De politie waakt, opdat u kunt slapen

Nog dit jaar moet de Amsterdamse gemeenteraad een beslissing nemen over het plan de sluittijden van horeca-ondernemingen (op proef) aanmerkelijk te verruimen. Parool-columnist Bart Tromp nam het op voor de tegenstanders en raakte daardoor in een polemiek verwikkeld met D66-fractieleider Bart Robbers.

Vooral D66 is groot voorstander van de sluittijdenproef omdat 'het vooralsnog nog niet bewezen is dat in alle gevallen verruiming of vrijstelling van de horeca tot extra overlast leidt' (BartRobbers in Het Parool van 26 oktober). Door welke gegevens kan deze partij ervan doordrongen raken dat het allang vaststaat dat die overlast wel toeneemt, en niet zo'n beetje ook?

Daarvoor hoeft men maar kennis te nemen van soortgelijke 'experimenten' in andere steden in Nederland. Als de proef zo werd uitgevoerd dat achteraf ondubbelzinnig kon worden vastgesteld of het experiment tot gevolg had dat de overlast niet groter was geworden, dan was steeds het tegenovergestelde geval. In Leiden, de enige plaats waar de sluittijden onderworpen zijn aan een referendum - het favoriete democratische instrument van D66 - kozen de stadsbewoners tot diepe teleurstelling van de gemeenteraad voor vaste sluittijden.

Amsterdam verschilt van alle andere Nederlandse steden vooral in zijn concentratie van horeca-ondernemingen. Hoe het mogelijk is bij zo'n links stadsbestuur weet ik niet, maar hun aantal is in de afgelopen twintig jaar in het centrum bijna vertienvoudigd. Op grond daarvan is het buitengewoon onaannemelijk dat verruiming van sluittijden juist in Amsterdam wel tot afname van overlast zou leiden.

Dit blijkt ook het oordeel van de Amsterdamse politie. Deze heeft b. en w. desgevraagd geadviseerd over de wenselijkheid van ruimere sluittijden en over de vermoedelijke gevolgen. Haar conclusie laat aan duidelijkheid niets te wensen over: 'Uitbreiding van de openingstijden wordt ten sterkste ontraden.'

Die conclusie volgt dan ook logisch uit de argumentatie: 'Uitbreiding van de openingstijden zal ons inziens leiden tot grotere overlast voor buurtbewoners en opnieuw meer kans op ordeverstoringen, en tot meer klachten over geluidsoverlast en meer alcoholmisbruik. Verlenging van de openingstijden van alcoholvrije zaken (snackbars en fast-foodzaken) zal concentratie van horecabezoekers en jongeren op straat doen toenemen met opnieuw - zoals in het verleden is gebleken - meer kans op onrust en/of ordeverstoringen op straat.'

Het oordeel is gebaseerd op de adviezen van de politiechefs van de districten 2, 3, 4 en 8. Allen wijzen verruiming met kracht af. Zij vrezen ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat, toename van problemen van openbare orde en forse groei van de klachten op milieugebied.

De zonderlinge weekeind-definitie van b. en w., die het al op donderdagavond willen laten beginnen (zodat alleen maandag, dinsdag en woensdag gewone weekdagen zijn), wordt in verschillende adviezen onderuit gehaald. 'Voor de horeca mag het weekend dan op donderdag, beginnen, voor de rest van werkend Amsterdam begint het weekend pas op zaterdag,' schrijft een districtschef sarcastisch.

In de adviezen komt nog een andere element naar voren: de bestaande regelingen om de huidige overlast te bestrijden, schieten nu al in veel opzichten tekort. 'Een (vrijwel zekere) toename van milieuklachten ten gevolge van de invoering van het voorstel zal m.i. dan ook grote organisatorische problemen en (nog) langere wachttijden opleveren,' schrijft een andere districtschef.

Allen wijzen zij erop dat een 'proef' alleen al tot mislukken gedoemd is, omdat het niet mogelijk is alle verwachte overlast te registreren - laat staan ertegen op te treden. 'Ik wijs u erop dat zich in de horeca-concentratiegebieden die zich binnen district 3 en district 2 bevinden ongeveer 1500 tot 2000 horecazaken zijn gevestigd. Met 7 milieuspecialisten die de Milieudienst op dit moment voor metingen binnen deze gebieden beschikbaar heeft, verwacht ik dat onvoldoende garanties kunnen worden geboden voor een adequate handhaving van de geluidsovertredingen,' heet het in een rapport.

Ik zat er dus goed naast toen ik in mijn column in Het Parool van 26 oktober ('Geen recht op nachtrust') de stelling innam dat, naast horeca-ondernemers die zelf niet door de overlast van hun zaken getroffen worden, de politie voorstander van verruiming was. Dat was namelijk wel het geval in andere gemeenten waar deze zaak speelde. Maar de Amsterdamse politie is kennelijk minder naief, of heeft tijdig lering getrokken uit eigen ervaring.

Wie deze adviezen heeft gelezen, begrijpt niet waarom b. en w. van Amsterdam ze genegeerd hebben. Ik ben benieuwd of de gemeenteraad dat volgende week ook zal doen. De zinspreuk van de politie: 'Hij waakt opdat zij slapen,' heeft hier wel betrekking op de burgerij, maar hopelijk niet op hun gekozen vertegenwoordigers. Die behoren waakzaam te zijn voor de beoogde en voorspelde aantasting van het woon- en leefklimaat.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
07-11-1994

« Terug naar het overzicht