De modelallochtoon

Allerwegen is afstand genomen van de voorgenomen en aangekondigde moord door islamitische fundamentalisten van niet nadere benoemde origine op de Nederlandse staatsburger Ayaan Hirsi Ali, wetenschappelijk medewerkster van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau ten dienste van het socialisme. Daardoor valt het des te meer op dat de kampioen van het ‘herstel van waarden en normen’, minister-president Balkenende, zich over deze doodsdreiging even muisstil houdt als hij deed in het geval van die tegen PvdA-lijsttrekker Ad Melkert.

            Ditmaal deden ook organisaties van hier gevestigde Turken en Marokkanen van islamitische signatuur afstand van deze aantasting van de democratie. Zij moesten daartoe wel uitdrukkelijk worden opgewekt, met name door de verklaring van het PvdA-bestuur  van een week geleden. (Ik memoreer dit maar, omdat ik in de kranten heb gelezen dat de PvdA zich over deze zaak stil hield. Dat is niet zo, al is die verklaring vrijwel nergens in de media vermeld.)

            De betuigingen van solidariteit aan Ayaan Hirsi Ali zijn aan de ene kant hartverwarmend, zeker ook voor haarzelf, die zich nu opgejaagd wild weet op grond van het uiten van weldoordachte en goed onderbouwde opvattingen over de mislukte integratie van immigranten uit islamitische landen. Maar voor een deel zijn die betuigingen ook gratuit of weinig overtuigend. Dat geldt zeker voor die uit de hoek van islamitische immigranten. Net als na 11 september vorig jaar moesten zij tot afstand nemen uitgenodigd worden – van eigen initiatief was geen sprake. Dan nog vraag ik mij af of het om meer gaat dan een ritueel gebaar in de richting van de Nederlandse samenleving. De formule luidt dat de vrije meningsuiting niet mag worden aangetast, ook al is men het niet met Ayaan Hirsi Ali eens.

            Dit zalvende betoog dient vooral om wat zij te berde brengt en heeft gebracht tot onbeduidend te verklaren, en wel volgens twee strategieën. De eerste is haar op te sluiten in haar afkomst en achtergrond. Ayaan Hirsi Ali is ooit gevlucht uit Somalië en dat wordt nu gebruikt als argument alles wat zij zegt tot Somalië te reduceren. TV-programma ‘Buitenhof’ wist afgelopen zondag niks anders te bedenken dan tegen de afwezige Ayaan een in Nederland verblijvende Somalische schrijfster in te zetten, in plaats van iemand die gekwalificeerd was om Ayaan wetenschappelijk en intellectueel weerwerk te bieden. Als ik weer eens in ‘Buitenhof’ optreedt, stelt de redactie vast zeker iemand uit mijn geboortestad Sneek tegen mij op.

            De tweede strategie is haar te diskwalificeren als groepslid., zoals Ahmed Aboutaleb, directeur van het multicultureel instituut Forum, dat afgelopen zondag deed. ‘Het is moeilijk binnen de groep te blijven en de discussie aan te gaan. Het is makkelijker je uit de groep te trekken en vervolgens stevig te pissen in die groep en toch te willen meedebatteren.’

            Aboutaleb is een van onze modelallochtonen. Vrijwel alle grote politieke partijen hadden hem graag als Kamerlid gewild. Dit citaat demonstreert daarom hoezeer het ‘minderhedenbeleid’ averechts heeft gewerkt. Hij gaat er zonder meer vanuit dat iemand als Ayaan geen autonoom individu is, maar lid van een groep. Maar integratie moet nu juist inhouden dat  nieuwkomers in Nederland niet opgesloten blijven in de groep waaruit ze afkomstig zijn, maar zelfstandig besluiten met wie ze omgaan. Aboutaleb heeft gelijk dat het moeilijk is ‘binnen de groep te blijven en de discussie aan te gaan’. Dat heeft hij nooit geprobeerd, en dit is nu juist een centraal thema in het aanhoudende betoog van Ayaan Hirsi Ali: dat al die meer dan 700 rijkelijk gesubsidieerde minderhedenorganisaties nooit en te nimmer de misstanden binnen de eigen groep aan de orde hebben gesteld.

            Voordat zij politieke wetenschappen ging studeren, was zij jarenlang tolk, in asielcentra, blijf van mijn lijf-huizen,  bij juridische procedures. Ze nam waar hoe vrouwen en kinderen uit islamitisch-arabische milieus systematisch en op grote schaal binnen hun eigen ‘groep’ worden achtergesteld en geestelijk zowel als fysiek mishandeld. Zij tekende op hoe deels door de overheid gesubsidieerde instellingen kinderen opleiden in antirechtsstatelijke en antidemocratische opvattingen.

            Het signaleren van zulke ontwikkelingen is voor de zogenaamd verlichte Aboutaleb ‘pissen op de eigen groep’, een onthullende beeldspraak. Dat is een ontkenning van het vanzelfsprekende recht van Ayaan Hirsi Ali om als Nederlands staatsburger te zeggen wat zij vindt. Het is ook een bevestiging van de kern van haar betoog: dat het minderhedenbeleid in Nederland niet gericht is op de integratie en de emancipatie van individuele immigranten, maar juist heeft geleid tot blijvende achterstelling van met name immigranten uit de islamitisch-arabische wereld – die een vruchtbaar milieu voor criminaliteit en politiek-religieus extremisme vormt.  

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
26-09-2002

« Terug naar het overzicht