Boeken zijn toch cultuur?

DE LOGICA VAN HET hedendaagse kapitalisme laat zich samenvatten in de constatering van Oscar Wilde dat dit van alles de prijs kent en van niets de waarde. Een mooi motto voor de bijeenkomst van de Wereld Handels Organisatie (WHO) in Qatar, een locatie waar de onderhandelaars zich gevrijwaard weten van bemoeizieke 'antiglobalisten'.

De onderhandelingen over vrijhandel zijn gepolitiseerd sinds ze niet meer in de eerste plaats gaan over vermindering of afschaffing van tarieven bij de internationale handel van goederen. Ze betreffen nu ook kwesties van cultuur, onderwijs, gezondheidszorg, wetenschap en wat al niet meer. Het uitgangspunt bij de WHO is dat men deze moet beschouwen als waren ten dienste van transnationale marktwerking.

Ik vind het heel goed dat daartegen een protestbeweging op gang is gekomen, ook al bestaat die voor een groot deel uit ogenschijnlijke halvegaren en idioten. De bestaande politieke partijen op nationaal niveau laten het immers afweten nu op bovennationaal niveau afspraken worden gemaakt en regelingen worden getroffen die niet of nauwelijks rechtsstatelijk of democratisch gelegitimeerd zijn.

De kwesties die op het niveau van de WHO spelen, doen zich echter zeker zo scherp voor op het niveau van de Europese Unie. Deze kan zich noemen zoals ze wil, maar haar fundament is nog steeds het streven naar een vrije markt in Europa voor mensen, kapitaal, goederen en diensten; in beginsel ten koste van elke andere waarde. Slechts in bijzondere gevallen staan de Europese verdragen hierop uitzonderingen toe.

Een goed voorbeeld is de vaste boekenprijs in Nederland. De Europese Commissie beschouwt deze als een inbreuk op het EG-verdrag. Het gaat hier immers duidelijk om verticale prijsbinding: boekverkopers kunnen zo niet met elkaar concurreren door de prijzen van (veelgevraagde) boeken te verlagen. Tot 2005 bestaat er een ontheffing van deze prijsbinding. Het volgende kabinet zal daarom tot een beslissing terzake moeten komen, gebaseerd op een onderzoek naar de werking van het bestaande stelsel.

De brochure Het boek en de markt. Een pleidooi voor vrijheid door verkeersregels van oud-staatssecretaris van Cultuur Aad Nuis (uitgegeven door de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak) komt dan ook precies op tijd. De meeste grote beslissingen in de Nederlandse politiek worden immers genomen met het argument dat het 'nu eenmaal' te laat is om er nog over te discussieren. Temeer omdat de huidige minister van Economische Zaken, Annemarie Jorritsma, al is vooruitgelopen op dat evaluatie-onderzoek. Zij vindt altijd, en dus ook in dit geval, dat alles beter door 'de markt' kan worden gedaan. Het paarse kabinet had zich tonnen kunnen besparen door als minister van Economische Zaken een sprekende pop te benoemen die, overeenkomstig de principes van de markt, dit deuntje zou bleren als men een passend bedrag in een daarvoor bestemde gleuf werpt.

De redenen die Nuis aanvoert voor een vaste boekenprijs zijn niet nieuw, maar worden wel koel en overtuigend geserveerd. Het theoretische argument is bekend. Als de vaste boekenprijs wordt losgelaten, zal het aanbod van boeken verschralen en het aantal boekhandels dalen. De boekhandels die overblijven, zullen een kleiner assortiment beschikbaar stellen. Uitgevers kunnen niet langer verliezen op dichtbundels en debuten goedmaken met bestsellers.

Nuis laat zien dat dit theoretische argument feitelijk is bevestigd in landen waar de vaste boekenprijs is losgelaten, zoals Zweden. Daar zijn van de driehonderd 'redelijk gesorteerde boekhandels' (in het hele land!) nog tweehonderd over, die minder in voorraad hebben. In Belgie heeft het loslaten van de vaste prijs geleid tot een 'verwoestijning' (die term is van de Vlaamse econoom Carlo van Baelen) van de Vlaamse boekhandel. Is er in Nederland (nog) een boekhandel op elke tienduizend inwoners, in Vlaanderen, even dichtbevolkt, rest er een op de 25.000.

Het betoog van Nuis is ook verder overtuigend, bij voorbeeld daar waar hij uiteenzet dat de hogere kosten van schoolboeken niet het gevolg zijn van een vaste boekenprijs, maar van de desastreuze onderwijspolitiek van opeenvolgende kabinetten. Nuis pleit ervoor de tijdelijke ontheffing van het verbod op de vaste boekenprijs te vervangen door een wet. Hij geeft daarvoor goede redenen, al was het maar omdat deze zaak aldus een verantwoordelijkheid zou zijn van de volksvertegenwoordiging, en niet (zoals nu) van een onberaden ingesteld orgaan als de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

Maar waarom niet rechtstreeks een beroep gedaan op het artikel over cultuur (153) van het EG-Verdrag, dat in 1991 tot stand is gekomen op instigatie van Nuis' voorganger, minister Hedy d'Ancona? Dit artikel biedt mogelijkheden een uitzondering te maken op de regels over marktwerking daar waar het om cultuurgoederen gaat. Een beroep hierop zou duidelijk kunnen maken in hoeverre de EU meer wil zijn dan een vrijhandelszone met nooit in te lossen politieke pretenties.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
15-11-2001

« Terug naar het overzicht