De affaire Kravchenko

Opgenomen in: Geschriften van een intellectuele glazenwasser.

                                      

Het eerste boek dat ik over politiek las was Ik verkoos de vrijheid van Victor Kravchenko. Ik vond het al vergeeld in de ouderlijke boekenkast. Dat moet in 1956 of 1957 zijn ge­weest. Ik was twaalf of dertien, en las het stiekem op bed. Het ging om de tweede druk, die in een aanmerkelijk goedkopere en grotere oplage dan de eerste in 1948 was verschenen. De grijs­linnen band met rode letters ben ik later op de vreemdste plaatsen en kleinste boekenplanken van Nederland tegen geko­men.

               Victor Kravchenko ontvluchtte in april 1944 de Sovjet­unie, en wel te Washington waar hij sinds augustus 1943 ver­bleef als lid van de Sovjetrussische delegatie die in de Verenigde Staten producten en materialen inkocht. Hij was toen 39 jaar oud en had als ingenieur in de jaren dertig carrière gemaakt in de zware industrie. In 1946 verscheen I Chose Freedom, zijn autobiografie die in 'het Vrije Westen' een bestseller werd.

Het boek paste perfect in de beginjaren van de Koude Oorlog. Hier legde iemand die het weten kon gedetailleerd maar onopgesmukt uit wat het maatschappelijk systeem van de Sovjet­unie onder Stalin was en hoe het werkte. Om precies die reden werden Kravchenko en zijn boek fel bestreden, door communis­ten, fellow-travellers en afstandelijke, genuanceerde beschou­wers van de wereldpolitiek, liefhebbers van het 'enerzijds-anderzijds' onder alle omstandigheden. In de tijd dat ik Ik verkoos de vrijheid las, was de schrijver ervan al vrijwel vergeten. Later merkte ik dat het boek in welingelichte krin­gen doorging voor een produkt van de Amerikaanse geheime dienst.

               De welingelichte kringen van de jaren zestig en zeventig hadden al niet meer van Kravchenko gehoord. Ik sloeg het boek op in mijn achterhoofd; ervan overtuigd dat het hoe dan ook waar was wat er in stond, maar niet bereid of in staat om dat uit te zoeken; ongelukkig en ontevreden met de lage dunk en vergetelheid die de schrijver ten deel waren gevallen.

               Toen De Goelag-archipel verscheen was Kravchenko volledig vergeten, maar in het kielzog van Solzjenitsyn veranderde dat, tenminste in Frankrijk. Daar verscheen in 1980 een nieuwe editie van J'ai choisi la liberté, in 1982 gevolgd door L'af­faire Kravchenko, door Guillaume Malaurie[1], een monografie over Kravchenko en vooral over het proces dat hij in 1948 aanspande tegen het communistische weekblad Les lettres franç­aises. Les lettres françaises had in november 1947 geschreven dat I chose freedom gefabriceerd was door de Amerikaanse OSS (de voorgan­ger van de CIA) en geheel uit leugens bestond. Bron van deze aantijging was een oud-agent van de OSS, Sim Thomas. Sim Thomas is nimmer gevonden; dertig jaar later bekende de toen­malige directeur van Les lettres françaises dat Thomas niet had bestaan en dat het interview met hem een falsificatie was. Dit artikel was het hoogtepunt in een lastercampagne die, zo heb ik gemerkt, de walm van groezelige onbetrouwbaarheid heeft opgeroepen die altijd om Kravchenko en zijn boek is blijven hangen.

               De rechtbank gaf alle ruimte aan aangeklaagde en klager om hun zaak met getuigenver­klaringen te ondersteunen. Beiden maakten daarvan ruimschoots gebruik, vooral Les lettres franç­aises. Een stemming werd geschapen waarin Kravchenko van aanklager aangeklaagde leek te zijn geworden. Nobelprijs­win­naar professor Joliot-Curie, fameuze fellow-travellers als de Rode Deken van Canterbury en de Labour-parlemen­tariër Konni Zillia­cus, vier oud-ministers, verzetshelden, een Franse generaal, Roger Garaudy - zij allen kwamen vertellen dat Kravchenko loog, dat er in de Sovjetunie geen slavenarbeid en geen concentra­tiekampen bestonden en ook niet zouden kunnen bestaan. Het niveau van verweer lag op het niveau van aantij­gingen dat Kravchenko voor Hitler had gewerkt - een aantijging die werd waargemaakt met de constatering dat zijn boek in afleveringen was verschenen in de kranten van het Hearst-syndicaat. Welnu, in die kranten waren voor de oorlog ook artikelen van Goering gepubliceerd!

                  Moskou doet mee: de eerste vrouw van Kravchenko wordt naar Parijs gestuurd om tegen hem te getuigen. Ze wordt over­haast teruggehaald als ze in elkaar stort na een kruisverhoor waarin haar ontkenning dat haar vader is gedeporteerd wordt ontzenuwd. Een oorlogsheld van het Rode Leger als generaal Roedenko, aanklager bij de Neurenbergse Processen, vergaat het in de getuigenbanken niet veel beter.

               Maar de getuigen van Kravchenko hebben het ook niet gemakkelijk. Margarete Buber-Neumann, de weduwe van de ver­moorde Duitse communistenleider Heinz Neumann, die de concen­tratiekampen van zowel Stalin als Hitler had overleefd en daarover uit de eerste hand kon berichten, werd gevraagd wat haar als Duitse bezielde, om voor een Franse rechtbank nazis­tische gruwelpropaganda te vertellen over de Sovjetunie, waarvan de troepen haar notabene uit Ravensbrück hadden be­vrijd!

               Kravchenko won zijn zaak. Maar de schadevergoeding die hem - in hoger beroep - werd toegekend bedroeg het symbolische bedrag van één (oude) franc. Les lettres françaises had vol­gens het vonnis Kravchenko geen 'verrader' mogen noemen, maar het stond het blad vrij 'd'exprimer la juste et sévère réprob­ation qui accompagne toujours du point de vue national celui qui abandonne son pays ainsi que sa mission'. De rechtbank achtte zich incompetent over de aard van het Sovjetrussische regime te oordelen, maar vond wel dat Kravchenko in zijn boek de grote economische presta­ties van dat land had genegeerd. Dat stempelde J'ai choisi la liberté minder tot een historisch document dan tot een pam­flet, meldde het vonnis.

               Uiteindelijk lijkt het proces waarin de authenticiteit en waarheidsgetrouwheid van zijn boek overduidelijk werden bewe­zen, hem niets te hebben geholpen. In haar autobiografie tekent Simone de Beauvoir over Kravchenko en het proces aan: 'un homme douteur, menteur et vénal, ses témoins suspects, bref, une opération anticommuniste organisée par Washing­ton'. Haar oordeel was lange jaren symptomatisch voor dat van vooruitstrevende intelligentsia, niet alleen die in Frankrijk. Zelfs Camus moest niets van hem hebben: 'De vrijheid kiezen, dat is niet op de manier van Kravchenko profiteur van de bourgeoisie worden in plaats van van het Sovjetregime'. Geschreven in 1953.

               Met Kravche­nko is het triest afgelopen. Zijn volgende boek werd geen bestseller; in 1952 vertrekt hij naar Peru, waar hij in de mijnbouw een fortuin vergaart en nog sneller verspeelt. Terug in New York leidt hij een eenzaam leven. Als Victor Kravchenko op 24 februari 1966 zelfmoord pleegt in een New Yorkse hotel­kamer waar hij onder de naam 'Peter Martin' ver­blijft, wordt in niet eens de slechtste kranten van het Westen de roddel en achterklap over hem en zijn boek nog eens her­haald.

 

Obiter dicta nr. 4, Maatstaf 1990, 4.

 

1. Guillaume Malaurie, L'Affaire Kravchenko, Paris 1982.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Maatstaf
Datum verschijning
01-06-1990

« Terug naar het overzicht