De kluts kwijt

De VVD hoopt met ‘ politieke vernieuwing’ stemmen te winnen, maar staat in de peilingen al onder de SP.

Zijn naam is mij niet bijgebleven, wel de rancuneuze toon die de nieuwe voorzitter van D66 in een radioprogramma tegen die van de PvdA, Ruud Koole, aansloeg. Natuurlijk ging het over ‘ politieke vernieuwing’, waarvan het referendum een geweldig onderdeel heette te zijn. Schandelijk was het ook dat de Eerste-Kamerfractie van de PvdA tegen de rechtstreeks gekozen burgemeester had gestemd, terwijl Wouter Bos vóór was.

Koole kreeg de kans niet in herinnering te roepen dat D66 oorspronkelijk helemaal geen voorstander van referenda was en dat de Eerste-Kamerfractie van de PvdA zich aan het verkiezingsprogramma hield en niet aan de privé-opvatting van Bos.

Dit kleine incident is er één uit vele die duidelijk maken dat te veel politici de kluts volkomen kwijt zijn. De reacties van regering en veel politieke partijen op het rampzalige referendum over de zogenaamde Europese grondwet vormen daarvan het trieste bewijs. Ze vonden het allemaal – met een paar honorabele uitzonderingen – prachtig. Een feest voor de democratie! Dat moeten we meer doen! Kerncentrales! Rekeningrijden! Stierenvechten! – in Spanje.

Ik bespeurde bij al die politici niets van een serieuze reflectie op de uitslag van het referendum. De meesten wisten niet hoe diep ze voor de kiezer moesten buigen. Ze hadden er immers helemaal naast gezeten. De Tweede Kamer had namelijk in beginsel met ‘ het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa’ ingestemd, in bijna dezelfde verhouding als de verhouding waarmee de kiezers het hadden afgewezen. Want dat is de feitelijke betekenis van het referendum.

Uit allerlei onderzoek blijkt dat de overgrote meerderheid zich door geheel andere motieven heeft laten leiden dan door de vraag die in het referendum moest worden beantwoord: is het nieuwe verdrag beter dan het bestaande Verdrag van Nice? Maar die conclusie kan uit de uitslag van het referendum helemaal niet worden getrokken. Niemand weet waar een stem vóór of tegen op was gebaseerd. De politieke conclusies die nu allerwegen worden getrokken, zijn niet gebaseerd op de uitslag, maar op opiniepeilingen over het stemgedrag.

Maar hoe zit het dan met ‘ de kloof’ tussen kiezers en gekozenen? Werd deze nu niet overduidelijk geïllustreerd doordat ‘ het volk’ in grote meerderheid tegen de zogenaamde grondwet stemde, terwijl zijn vertegenwoordigers in de Tweede Kamer in overweldigende meerderheid vóór waren? Zie je wel: ‘ de politieke elite’ weet niet wat onder ‘ het volk’ leeft?

De socioloog Jacques van Doorn gaf daar vorige week in Trouw het juiste antwoord op. In de Kamer werd een afweging gemaakt tussen de voor- en nadelen van ‘ het grondwettelijke verdrag’, in het referendum ging het om een veelheid van onderwerpen, variërend van de euro tot de mogelijke toetreding van Turkije.


Een klein terzijde: als het doel van een referendum is aan te tonen dat de volksvertegenwoordigers precies dezelfde mening zijn toegedaan als het volk, wat is dan de zin ervan? Is de vertegenwoordigende democratie er niet op gebaseerd dat niet iedereen zich voortdurend met alle politieke en publieke kwesties wil en kan bezighouden? Mij komt het voor dat een referendum alleen zin heeft als partijen in het parlement intern zozeer verdeeld zijn dat een rechtstreekse uitspraak van de kiezers wenselijk is.

Politieke vernieuwing! Dat is een congres van D66, waar elk lid dat de reiskosten kan en wil betalen, naartoe kan gaan. Bij het laatste kwam ruwweg een kwart van de leden opdraven. Ze dienden op die zaterdagmiddag ruim 25 moties in. Volgens de regels van de democratie hadden die in volgorde van verstrekkendheid moeten worden besproken. Maar de enige motie die in stemming werd gebracht, was de minst verstrekkende, die van het bestuur van D66. Niemand van de aanwezigen protesteerde. De partijbonzen kwamen met de schrik vrij.

De VVD heeft als ‘ politieke vernieuwing’ intern de vertegenwoordigende democratie ook afgeschaft. Elk lid kan stemmen op de algemene ledenvergadering. Dat was drie weken geleden het geval, toen een kleine zevenhonderd van de tienduizenden leden van de partij met een kleine meerderheid voor een rechtstreeks gekozen burgemeester en een gekozen minister-president stemden. De VVD hoopt zo stemmen te winnen, maar staat in de peilingen al onder de SP.

Mijn stelling is dat het probleem van de Nederlandse politiek niet zozeer een kwestie is van staatsrechtelijke veranderingen (‘ vernieuwingen’), als wel van de kwaliteit van de politici die ons hoe dan ook vertegenwoordigen. Het gebrek aan lef en het opportunisme dat de meesten, van de premier tot het merendeel van de Kamerleden, na het referendum tentoonspreidden, beschouw ik als een dikke streep onder die stelling.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
09-06-2005

« Terug naar het overzicht