De grenzen van Europa


Elsevier 18-12-2004

Volgens sommige historici is de opkomst van Europa voor een groot deel toe te schrijven aan zijn geografie. Geen ander werelddeel kent zo’n lange kustlijn, met zoveel inhammen en binnenzeeën. Pas aan het eind van de negentiende eeuw werd verkeer over land een serieus alternatief voor dat over zee. De lange kustlijn bevorderde zo eeuwenlang arbeidsdeling, handel en de verspreiding van kennis en kunde in een mate die wereldhistorisch uniek was.

De lange kustlijn vormde ook een natuurlijke grens aan drie kanten. Maar toen niet en nu niet zijn geografische grenzen identiek met politieke, culturele en economische. Noord-Afrika en een groot deel van het Midden-0osten maakten eeuwenlang deel uit van het Romeinse Rijk. Algerije was een Franse provincie, voor het in 1964 onafhankelijk werd. IJsland is Europees, omdat het vanuit Europa is gekoloniseerd; geografisch is het eerder Amerikaans. Tussen de vijftiende en de twintigste eeuw was de zogenaamde natuurlijke grens in het Zuid-Oosten van geen enkele belang; de Zwarte Zee en de Egeïsche Zee waren toen binnenwateren van het Osmaanse Rijk, niet een afgrenzing van Europa.

Kortom, zo ‘natuurlijk’ als meestal wordt voorgesteld zijn deze grenzen van Europa niet. Maar toch ligt tot op de dag van vandaag het grootste twistpunt bij de oostgrens van ons werelddeel. Vanaf de Oudheid is eeuwenlang gedacht dat deze werd gevormd door de rivier de Don. Deze stroomt van Noord naar Zuid en mondt uit in de Zee van Azov, bij het schiereiland de Krim aan de Zwarte Zee. Alleen via deze zee was dit gebied, de huidige Oekraïne, toen toegankelijk. Noordelijker belemmerden moerassen en steppen verkeer tussen Oost en West. 

Het vorstendom Moskou, later Rusland, lag buiten het zo afgegrensde Europa. Dat veranderde toen czaar Peter de Grote, na een lang verblijf in de Republiek der Verenigde Nederlanden, besloot van Rusland een Europees land te maken. Hij verplaatste de hoofdstad naar de oevers van de Oostzee, waar hij Sint Petersburg liet bouwen. De Russische vlag werd geïnspireerd door die van de Republiek: wit-blauw-rood, maar Peter stierf voor hij uitvoering had kunnen geven aan zijn voornemen van het Nederlands de landstaal te maken. Toen had hij al wel het Oeral-gebergte aangewezen tot de grens tussen het Europese en het Aziatische deel van zijn rijk. 

De keuze van Peter de Grote is beklijfd, hoe willekeurig deze ook is. Economisch, politiek en cultureel vormt de Oeral helemaal niet een grens. Geografisch ook niet.. Gebergte is eigenlijk een groot woord, de gemiddelde kamhoogte ligt tussen de 450 en 500 meter. Een formidabele barrière voor verkeer tussen Oost en West vormt het ook al niet.

De kwestie van de grenzen van Europa heeft in de afgelopen jaren steeds meer een politieke in plaats van een geografische betekenis gekregen. Want de vraag hoever de uitbreiding van de Europese Unie kan gaan, wordt niet in de laatste plaats uitgevochten met argumenten die de geografische afbakening van het werelddeel betreffen. Dat Turkije maar voor een gering deel in het geografische Europa ligt, wordt met graagte door tegenstanders van toetreding aangevoerd, waarna ze er het zwijgen toe doen over het gegeven dat in dat Europese deel wel de belangrijkste stad van het land ligt. 

De laatste weken spitst de discussie zich toe op het Oosten van Europa toe. De belangrijkste staat daar is Oekraïne. Bij de desintegratie van de Sovjet-Unie slaagden de oude partijbonzen ter plaatse erin de onafhankelijkheid door te drijven en in de nieuwe staat gold tot nu toe dan ook volledig het dictum van Marx dat de regering het uitvoerend comité van de heersende klasse is.

Nu de verschillen tussen West- en Oost-Oekraïne een politiek karakter dreigen te krijgen, zal het wel niet lang meer duren voor de rivier die beide delen scheidt, de Don, weer tot grens van Europa wordt uitgeroepen.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
18-12-2004

« Terug naar het overzicht