Blufpoker in Bosnie (1)

BIJ UNPROFOR wordt nu gewerkt aan drie scenario's voor de aftocht uit Bosnie. Het eerste voorziet in snelle evacuatie van de VN-troepen door de lucht, met achterlating van uitrusting, voertuigen en wapens. In dat geval moet de klus in vier dagen geklaard kunnen worden. In het tweede scenario wordt alles wat niet in helikopters kan worden meegenomen eerst vernield, zodat de Verenigde Naties de achterblijvende strijders niet ook nog eens trakteren op middelen om verder oorlog te voeren. Dit zou meer tijd vergen, een week of twee.

Tenslotte is er het plan om met vlag en wimpel te vertrekken: een ordelijke militaire terugtocht, met al het materieel. Hiervoor zijn tenminste drie maanden uitgetrokken en de Franse minister van defensie heeft al verklaard dat dit alleen maar mogelijk is als de aftocht wordt gedekt door duizenden zwaarbewapende Navo-soldaten, onder wie Amerikaanse grondtroepen.

De bizarre politiek van Verenigde Naties en Europese Unie (althans van de Contactgroep die de laatste op de een of andere manier schijnt te representeren) vindt zo een passend slot: grootscheepse militaire interventie is nodig om de VN-troepen te helpen vertrekken, terwijl die er nu juist waren om de eerste overbodig te maken.

Werkelijk serieus zijn deze scenario's niet, zeker het laatste niet. Het uitlekken ervan is een politieke manoeuvre, bedoeld om de Verenigde Staten ervan te weerhouden op 15 oktober in de Veiligheidsraad te proberen het wapenembargo tegen het voormalige Joegoslavie op te heffen. Weigert de de Veiligheidsraad dat, dan zullen de VS het embargo een maand later op eigen houtje opheffen.

Volkenrechtelijk is het embargo ontoelaatbaar, want het ontzegt een lidstaat van de VN het (in het Handvest neergelegde) recht zich tegen agressie te weer te stellen. Niet voor niets dringt de regering van Bosnie-Hercegovina daarom al sinds jaar en dag aan op de opheffing van het embargo, dat eigenlijk alleen haar treft. Klein-Joegoslavie en de Bosnische Serviers beschikken immers in ruime mate over wapentuig en fabrieken om dit te produceren. 

Ook de Bosnische regering bluft. De opheffing van het embargo is alleen in het voordeel van Bosnie-Hercegovina als Unprofor aanwezig blijft om een zekere mate van bescherming te bieden aan de door de Bosnische Serviers omsingelde steden. Voordat het Bosnische leger over zware wapens kan beschikken als tanks, vliegtuigen en geschut en voordat het geoefend is in het gebruik daarvan, zullen vele maanden zijn verstreken. In die tijd kunnen de Bosnische Serviers de enclaves straffeloos bombarderen en de bewoners volgens een al bekend recept uitmoorden en verdrijven, nog erger dan ze het nu al doen.

Opheffing van het embargo, zeker als die eenzijdig is, lost niets op en leidt voorspelbaar tot de ernstigste crisis in de Atlantische wereld sinds deze bestaat - als de VS enerzijds en Frankrijk en Groot-Brittannie anderzijds hun blufpoker volhouden.

Maar wat lost wel wat op ? Het is alweer maanden geleden dat de Contactgroep (VS, Rusland, Groot-Brittannie, Frankrijk en Duitsland) haar Bosnische vredesregeling aan de 'strijdende partijen' voorlegde, met als boodschap: slikken of stikken. Dat laatste zou voor de Bosnische regering inhouden, zo maakte men duidelijk, dat bij weigering de sancties tegen Klein-Joegoslavie worden opgeheven. Weigerden de Serviers echter te slikken, dan zou dat tot opheffing van het wapenembargo leiden. Van een evacuatie van Unprofor werd toen in het uitmeten van straf en beloning niet gerept.

Zoals bekend accepteerde de Bosnische regering het plan schoorvoetend, maar wezen de Bosnische Serviers het af, ondanks de aandrang van hun bovenbaas Milosevic. Sindsdien heeft de Contactgroep zich alleen nog maar gebogen over de vraag of Milosevic niet beloond moet worden voor zijn embargo tegen de Bosnische Serviers. Dit staat nu te gebeuren. 

Na veel vijven en zessen is Milosevic akkoord gegaan met de stationering van 135 internationale waarnemers, die moeten vaststellen of dat embargo werkelijk bestaat. Ze mogen alleen geen waarnemers heten, beschikken niet over formele bevoegdheden om daadwerkelijk controle uit te oefenen en zijn bovendien te gering in getal om een grenslijn van vele honderden kilometers daadwerkelijk te overzien. 

Er is reden om aan te nemen dat het embargo schijn is. Een van de zeldzame journalisten die in staat was een grensovergang te observeren, noteerde binnen een uur zeven zwaarbeladen vrachtwagens die ongehinderd vanuit Servie het door de Bosnische Serviers bezette gebied binnenreden. 

Van de Contactgroep is tot nu toe niet vernomen wat men denkt te ondernemen, nu de Bosnische Serviers het ultimatum van 18 juli staand, zittend en springend hebben verworpen, noch op welke wijze de wettige Bosnische regering beloond wordt voor haar onvoorwaardelijke aanvaarding van het verdelingsplan. 

Het heeft geen zin daarop te wachten, want de Contactgroep zal de eersten niet straffen en de tweeden niet belonen. Dat betekent in feite dat ze precies het omgekeerde doet. De driestheid van de Bosnische Serviers is niet indrukwekkend tegenover een arbiter die nog nooit een rode kaart heeft getrokken. 

De Bosnische kwestie beweegt zich nu naar een tweesprong. Opheffing van het wapenembargo leidt tot een ongewisse situatie die vrijwel zeker de oorlog zal doen escaleren, zeker als Unprofor wordt geevacueerd. Maar het berusten in het Bosnisch-Servische 'neen', wat de hoogste staatsmanswijsheid is in Londen, Parijs, Bonn en Moskou, houdt met zekerheid een uitzichtloze verlenging van de oorlog in - een verlenging die op den duur evenzeer het risico van escalatie in zich bergt.

Andermaal produceert internationale bemoeienis niet een oplosssing, maar een verergering van het probleem. 

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
21-09-1994

« Terug naar het overzicht