De macht van de sterke?

Er is sprake van een groeiende afstand tussen Europa en de Verenigde Staten sinds president Bush jr aan de macht is gekomen. Volgens de Amerikaan Robert Kagan, verbonden aan de Carnegie Stichting voor internationale vrede, is dit echter een onvermijdelijke gang van zaken. In een artikel dat aan beide zijden van de Atlantische Oceaan heftig besproken wordt, betoogt hij dat de VS en Europa op geheel verschillende wijze tegen de wereld en de wereldpolitiek aankijken en dat dit het logische gevolg is van hun verschil in militaire macht.

            De Verenigde Staten menen dat ze in ´de staat der natuur´ leven die de Engelse filosoof Thomas Hobbes beschreef in zijn meesterwerk Leviathan (1651). Daar telt alleen macht en geweld in het onderling verkeer en is het menselijk bestaan ‘afstotelijk, beestachtig en kort´. Europa daarentegen ziet de wereld als de verwerkelijking van de eeuwige vrede die de Pruisische wijsgeer Immanuel Kant in zijn gelijknamige werk (1795) als gewenste uitkomst van de gang der geschiedenis voorstelde.

Dit verschil in visie vloeit voort uit verschil in macht. Na het einde van de Koude Oorlog zijn de Verenigde Staten niet alleen de enige ‘supermogendheid’, er is ook geen tegenstander die zich er militair mee meten kan. In zo’n situatie kunnen de VS ongestoord in de wereld optreden. Sinds de Koude Oorlog hebben zij inderdaad vaker militair geïntervenieerd dan tijdens. Amerika heeft de macht en wil die gebruiken.

Europa heeft zich in tegenstelling tot wat sommigen verwachtten niet tot een militaire supermogendheid ontwikkeld en kan zich daarom ook niet zo als zodanig gedragen. Vandaar dat het zijn politiek niet op militair vermogen baseert, maar op samenwerking, internationale afspraken, diplomatie en volkenrecht, om zo de eigen veiligheid te verzekeren. Europa moet wel, stelt Kagan. Voor de VS ligt het anders: multilateralisme, het meewerken op basis van internationale rechtsregels gaat ten koste van de eigen vrijheid van handelen. Het Hobbesiaanse wereldbeeld van de VS komt voort uit zijn eenzame positie als wereldmacht –‘een internationale sheriff, die weliswaar zichzelf heeft aangesteld, maar in brede kring wordt verwelkomd, die vrede en rechtvaardigheid probeert af te dwingen in wat Amerikanen zien als een wetteloze wereld waarin bandieten  verdelgd of afgeschrokken moeten worden.’

Aldus levert Kagan een intellectuele verklaring van de kloof tussen de VS en Europa die diepere oorzaken aanwijst dan de toevallige bewoner van het Witte Huis. Behalve een verklaring is het echter ook een rechtvaardiging van de Amerikaanse politiek, al eindigt Kagan met de hoop dat de VS zich voldoende over hun Hobbesiaanse onveiligheid heen kunnen zetten om een internationale rechtsorde te aanvaarden en aan de dag te leggen. wat de stichters van de republiek ‘a decent respect for the opinion of mankind’ noemden.

Zoals gezegd heeft dit betoog in de Atlantische wereld diepe indruk gemaakt. Niet op mij. Ik vind dat het aan alle kanten rammelt. Het begint er al mee dat Kagan Amerika gelijk stelt met de huidige regering. Vergeten is hij dat in 1991 de Amerikaanse volksvertegenwoordiging met maar een minieme verschil de oorlog tegen de Irak goedkeurde en dat de Britse premier, Margaret Thatcher, eraan te pas kwam om president Bush sr ertoe te brengen niet in de Iraakse verovering van Koeweit te berusten.

Het contrast tussen een Hobbesiaanse en een Kantiaanse visie deugt niet. Machtspolitiek is nooit een kwestie van één tegen allen met militair geweld, maar speelt zich altijd af in een wereld waar geschreven en ongeschreven gedragsregels bestaan, die juist ten voordele kunnen worden gebruikt. Dat demonstreert Kagan wanneer hij zich in de beeldspraak over Amerika als sheriff verstrikt. Diens optreden heeft immers alleen maar zin en betekenis als het gebaseerd is op de wet die voor iedereen geldt.

Tenslotte overschat hij de positie van de VS. Militaire macht is niet doorslaggevend, zoals de aanslag op de Twin Towers in New York aantoonde. Los daarvan is het beroep op militaire middelen een zwaktebod - een werkelijk sterke staat hoeft daartoe niet zijn toevlucht te nemen, omdat zijn reputatie van macht voldoende is om mogelijke tegenstanders bij voorhand tot inbinden te brengen.

Oorlog in plaats van diplomatie is tenslotte een kostbare aangelegenheid. De Tweede Wereldoorlog konden de VS zelf betalen. De oorlog in Indochina leidde tot stagflatie en de val van de dollar. De Golf-Oorlog moest voor bijna 80 procent bekostigd worden door andere staten dan de VS. Daarnaast zijn de VS geen eiland, noch een ‘rogue elephant’ die alleen en ongestoord zijn gang kan gaan, terwijl de bange Europeanen de gordijnen dichtdoen. De aanstaande oorlog van Bush jr is tegen Irak niet alleen een ongewis militair avontuur, maar ook een bedreiging van de wereldeconomie, waarvan de Amerikaanse nog steeds de kern vormt.

Kagans essay over de macht van de sterke laat zich zo vooral lezen als een waarschuwing over heersende misvattingen in Washington.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
10-08-2002

« Terug naar het overzicht