De puinhoop van Pim

IN MIJN VORIGE column ging ik er nog van uit dat de LPF uit respect jegens prins Claus ten minste een week de rust in eigen tent zou weten te bewaren, maar dat was een te optimistische prognose. Zelden werd zozeer het gezegde van premier Harold Wilson bewaarheid dat een week in de politiek een lange periode is. De rust duurde nog geen drie dagen en aan het einde van de week waarover ik het had, was het kabinet gevallen, een dag na de bijzetting van de prins in de Nieuwe Kerk in Delft.

In nog geen zes maanden heeft de LPF er een puinhoop van gemaakt: de puinhoop van Pim. Want de oorzaak van dit alles is de onberaden en onverantwoordelijke stap van Pim Fortuijn dit voorjaar met een eigen lijst aan de verkiezingen deel te nemen, nadat hij met Leefbaar Nederland had gebroken.

Fortuijn ja, want zo heette Pim officieel. Fortuyn is om zo te zeggen zijn artiestennaam. Misschien is het tekenend dat alle media nu al sinds jaar en dag deze foute spelling hanteren, terwijl nog niet zo lang geleden een burgemeester in Zeeland zich onmogelijk maakte door op soortgelijke wijze zijn achternaam op te sieren.

Fortuijn dus was niet geinteresseerd in een partij of een lijst, alleen maar in zichzelf. De wijze waarop de lijst voor de Kamerverkiezingen werd gevuld, was van dien aard dat lijsttrekker Fortuijn zelf openlijk de kwaliteit ervan in twijfel trok - alsof hij daar niet zelf verantwoordelijk voor was.

Na de moord brachten 1,6 miljoen kiezers hun stem uit op een lijst zonder lijsttrekker en zonder programma. Zij meenden te hebben gekozen voor een niet nader omschreven 'nieuwe politiek' en hebben hardhandig moeten leren dat een gezelschap avonturiers en opportunisten zonder achterban en organisatie geen serieuze politieke formatie oplevert.

Veelvuldig wordt de laatste jaren gesproken over 'het einde van de politieke partij'. In de plaats daarvan zou een democratie moeten komen waarin personen een centrale rol spelen. De LPF heeft overtuigend gedemonstreerd waar dat op uitloopt. Kenmerkend is dat de opeenvolgende ruzies binnen en buiten de fractie - met het ene ongekozen partijbestuur dat het andere ongekozen bestuur verdrong, met halve en hele scheuringen en afscheidingen binnen de fractie en uiteindelijk met twee LPF-ministers die elkaar niet konden luchten of zien - nooit gingen over een inhoudelijk meningsverschil maar altijd over personen.

De LPF trad aan met grote woorden over 'normen' en 'waarden'. Maar zij introduceerde een aaneenschakeling van onfatsoen in de politiek. De partij stelde ministers voor die na de verkiezingen waren overgelopen van het CDA, de VVD en de PvdA naar de LPF. Ze kwam met een minister van Economische Zaken wiens bedrijf wegens fraude was veroordeeld, stelde een staatssecretaris voor die loog over haar verleden en wist daarna voor de portefeuille Emancipatie en Gezinszaken iemand te vinden die als beroep had voor de alcoholindustrie de jeugd aan het drinken te krijgen. De eerste fractieleider, die had gelogen over zijn cv, werd niet daarom tijdens zijn vakantie vervangen door een ander. In de Tweede Kamer vielen LPF-fractieleden op door hun onbeschoftheid.

Aan de puinhoop van Pim is echter ook hartelijk meegewerkt door het CDA en de VVD. De VVD was met de PvdA de grote verliezer bij de verkiezingen, maar koos toch voor deelname aan een regering die zich diametraal keerde tegen de vorige, gedomineerd door de VVD. Een minderheidsregering van de twee grote winnaars, LPF en CDA, werd niet serieus overwogen, hoewel alleen dat recht zou hebben gedaan aan de verkiezingsuitslag. Tot gisteren heeft de VVD op geen enkele manier afstand genomen van het onfatsoen en de onverantwoordelijkheid van de LPF.

Dit laatste geldt nog sterker voor Jan Peter Balkenende. Hij faalde in de formatie en hij heeft gefaald als minister-president. In de formatie leverde hij het progressief-christelijke programma van het CDA, waaraan hijzelf zozeer had bijgedragen, in voor regeermacht en een rechts regeerakkoord. Hij negeerde de wijze raad van het rapport-Gardeniers, waarin staat dat de leider van het CDA er beter aan doet in de Tweede Kamer te blijven.

Als minister-president heeft Balkenende nagelaten duidelijk te maken dat de LPF alleen als regeringspartner acceptabel was als zij afstand nam van de sfeer van bedreigingen jegens politici en zich als een fatsoenlijke partij zou gedragen. Hij liet zich schofferen door LPF-minister Herman Heinsbroek van Economische Zaken, tolereerde de aaneenschakeling van losse flodders en proefballonnen - overgaand in openlijk gekift tussen LPF-ministers - die de eenheid van het regeringsbeleid aantastte. Hij deed geen enkele poging LPF-ministers tot de orde te roepen en beantwoordde nog geen twee weken geleden Kamervragen over de stabiliteit van het kabinet met een ansichtkaart die duidelijk moest maken dat er niets aan de hand was - een demonstratie van vlerkerigheid die illustreert dat hij niet beschikt over het politieke gewicht en de politieke stijl die zijn ambt vereist.

Balkenende heeft in deze maanden de puinhoop nog groter gemaakt en zich gediskwalificeerd als minister-president.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
17-10-2002

« Terug naar het overzicht