De paus had volkomen gelijk
De paus had volkomen gelijk
de reacties op zijn betoog voor een wereldwijde dialoog tussen religies op voet van gelijkheid zijn verbijsterend.
De opschudding over de rede van paus Benedictus XVI vorige week in Regensburg is gebaseerd op onnozelheid, kwade trouw of een combinatie van beide. Al die boze en bezorgde reacties zijn afkomstig van lieden die zich in het geheel niet onder het gehoor van zijne heiligheid bevonden.
Ja maar, dan kunnen ze de tekst toch hebben gelezen?
Hadden ze dat gedaan, dan was hun verontwaardiging er niet gekomen. Ik betwijfel echter sterk of het Pakistaanse parlement, de taliban, de Marokkaanse regering, enzovoorts – die allemaal twee dagen na de toespraak unaniem moties aannamen, verklaringen uitgaven en ambassadeurs terugriepen – ook maar een letter van diens rede hadden gelezen. Datzelfde geldt overigens voor al die zelfbenoemde rechters in het Westen, van relischrijfster Karen Armstrong tot de hoofdredacties van The New York Times en de Volkskrant, die vonden dat paus beter zijn mond had kunnen houden.
Het tart de verbeelding dat al deze napraters zo vreselijk benieuwd waren naar een gastcollege van Benedictus XVI bij terugkeer aan zijn oude universiteit. Zijn rede Geloof, rede en de universiteit: herinneringen en overdenkingen heb ik geboeid gelezen. Thema is het verband tussen geloof en rede. Het christelijke geloof heeft, zo begint de paus, vorm en inhoud evenzeer te danken aan bijbelse openbaring als aan het klassieke Griekse denken.
Hij illustreert dit met verwijzing naar de uitgave van een dialoog die waarschijnlijk in de winter van 1391 gevoerd werd door de geleerde keizer Manuel II Paleologus van Byzantium (geen katholiek, dat is velen ontgaan) en een Perzische geleerde over christendom en islam.
In de zevende dialoog stelde de keizer ‘bruusk’ het verband tussen godsdienst en geweld aan de orde: ‘Toon mij dan eens aan wat Mohammed voor nieuws bracht, dan zul je alleen boze en onmenselijke zaken vinden, zoals zijn bevel het geloof dat hij predikte met het zwaard te verspreiden.’ Daarvóór had de paus overigens opgemerkt dat de keizer toch zeker de soera (2.256) uit de Koran moest kennen, die luidt ‘ In godsdienst is geen dwang’.
De keizer gaat dan door met het argument dat verspreiding van het geloof door geweld onredelijk is, en daarom in strijd met de aard van God. Want, en dat is de bijdrage van het Griekse denken aan de christelijke theologie, God en rede kunnen niet met elkaar in strijd zijn. Dit is precies wat het evangelie zegt: ‘ In den beginne was het Woord (logos, dat zowel woord als rede betekent) (...) en het Woord was God.’ Deze convergentie van geloof en rede vormt uiteindelijk de basis van wat volgens de paus ‘ terecht Europa heet’.
Zo’n opvatting contrasteert met het islamitische begrip van een absoluut transcendente God,die niet aan rationaliteit gebonden is, en zelfs, volgens de islamitische theoloog Ibn Hazn, niet aan zijn eigen woord.
Het gastcollege van Benedictus XVI gaat echter verder niet over de islam, maar over de ontwikkeling van het westerse denken, waarbij hij een geleidelijke beperking van het begrip rede constateert. Die leidt ertoe dat godsdienst en rationaliteit steeds verder uit elkaar worden getrokken. De eerste onttrekt zich zo aan de vereisten van de rede, de tweede wordt beperkt tot technisch-wetenschappelijk denken.
Zijn betoog is moeilijk, maar glashelder, en loopt uit op een pleidooi voor theologie als een universitaire discipline die niet louter historisch is, maar zich bewijst als ‘ onderzoek naar de rationaliteit van religie’.
Alleen dan, zo stelt hij, is ‘ een zo noodzakelijke werkelijke dialoog tussen culturen en religies mogelijk’. Want ‘ de westerse opvatting dat het goddelijke buiten de universaliteit van de rede staat, wordt door andere religies in de wereld gezien als een aanval op hun diepste overtuiging’.
Ik vind de reacties op dit prachtige en grondige betoog voor een wereldwijde dialoog tussen religies op voet van gelijkheid zonder meer verbijsterend en door niets te rechtvaardigen. Tenslotte heeft de katholieke kerk allang de pluraliteit van religies als legitiem aanvaard, anders dan de islam, die geloofsafval uitsluit.
De reacties in de islamitische wereld versterken het beeld van de islam als een onredelijke en gewelddadige religie, die als antwoord op woorden met moorden komt. De reacties van ‘verstandige’ mensen in het Westen versterken het beeld van een cultuur die te beroerd is om zijn eigen waarden hoog te houden.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 21-09-2006