Creatief met kurk

HET ZOGENAAMD PAARSE kabinet vindt dat het het goed getroffen heeft met zichzelf. Het bestaat uit mannen (en vrouwen) met pit - zo zien zij dat zelf.

De zelfgenoegzaamheid die hiervan het gevolg is, bereikte enkele weken geleden zijn grootste hoogte bij staatssecretaris Jacob Kohnstamm. Deze incasseerde een zware politieke nederlaag toen in de Tweede Kamer niet in de verste verte een meerderheid te vinden was voor een dwaze en ondoordachte wijziging van het kiesstelsel, die hij namens het kabinet had voorgesteld. Alleen zijn eigen partij, D66, was voor. In de publieke discussie buiten het parlement stuitte het voorstel eerder al op algemene afwijzing.

Een politicus van kaliber zou zijn verlies nemen en bij zichzelf te rade gaan waarom hij met zijn voorstel nagenoeg niemand had kunnen overtuigen. Niet zo Kohnstamm: hij had gelijk en vond het treurig dat men te dom en te kortzichtig was geweest om dat in te zien en toe te geven. Vervolgens ging hij tevreden knagen op het afgekloven bot dat de Kamer hem had toegeschoven om zijn afgang wat dragelijker te maken: het Duitse kiesstelsel dat weer bestudeerd mocht worden, nadat het bij de vorige parlementaire ronde over 'staatkundige vernieuwing' (die van de commissie-Deetman) terecht als onbruikbaar terzijde was geschoven.

Niet tevreden met dit debacle, trof het kabinet vorige week met staatsrechtelijk gefrobel voorbereidingen voor een volgend. Men wil nu de Grondwet wijzigen om het mogelijk te maken wethouders van buiten de gemeenteraad te benoemen. Ditmaal is de aanstichter niet D66. Het voorstel schijnt ooit gelanceerd te zijn door PvdA-voorzitter Felix Rottenberg.

Met de staatkundige vernieuwingen waarmee D66 de niets vermoedende staatsburger keer op keer verrast, stemt dit in zoverre overeen, dat het duister is voor welk probleem deze vernieuwing een oplossing biedt. Niets in de bestaande wetgeving maakt het immers onmogelijk wethouders van buiten de gemeenteraad aan te stellen. Het enige wat daarvoor nodig is, is dat zulke mensen kandidaat worden gesteld bij de gemeenteraadsverkiezingen. Gebruik is immers dat degenen die bij die verkiezingen de kandidatenlijst van een partij aanvoeren, daarna ook voor het wethouderschap kandidaat staan. Het is niet nodig dat ze daarvoor ook al lid waren van de gemeenteraad.

Op deze manier heeft de kiezer tenminste nog iets te zeggen over de wethouderskeuze, al was het maar door het uitbrengen van een voorkeurstem. Het voorstel van het kabinet wil daaraan een eind maken. Als het mogelijk wordt gemaakt wethouders te kiezen die geen lid zijn van de gemeenteraad, betekent dat dus dat het gaat om mensen die niet bereid zijn geweest aan het normale democratische proces deel te nemen. De kiezer wordt zo buitenspel gezet. De politieke democratie wordt ingeklonken. De gemeenteraad krijgt nog minder te vertellen ten opzichte van het bestuur, dan nu al het geval is. Zo gaat het 'paarse' kabinet maar door creatief te zijn met staatsrechtelijke kurk.

Een kort bezoek aan Malta heeft mij er echter van overtuigd dat Kohnstamm ten dele gelijk heeft: de staatkundige denkbeelden van D66 en 'paars' zijn wellicht dwaas, maar het is wel degelijk mogelijk ze feitelijk in te voeren.

Het politieke systeem van Malta is de natte droom van D66, maar de nachtmerrie van een rechtgeaard beoefenaar van de wetenschap der politiek. De laatste leert immers dat een kiesstelsel op basis van evenredige vertegenwoordiging (als het Nederlandse) altijd tot een meerpartijenstelsel leidt met coalitiekabinetten.

Niet zo in Malta. Daar gaat het al dertig jaar tussen de Nationalisten en de Socialisten. Het verschil tussen die twee is nooit meer dan enkele duizenden stemmen (op een bevolking van ongeveer 360.000 en bij een ongelofelijk hoge opkomst). De verkiezingsstrijd die er nu woedt - over tien dagen wordt een nieuwe volksvertegenwoordiging gekozen - is dus buitengewoon fel.

Maar er is iets vreemds aan. Ontspannen lunchend op een terras aan zee, zien wij op zondag binnen een half uur niet minder dan vijf gemotoriseerde verkiezingskaravanen voorbij denderen. Het merkwaardige is dat elke stoet een kandidaat van de Nationalistische Partij aanprijst. De verkiezingsstrijd speelt zich niet zozeer af tussen, als binnen de partijen. Die hebben in elk district vier of vijf kandidaten die elkaar te vuur en te zwaard bestrijden.

In het parlement hebben de gekozenen niets te vertellen. Daar telt alleen de fractiediscipline, want de regeringsmeerderheid is nooit groter dan een tot drie zetels. Het enige wat voor een volksvertegenwoordiger telt, zijn de gunsten die hij voor zijn kiezers bewerkstelligt bij de almachtige regering. Dientengevolge is de afstand tussen kiezer en gekozene hier, geheel volgens de wensen van D66, minimaal.

Bovendien kent Malta niet het probleem van verschillende bestuurslagen, ook al zag ik in de verkiezingspropaganda steeds de term 'kunsili lokali' opduiken. Mijn beperkte kennis van Malta en het Maltees is genoeg om te weten dat er in Malta al vele jaren wordt gepraat over het invoeren van lokaal bestuur, gemeenteraden, 'local councils', maar dat dat er nooit van is gekomen, omdat dan ministers en parlementsleden niet meer het monopolie op gunstverlening aan de burgers zouden bezitten.

In plaats van opnieuw de tot vruchteloosheid gedoemde verkenning van het Duitse kiesstelsel ter hand te nemen, zouden staatssecretaris Kohnstamm en het 'paarse' kabinet beter Malta onder de loep kunnen nemen, nog voor het straks tot 'Europa' toetreedt.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
16-10-1996

« Terug naar het overzicht