerlijke verkiezingen tot stand is gekomen, die wordt aangevoerd door een man, zowel verdacht van misdadige activiteiten als beschikkend over ongehoorde economische macht.

Helaas is dit niet helemaal alleen een Italiaans probleem. Jacques Chirac, de Franse president, is kortgeleden alleen van strafvervolging wegens vergaande corruptie tijdens zijn burgemeesterschap van Parijs verschoond gebleven, omdat in Frankrijk de president feitelijk boven de wet staat. Helmut Kohl heeft zijn status als staatsman verloren door het grootscheepse geknoei waarmee hij zijn partij liet financieren door bedrijven die hij vanwege zijn integriteit niet wil noemen. Politieke democratie is in de kern een instrument om economische macht aan banden te leggen. Terwijl de macht van het geld doorslaggevend is in marktprocessen, geldt in de politiek dat iedere burger, ongeacht zijn of haar inkomen en vermogen, even zwaar telt. Formeel ligt dat nog steeds zo. Maar naarmate de kosten om kiezers te beïnvloeden stijgen, neemt de macht van het kapitaal in de politiek toe ten koste van de democratie.

Berlusconi's Forza Italia is geen politieke partij, maar de politieke vertaling van zijn immense en ondoorgrondelijke bedrijfsconglomeraat Fininfest. In de Italiaanse verkiezingen speelden programma's geen rol, alleen personen, en de mate waarin die door de media werden belicht.

Berlusconi poseert nu als de man die een eind zal maken aan het oude Italië van staatsbureaucratie en handjeklap tussen politici en ondernemers. De Italiaanse politiek van na de Tweede Wereldoorlog is inderdaad altijd gekenmerkt door cliëntelisme en vermenging van politieke en economische macht. In plaats van een breuk met het oude systeem te vormen, heeft het er echter meer van dat de overwinning van Berlusconi een overtreffende trap van dat oude systeem inhoudt.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
17-05-2001

« Terug naar het overzicht