De SP is de PvdA van de jaren vijftig
GISTERAVOND met John Gray gediscussieerd in de Rotterdamse Sint-Laurenskerk. Gray is tegenwoordig hoogleraar aan de London School of Economics and Political Science. Hij begon als krachtig verdediger van het klassieke liberalisme, dat zijn politieke hoogtijdagen beleefde in Groot-Brittannie in de eerste helft van de negentiende eeuw.
Volgens Gray kwam daaraan een eind toen de liberale filosoof John Stuart Mill halverwege die eeuw met zijn geschriften de deur opende voor staatsinterventie in het maatschappelijke leven. In de jaren tachtig van deze eeuw zag hij echter een zekere terugkeer naar dat klassieke liberalisme, tenminste in Groot-Brittannie en de Verenigde Staten, filosofisch zowel als politiek.
Dat was in 1986. Sindsdien is Gray in hoog tempo door blijven denken. Zijn optimisme over een herleving van het klassieke liberalisme heeft allang plaatsgemaakt voor de stelling dat wij in een post-liberale wereld leven. In Rotterdam betoogde hij dat de twee voornaamste politieke stromingen in stilstaand water zijn terechtgekomen.
Het neoliberalisme heeft als program de uitbreiding van het marktprincipe over de samenleving, zo ver als maar kan. Daaraan ligt de veronderstelling ten grondslag dat dit de menselijke vrijheid vergroot en de burgerlijke samenleving herstelt.
Dit neoliberale program is electoraal over zijn hoogtepunt heen. Dat komt doordat het succes ervan zijn eigen basis ondermijnt. Naarmate marktwerking toeneemt, neemt de stabiliteit van de sociale verhoudingen af en groeit ook voor de neoliberale kiezers de onzekerheid over werk en toekomst. Het neoliberalisme miskent namelijk de revolutionaire, destructieve werking van kapitalisme en wereldmarkt.
Dit klonk niet zozeer post-liberaal als marxistisch. Maar volgens Gray leven wij ook in een post-sociaal-democratische samenleving. De werking van de wereldmarkt heeft de traditionele speerpunten van het sociaal-democratische programma krom en onbruikbaar gemaakt.
Daarna schetste Gray de contouren van 'een derde weg', die veel elementen bevatten van wat ik onder een modern sociaal-democratisch program zou verstaan: de overheid als werkgever in laatste instantie voor diegenen die niet via 'de markt' aan het werk komen, versterking van het publieke domein en van publieke voorzieningen en een overgang naar een kwalitatieve economische groei, die schadelijke en vervuilende productie niet langer meetelt.
Volgens Gray heeft Groot-Brittannie met de regering-Blair het eerste post-sociaal-democratische regime in de wereld gekregen. Misschien winnen andere sociaal-democratische partijen hierna ook verkiezingen, maar overal hebben zij, net als Labour, het neoliberale programma grotendeels overgenomen en zichzelf verloochend. Net op het moment dat de schadelijke effecten ervan de neoliberale partijen op verlies hebben gezet.
Terug uit Rotterdam nam ik kennis van een interview in HP/de Tijd van deze week met Karin Adelmund, tegelijkertijd voorzitter van de PvdA als lid van de Tweede Kamer, twee functies die ze ten koste van elkaar vervult. Over dat interview ontstond voor publicatie al heibel, omdat Adelmund bezwaar maakte tegen de interpretatie van haar uitspraken door de interviewers. Dat ze die uitspraken heeft gedaan, betwist ze dus niet.
Het gaat me hier niet om het hoge gehalte aan prietpraat en wartaal. ('Ik geloof in een aanpak die leidt tot een uitkomst.' Of: 'We moeten mensen uit de culturele voorhoede, die weten waar het met de sociaal-democratie heen moet, kernfuncties geven.' En wat te denken van een zin als: 'Keuzevrijheid is emancipatie in de volgende fase.') Het gaat mij erom dat het interview een onbedoelde illustratie is van Grays these, dat na Labour ook andere sociaal-democratische partijen hun identiteit inruilen voor een mengsel van neoliberalisme en mannetjes- of vrouwtjesmakerij.
Afgaand op de uitspraken van Adelmund (voorzover aan die uitspraken een touw is vast te knopen) is de PvdA al post-sociaal-democratisch. Het komt naar voren in het feit dat zij de identiteit van de PvdA ophangt aan een toekomstig beginselprogramma, maar de inhoud daarvan meteen verbindt aan 'het nieuwe leiderschap dat dan gestalte moet krijgen'. (De huidige leiding van de PvdA negeert net als haar voorgangers al jarenlang het besluit van het partijcongres in 1992 om een nieuw beginselprogramma op te stellen, zoals de inhoudelijke aanzetten daartoe systematisch door haar onder de tafel zijn gewerkt.)
Het komt ook naar voren uit haar oordeel over de Socialistische Partij: 'Wij zijn van de kleine stappen, en de SP denkt dat verandering pas mogelijk is na de kladderadatsch. De SP is de PvdA van de jaren vijftig.'
Adelmund durfde een paar maanden geleden niet voor de tv met Marijnissen te debatteren. Dat is volkomen begrijpelijk voor wie dit interview leest. De PvdA van de jaren vijftig was een radicale sociaal-democratische partij, die op pragmatische wijze haar principes gestalte wist te geven en meehielp een verzorgingsstaat op te bouwen. Ik zou de SP geen groter compliment kunnen geven dan die partij met de PvdA van toen te vergelijken.
Adelmunds suggestie dat de partij van Drees zat te wachten op 'de kladderadatsch' getuigt ervan dat haar kennis van het verleden van de PvdA even wazig is als haar visie op de toekomst post-sociaal-democratisch.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 22-04-1998