De sociaal-democratische eeuw begint weer opnieuw

Op het laatste Labourcongres verklaarde Labourleider Tony Blair dat de klassenstrijd voorbij was. Zo gezien was de sociaal-democratische eeuw voorbij, aldus Paroolcolumnist Bart Tromp.Maar zo is het niet. Juist vanaf de jaren tachtig is - ook in Nederland - de ontwikkeling naar meer gelijkheid in levenskansen gekeerd.

DE TWINTIGSTE eeuw is niet meer dan een rekenkundige eenheid. Ik kan mij dan ook alleen maar verbazen over allerlei pogingen aan deze eeuw een symbolische betekenis toe te kennen, bij voorbeeld door de benoeming van 'de man van de eeuw' of de 'sportvrouw van de eeuw'.

Anders ligt het bij pogingen op inhoudelijke gronden tot een afbakening te komen. Het meest overtuigende voorbeeld daarvan is het concept van de 'korte twintigste eeuw', 1914-1991, gestalte gegeven in het prachtige boek van de Britse historicus Eric Hobsbawn. (Age of Extremes. The short Twentieth Century 1914-1991, 1994, ook in het Nederlands vertaald, uitgegeven door Spectrum, Utrecht, 1995.

Een andere manier om de afgelopen eeuw te typeren, is om deze te zien als de eeuw van sociaal-democratie, al is het begin van die eeuw gemakkelijker te bepalen dan het eind. Het begin wordt gemarkeerd door de publicatie van De voorwaarden tot het socialisme en de taak der sociaal-democratie. De auteur was Eduard Bernstein (1850-1932). Met Karl Kautsky had hij in de voorafgaande jaren de intellectuele en politieke nalatenschap van Karl Marx en Friedrich Engels beheerd, gepopulariseerd en gesystematiseerd.

Socialisme was in deze opvatting een volledig ander politiek en economisch stelsel dan het bestaande kapitalisme. Pas een al dan niet revolutionaire breuk met het laatste zou die nieuwe, socialistische maatschappij doen ontstaan. Maar Bernstein twijfelde steeds meer aan dit scenario. Die twijfels bracht hij tot uiting in zijn boek.

Hervorming

Hij ontwikkelde daarin echter ook een positief programma voor de sociaal-democratische beweging. De taak van de sociaal-democratie zag hij niet in het meewerken aan een in zijn ogen metafysische 'overgang van kapitalisme naar socialisme'. Integendeel, die taak bestond uit de systematische hervorming van de bestaande maatschappij, opdat deze rechtvaardiger zou zijn ingericht, democratischer zou functioneren en betere bestaansmogelijkheden aan iedereen zou bieden.

Hij is toen om dit 'revisionisme' verketterd, maar al snel bleek dat het enige alternatief van zijn programma het leninisme was: de gewelddadige en ondemocratische overname van de staatsmacht en de invoering van een staatseconomie.

In feite formuleerde Bernstein in 1899 het programma dat sociaal-democratische bewegingen in de afgelopen honderd jaar hebben proberen uit te voeren. Hoewel er in de Verenigde Staten nooit zo'n beweging van importantie heeft bestaan, is het toch opvallend dat de sociale politiek van de presidenten Teddy en Franklin Roosevelt, Harry Truman en Lyndon Johnson, ja zelfs Richard Nixon, duidelijke parallellen vertoont met die van de Europese sociaal-democratie.

Wie op die afgelopen honderd jaar terugkijkt kan niet anders dan constateren dat Bernsteins programma succesvol is geweest. Onderdanen zijn volwaardige staatsburgers geworden. Algemeen kiesrecht is inmiddels vanzelfsprekend. Er is een verzorgingsstaat opgebouwd die individuele risico's aan gezondheid, ouderdom en arbeid afdekt en die voorziet in publieke voorzieningen, van onderwijs tot vervoer.

Wij kunnen ons niet meer voorstellen dat in Nederland ruim honderd jaar geleden het begrip 'engeltjesmakers' bestond, echtparen die zo arm waren dat ze bereid waren hun pas geboren kind te doden om de verzekeringspremie te innen. Het kapitalisme heeft niet plaatsgemaakt voor een andere productiewijze, maar is, op basis van politiek afgedwongen wet- en regelgeving, tot op zekere hoogte aan banden gelegd.

Zo succesvol is het sociaal-democratisch programma geweest dat een sympathiserende waarnemer als de liberaal Lord Dahrendorf al een aantal jaren geleden meende dat de sociaal democratische beweging zichzelf overbodig had gemaakt. Sterker nog, op het laatste congres van de Labour Party verklaarde partijleider Tony Blair onweersproken dat de 'klassenstrijd' voorbij was. Zo gezien is de sociaal-democratische eeuw natuurlijk aan zijn eind gekomen, ergens tussen 1980 en nu.

Ik zie dat anders. In de eerste plaats omdat het bovenstaande perspectief maar op een heel klein deel van de wereld betrekking heeft. De successen van de sociaal-democratische beweging zijn beperkt gebleven tot het rijke deel van de kapitalistische wereldeconomie. Het overgrote deel van de wereldbevolking heeft er part noch deel aan gehad.

In de afgelopen eeuw is de maatschappelijke ongelijkheid op wereldniveau juist enorm toegenomen. Er is geen sprake van dat zich mondiaal een sociaal-democratisering aftekent, zoals dat wel sinds 1899 het geval is geweest in een aantal gelukkige Europese staten en sommige buitengebieden als Australie, Nieuw Zeeland en Canada, en tot op zekere hoogte de VS en enkele Oost-Aziatische staten.

Het programma van Bernstein heeft kennelijk een grote tekortkoming. Het heeft zich beperkt tot afzonderlijke staten in de rijke kern van de wereld. Het heeft geen rekening gehouden met de werking van een kapitalistische wereldeconomie, waaraan de binnenlandse politiek van staten voor een groot deel onderworpen is.

De tweede tekortkoming is Bernsteinsteins gedachte dat democratisering en meer gelijke levenskansen binnen het kapitalisme stabiele verworvenheden zijn, die niet meer teruggedraaid kunnen worden. Toen Bernstein stierf, leek dat aannemelijk. Zes weken na zijn begrafenis kwam Hitler echter aan de macht. Het nazistisch intermezzo en de ervaring van een ongebreideld kapitalisme, resulterend in de Grote Depressie van de jaren dertig, leidden na de Tweede Wereldoorlog niettemin tot een zekere regulering van de wereldeconomie. Achteraf waren dit de gouden jaren van de sociaal-democratie. Een ongekende welvaartsgroei kwam toen aan steeds meer mensen ten goede, ditmaal in de hele wereld.

Aan het eind van de jaren zeventig stuitte deze ontwikkeling om allerlei redenen echter op zijn grenzen. In de Verenigde Staten en Groot-Brittannie kozen president Reagan en minister-president Thatcher voor een terugkeer tot een negentiende-eeuws kapitalisme, een voorbeeld dat in meerdere of mindere mate werd gevolgd in de rijke staten en opgelegd aan de arme.

Ook in Nederland valt te constateren dat de ontwikkeling naar meer gelijkheid in levenskansen en meer democratie vanaf de jaren tachtig is gekeerd. Inkomens- en vermogensongelijkheid nemen voor het eerst sinds het begin van de sociaal-democratische eeuw toe. De belastingplannen van het huidige kabinet versterken die tendens willens en wetens. Grootscheepse en ondoordachte privatiseringsoperaties van het publieke domein hebben het bereik van de politieke democratie beperkt.

PvdA-minister Ritzen heeft een eind gemaakt aan de democratische bestuursvorm van universiteiten en deze vervangen door een zeventiende-eeuwse, oligarchische regentenstructuur. Volgens het regeerakkoord moet ernaar gestreefd worden de wettelijke mogelijkheden van burgers om beroep aan te tekenen tegen bestuurlijke beslissingen terug te dringen.

Prioriteit

De algemene politieke tendens in de kernstaten van de wereldeconomie is om de samenleving te onderwerpen aan de vereisten van een negentiende-eeuwse, geliberaliseerde economie, terwijl de politieke prioriteit van het klassieke sociaal-democratische programma als centraal thema had: de werking van de economie af te stemmen op de vereisten van een fatsoenlijke en menswaardige samenleving.

Dat centrale thema heeft altijd twee stootrichtingen gehad: enerzijds richtte het zich tegen brute ongelijkheid in leefkansen, anderzijds tegen de commercialisering van menselijke relaties. Een eeuw na Bernstein heeft zijn programma helaas niets aan relevantie ingeboet.

Bernstein werd berucht en beroemd vanwege zijn uitspraak dat 'het einddoel mij niets is, de beweging alles'. Een manier om deze zin uit te leggen is deze: de taak der sociaal-democratie is nooit af. Democratie en gelijkheid, voorwaarden van individuele vrijheid, zijn nimmer definitief gerealiseerd. Hun prijs is voortdurende waakzaamheid. De sociaal-democratische eeuw is daarom niet geeindigd. Zij begint opnieuw, zolang er mensen zijn die vinden dat de huidige wereld niet de beste van alle mogelijke is.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
31-12-1999

« Terug naar het overzicht