DE SLAG OM BAGDAD; VOORSPELLING KOMT UIT

Twee weken geleden stierf op 92-jarige leeftijd Robert King Merton. Hij was een van de belangrijkste sociologen van de twintigste eeuw, omdat hij erin slaagde inzichten uit de sociologie zo te verwoorden dat ze gemeengoed zijn geworden. Een goed voorbeeld daarvan is de door hem beschreven self-fulfilling prophecy, de zichzelf waarmakende voorspelling. Als mensen geloven dat iets het geval is, dan heeft dat reele gevolgen, ook al klopte dat geloof helemaal niet. Een bank kan nog zo solide zijn, als het gerucht zich verspreidt dat de bank zijn verplichtingen niet kan nakomen, en dit gerucht wordt geloofd, dan zal die bank failliet gaan. Geen enkele bank beschikt immers over voldoende liquide middelen als iedereen tegelijkertijd zijn tegoed opeist.

Een actuele demonstratie van Mertons ontdekking biedt de kwestie-Irak. De oorlog die de Verenigde Staten vorige week tegen het Irak van Saddam Hoessein zijn begonnen, heeft twee 'voorspellingen' zo niet waargemaakt, dan toch kracht bij- gezet.

De eerste is die van de Amerikaanse politiek columnist Robert Kagan, die vorig jaar furore maakte met een artikel over wereldpolitiek, dat hij inmiddels heeft opgeblazen tot een nu ook in het Nederlands vertaald boekje, Balans van de macht (De Bezige Bij).

Indertijd (Elsevier, 31 augustus 2002) heb ik commentaar geleverd op Kagans stelling dat de Verenigde Staten en 'Europa' een geheel verschillende kijk op de wereldpolitiek hebben. Terwijl Europeanen het interstatelijk verkeer zouden zien als onderworpen aan regels en wetten, beschouwen de Amerikanen volgens Kagan de internationale politiek als een anarchie waarin alleen het recht van de sterkste telt.

Kagan is een van de oprichters van het Project for the New American Century (PNAC), een organisatie die als doelstelling heeft het bevorderen van een Amerikaanse hegemonie in de wereld. Veel vooraanstaande leden van de nu zittende Amerikaanse regering hebben bij de oprichting van het PNAC in 1997 het protocol met dit uitgangspunt ondertekend.

De tweede 'voorspelling' komt voor rekening van de huidige president, George W. Bush. Nadat deze in zijn voornemen een einde te maken aan het bewind van Saddam Hoessein in september vorig jaar alsnog de weg van de Verenigde Naties had ingeslagen, heeft hij dit instituut herhaaldelijk gewaarschuwd voor 'irrelevantie', wanneer het 'zijn verantwoordelijkheid' niet zou nemen. Dat was nogal opmerkelijk, omdat Bush tot dan toe niet had laten merken ook maar enig belang te hechten aan de volkerenorganisatie - zoals de Verenigde Naties, een verband van staten, nog altijd heten.

In beide gevallen gaat het om een diagnose, een constatering van een stand van zaken, die echter niet onbetwist is. Daarin verschilt de sociale werkelijkheid nu eenmaal van de fysieke. 'Warmte' kan worden afgelezen op een thermometer. Daarover is geen discussie mogelijk. Maar 'spanning' tussen staten is niet objectief te meten.

Robert Kagan beschikt niet over de mogelijkheid ertoe bij te dragen dat zijn definitie van de internationale politiek als anarchie ook werkelijk in overeenstemming is met de werkelijkheid. Voor George W. Bush ligt dat anders. Zijn waarschuwing voor de mogelijke irrelevantie van de Verenigde Naties betekent dat bij zijn gelijk Kagans definitie klopt. Maar zijn waarschuwing was - anders dan die van Kagan - niet die van een waarnemer zonder invloed op de gebeurtenissen. President Bush kon zelf uitmaken of zijn diagnose klopte. En dat heeft hij ook gedaan. In september koos hij ervoor - waarschijnlijk onder invloed van de Britse minister-president Tony Blair - via de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met Saddam Hoessein af te rekenen.

Dit leidde na veel palavers tot resolutie 1441, die Saddam Hoessein een laatste kans bood afstand te doen van zijn massavernietigingswapens. Anders zou dat 'ernstige consequenties' hebben. Dezelfde resolutie bepaalde ook dat de Veiligheidsraad het orgaan was dat zou moeten vaststellen of er sprake was van grove tekortkomingen door Irak bij het nakomen van resolutie 1441.

Maar zo'n tweede resolutie is er niet gekomen. Niet vanwege een veto, waarmee Rusland en Frankrijk onberaden dreigden, maar omdat de Verenigde Staten en Groot-Brittannie de meeste andere leden van de Veiligheidsraad er niet van konden overtuigen dat de wapeninspecties waren mislukt en militair ingrijpen noodzakelijk was geworden. Als het tot een stemming was gekomen, was het vier voor en elf tegen geweest - een ongekend diplomatiek fiasco.

Toen Bush zijn oorlog niet via de Verenigde Naties kon krijgen, is hij er op eigen houtje mee begonnen. Daarmee heeft hij het geweldsverbod uit het Handvest van de Verenigde Naties bruut geschonden en maakt hij zijn voorspelling en die van Robert Kagan waar: als de grootste mogendheid in de wereld de Verenigde Naties in een zo gewichtige zaak negeert, worden de Verenigde Naties irrelevant en neemt de anarchie in de wereld toe.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
29-03-2003

« Terug naar het overzicht