DE LOGICA VAN DE OORLOG

In de verkiezingsstrijd die net achter ons ligt, speelde de buitenlandse politiek geen rol, en de oorlog met Irak al helemaal niet. Slechts in een debat, tussen CDA-minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer en kamerleden, kwam de mogelijke Nederlandse steun aan een Amerikaanse aanval ter sprake. Door de onvaste gespreksleiding van Paul Witteman en Ferry Mingelen werd niet duidelijk welke toezeggingen de demissionaire regering heeft gedaan. In het naar binnen gekeerde Nederland wordt veiligheid afhankelijk gemaakt van het aantal veroordeelden per cel.

Het ziet er nu naar uit dat de oorlog nog voor de kabinetsformatie uitbreekt. Amerika is duidelijk van plan de route van de Verenigde Naties (VN) te verlaten, die in september vorig jaar werd ingeslagen na veel onderling gekrakeel in de regering, nu de rapportage van de VN-inspecteurs geen bewijs over aanmaak en bezit van Iraakse massavernietigingswapens bevat. Onder deze omstandigheden is er geen meerderheid in de Veiligheidsraad die het groene licht voor een aanval op Irak wil geven.

In Washington is een paar weken geleden alvast een andere toon aangeslagen. Zegslieden van het Witte Huis leggen bij voortduring op vermoeide toon uit dat iedereen het verkeerd heeft begrepen. De casus belli tegen Saddam Hoessein is niet zijn massavernietigingswapens 'die misschien wel nooit gevonden zullen worden'. Dat hij zich niet heeft gehouden aan VN-resoluties, dat is de reden om hem de oorlog te verklaren.

Het Witte Huis staat alleen in deze zonderlinge interpretatie, die bovendien volledig in strijd is met het verhaal waarmee president George W. Bush de Amerikanen en de wereld een jaar lang bang heeft gemaakt: de dreiging van Iraakse massavernietigingswapens, waarvan hij het bestaan helemaal niet heeft kunnen aantonen. De Amerikaanse regering kan anderen dan ook niet overtuigen.

Zelfs de NAVO, die twee weken geleden is verzocht om steun aan een Amerikaanse oorlog tegen Irak, ook buiten de Verenigde Naties om, heeft dat verzoek niet ingewilligd. Frankrijk, Duitsland, Belgie en Luxemburg voelen daar niets voor, maar de afgetreden regering-Balkenende dus wel. Parijs en Bonn hebben daarop te horen gekregen dat zij 'voor de loyaliteitstest waren gezakt', want wie niet kritiekloos achter deze Amerikaanse regering aanloopt, deugt niet. De Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld sprak geringschattend over het 'oude Europa', in tegenstelling tot de nieuwe NAVO-leden in Oost-Europa, die wel in de houding springen als hij het zegt.

Op de achtergrond van de komende oorlog speelt het feit dat de politieke besluitvorming steeds sterker wordt ingehaald door de militaire realiteit, namelijk die van de opbouw van een omvangrijke Amerikaanse strijdmacht rond Irak. Vier divisies van de landmacht en een grote eenheid van het Korps Mariniers zijn al aanwezig. Binnenkort maken vijf carrier groups in de Perzische Golf het gemis aan luchtmachtbases op het land goed. De Britse premier Tony Blair heeft besloten zo ongeveer alle inzetbare eenheden van het Britse leger naar het Midden-Oosten te sturen. Overigens tegen de stemming in van zijn regering, zijn partij en de bevolking - een mooi voorbeeld van de democratische voordelen van een gekozen minister-president.

Zodoende is er sprake van een enorme druk (Sachzwang zouden de Duitsers zeggen) om op korte termijn de oorlog tegen Irak te beginnen. Zowel vanuit logistiek en operationeel als vanuit financieel oogpunt is het namelijk niet goed denkbaar een dergelijke strijdmacht tot maandenlang nietsdoen in de woestijn te veroordelen. Wij bevinden ons daarom al in wat de Franse president Francois Mitterrand bij de vorige Golfoorlog (1991) omschreef als 'de logica van de oorlog'.

Is deze logica nog te vervangen door een logica van de vrede? Ik ben daar somber over. Vanaf Bush' aantreden wordt de voornaamste factie in de Amerikaanse regering gevormd door haviken, die zelfs onder president Ronald Reagan geen kans kregen het beleid te bepalen. Zij zijn uit op oorlog tegen Irak, vinden internationale afspraken en verdragen onzin, zien bondgenoten als vazallen, minachten de Verenigde Naties en vertrouwen op Amerika's militaire macht als het voornaamste instrument van een politiek gericht op onbelemmerde suprematie in de wereld.

De factie die Amerika's belangen beter behartigt, gelooft in een wereld waarin de Verenigde Staten invloed uitoefenen op basis van gezag en overtuigingskracht, in plaats van op basis van brute militaire macht. Deze zwakkere lijn wordt aangevoerd door Amerika's voormalige topmilitair Colin Powell - de haviken zijn allemaal burgers. President Bush wordt door zijn aanhangers afgeschilderd als de vastberaden leider die uit de verschillende opties die hem worden voorgelegd, steeds de juiste keus maakt. Zelf beroept hij zich erop dat hij niks van de zaak hoeft te weten, maar op instinct en intuitie beslist. Dat verklaart zowel de inconsistenties in de Amerikaanse politiek (nu eens unilateraal, dan weer multilateraal) als het gebrek aan argumentatie dat Bush ook nu weer demonstreert. Angstaanjagend.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
01-02-2003

« Terug naar het overzicht