Clintons lasten
NU BLIJKT BILL CLINTON ineens William Jefferson Clinton te heten! Dat is in ieder geval een uitstekend excuus om vanuit Jeffersons landgoed Monticello naar Washington af te dalen voor de inauguratie. Van de Amerikaanse presidenten voor Lincoln sla ik Thomas Jefferson het hoogst aan.
Clinton zou zich aan een minder voorbeeld kunnen spiegelen, al moet men oppassen met historische parallellen: Jeffersons grootste politieke prestaties verrichtte hij ver voor zijn presidentschap, als opsteller van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. Clinton mag dus hopen dat hij later niet allereerst als gouverneur van Arkansas de geschiedenisboekjes ingaat. Geen enkele naoorlogse president, uitgezonderd Truman, begon zijn ambtstermijn in zo'n moeilijke situatie en met zulke lasten. Clinton wordt niet alleen geconfronteerd met kolossale binnen- en buitenlandse problemen. Nog ernstiger is het dat de kaders waarbinnen de Amerikaanse politiek meer dan veertig jaar lang kon worden gevoerd, vergaan zijn of onder te zware druk doorbuigen.
Dat waren allereerst de kaders van de Koude Oorlog: Atlantische samenwerking aan de ene kant en een stabiel twee-blokken-stelsel aan de andere. En ten tweede was er het kader van de Verenigde Naties en alles wat daaraan vast zit, van Gatt tot en met Unesco. Binnen die kaders speelden de Verenigde Staten een leidende, zoniet een hegemoniale rol in de wereldpolitiek. Dat was mogelijk op grond van een binnenlandse politiek die economische groei combineerde met een herverdelingspolitiek, waardoor de scherpe kanten van rassen- en klassentegenstellingen werden afgeslepen.
Inmiddels zijn de binnenlandse voorwaarden voor Amerika's leidende rol in de wereldpolitiek nog maar beperkt aanwezig. Terwijl de emancipatie van de meeste minderheidsgroepen in de VS redelijk tot succesvol (Chinezen en Japanners) verloopt, stagneert die van de oudste en grootste minderheid, de zwarte. Daaraan heeft de anti-sociale politiek van Reagan en Bush sterk bijgedragen. Maar het vervelende is dat de traditionele sociale politiek ook niet (meer) effectief is.
In dezelfde periode is de sociaal-economische ongelijkheid in de VS sterk toegenomen, net als de staatsschuld en het financieringstekort. Terzelfdertijd is echter het niveau van onderwijs en sociale voorzieningen gedaald en is de infrastructuur deerlijk verwaarloosd. Als Clinton de ene reeks problemen wil aanpakken, dan betekent dat op zijn minst een tijdelijke verergering van de andere. En omgekeerd.
In de wereldpolitiek krijgt Clinton te maken met een systeem dat in groeiende wanorde verkeert, terwijl de traditionele instrumenten om de orde te handhaven steeds minder bruikbaar zijn. De crisis die hij al meteen op zijn ontbijtbord krijgt, die van Irak, is daarvan een goede illustratie.
Het optreden van Irak tegen Koeweit is indertijd succesvol afgestraft door een coalitie die weliswaar niet letterlijk, maar toch zeker overdrachtelijk optrad onder de vlag van de VN. Sindsdien is de verslagen schurk onder curatele gesteld, zonder dat er uitzicht op succesvolle reclassering bestaat.
De daaropvolgende relaties tussen het regime van Saddam Hoessein en de VN hebben op indringende manier duidelijk gemaakt dat de VN en het volkenrecht te veel gebaseerd zijn op conflicten tussen partijen die op zijn minst nette schurken zijn en die zich houden aan regels en afspraken. Als dat niet gebeurt, staat de volkerenorganisatie voor de keus gewapenderhand in te grijpen (wat onherroepelijk allerlei andere politieke moeilijkheden veroorzaakt) of niets te doen, waarmee zij zichzelf tot onbenulligheid veroordeelt.
Op de Balkan is dat laatste proces al in volle gang. Maar het militaire ingrijpen tegen Bagdad is ook uitzichtloos, zolang het niet het gericht is op het uitschakelen van het regime. Maar daarvoor is weer niet genoeg internationaal 'draagvlak'.
De verwachting dat de Verenigde Naties na het einde van de Koude Oorlog het kader gaan vormen om de orde in wereld op een enigszins redelijke wijze te handhaven, wordt elke dag zwakker.
Maar dat betekent dat Clinton ook in het buitenland wordt opgescheept met een enorm dilemma. Moet hij het initiatief nemen om van de VN een veel effectievere organisatie te maken, die niet alleen met nette schurken kan afrekenen? Of moet hij nieuwe kaders voor een Amerikaanse wereldpolitiek scheppen? Wat voor de VN geldt, geldt in feite ook voor al die andere structuren die bedoeld waren om vrede, veiligheid en voorspoed in de wereld te handhaven of te scheppen, van Navo en CVSE tot en met Gatt. Allemaal blijken zij in de nieuwe omstandigheden op zijn best zeer moeizaam te functioneren en op zijn slechtst vrijwel irrelevant te zijn geworden.
Nog maar een paar jaar geleden gold de CVSE als het fundament van een nieuwe veiligheidsstructuur in Europa, die op termijn de Navo en het Warschaupact zou vervangen. Vandaag de dag blijkt ze een organisatie die verlamd en machteloos staat tegenover de conflicten die overal in Midden- en Oost-Europa zijn ontstaan, in staten en tussen staten.
Met deze steeds chaotischer wordende wereld krijgt de nieuwe Amerikaanse president te maken en hij zal zich zonder twijfel met weemoed de woorden van een beroemd voorganger (niet Thomas Jefferson) herinneren, die in zijn Farewell Address Amerika waarschuwde niet in 'buitenlandse verwikkelingen' te verzeilen en verklaarde dat de 'ware politiek' van de Verenigde Staten eruit bestond 'to steer clear of any permanent alliance with any portion of the foreign world'.
Aldus George Washington in 1796. Maar die tijd komt voor Amerika nooit meer terug.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 20-01-1993