De Thomas Hobbes Stichting
DE TELOORGANG van de CD (Centrum Democraten, wm.) volgt een vertrouwd patroon. Aan de uiterste rechterzijde is het onmogelijk om drie ingredienten tot een glad soepje te strijken. Altijd gaat het klonteren.
Het eerste ingredient is een klein gezelschap van halvegaren en onverbeterlijken, dat zich spiegelt aan nazistisch en fascistisch gedachtengoed. De meerderheid ervan beseft meestal dat men zich daarmee in Nederland buiten elke publieke discussie plaatst. Men wordt dus verscheurd tussen behoefte aan een respectabele faCade en het eerlijk willen uitspreken van de eigen voorkeur.
Het tweede ingredient is het politieke kader dat op de facade afkomt. Dat wordt heden ten dage gedreven door de angst voor vreemdelingen en de zorg voor bestaanszekerheid. Deze groep ontbreekt het meestal aan zelfs maar basiservaring en kennis van het politieke en organisatorische handwerk.
En ten derde zijn daar de beoogde en ten dele bereikte kiezers: een bonte verzameling van soms angstige, soms ontevreden en rancuneuze mensen, kleinzieligen, 'proteststemmers' en politieke nihilisten.
Er bestaat altijd wel een voedingsbodem voor een extremistische partij, links of rechts. Maar het hangt van politiek leiderschap en politiek organisatievermogen af of dit zich ook in een politieke machtsfactor vertaalt.
Daar ligt het onoplosbare dilemma van extreem-rechts. Zodra de eerste groep vanachter haar faCade te voorschijn komt, gaat het mis. Dan gaat het schiften en zeveren, en dat gaat nog sneller als de nieuwe partij enig succes boekt. Binnenskamers breken Hoekse en Kabeljauwse twisten uit die binnen de kortste keren buitenskamers worden voortgezet.
De generatie van de Janmaats deed het een tijd lang slimmer dan de voorgaande, die van de Glimmerveens, door zich nadrukkelijk met de Nederlandse democratische traditie te identificeren. Maar het bleef een facade. Dat belette weer de introductie van een 'Fuhrerprinzip', zoals Zjirinovski zich permitteerde, die zich op het eerste congres van zijn partij voor tien jaar alle macht liet verlenen.
Maar interne democratie bij clubs als deze betekent heibel, omdat dan een explosief mengsel ontstaat van politieke naueteit en onbenulligheid enerzijds, en tegelijkertijd de dubbelzinnigheid van de beweging schrijnend aan de oppervlakte komt.
Zo hoort het: dit kabaal is een van de weinige voorbeelden die ik ken van het zo vaak hoog geroemde 'zelfreinigende vermogen van de democratie'.
Een mij persoonlijk droef stemmend voorbeeld van de fundamentele tweeslachtigheid van de CD levert de naamgeving van het wetenschappelijk bureau der partij. Het wetenschappelijk bureau van een politieke partij wordt, naar rato van het aantal kamerzetels, ten dele door de overheid gefinancierd. De Centrum Democraten richtten derhalve zo'n bureau op, de 'Stichting Wetenschappelijke Onderbouwing Centrum-Democratische Ideologie'.
In tien jaar tijds bracht deze Swoci slechts een publikatie uit. De subsidiegever, het ministerie van binnenlandse zaken, maakte er werk van. Maar de terugvordering van het subsidiegeld bij de Swoci mislukte, want de stichting is twee jaar geleden opgeheven. Daarna heeft Binnenlandse Zaken het bestuurslid van de Swoci, Janmaat, aansprakelijk gesteld en bij hem de subsidie opgeeist. Dat is op een slepende affaire uitgelopen, die begin dit jaar ertoe leidde dat de landsadvocaat beslag liet leggen op de woning van Janmaat, waarop deze op het allerlaatste moment alsnog betaalde.
Inmiddels beschikken de Centrum Democraten alweer twee jaar over een ander wetenschappelijk bureau, dat zij de 'Thomas Hobbes Stichting' hebben genoemd. De Thomas Hobbes Stichting!
Thomas Hobbes (1588-1679) was de meest geduchte van de Engelse politieke filosofen en bovendien een van mijn lievelingsauteurs. In 1985 bezorgde ik de tweede Nederlandse vertaling (de eerste dateert van 1667) van zijn meesterwerk Leviathan. Ik voel mij dus niet helemaal ten onrechte persoonlijk beledigd door deze naamgeving.
In de politieke theorie van Hobbes staat een thema centraal: de verhouding tussen burger en staat, en zijn theorie is erop gericht de mensen tot een redelijk inzicht te brengen dat hen in staat stelt de burgeroorlog de voorkomen - de burgeroorlog, die voor hem de grootste gruwel van alle was. Wie zal hem anno domini 1994 tegenspreken na kennis te hebben genomen van het Journaal?
Wat moet de CD met zo'n man en zo'n theorie? Wetenschappelijke publikaties heeft de Thomas Hobbes Stichting niet het licht doen zien. Maar de uitgave van het verkiezingsprogramma Oost West Thuis Best valt wel onder de verantwoordelijkheid van de stichting. Het is een kort, helder en overzichtelijk program, zij het wat onevenwichtig wat de spreiding der programmapunten aangaat.
Ronduit sympathiek is de paragraaf, gewijd aan het dier. Het oormerken van vee wordt afgeschaft, bont van babydieren wordt verboden, dierproeven worden aan banden gelegd, evenals de bio-industrie, en hondepoep moet door de eigenaars van honden terstond worden verwijderd (zodat hondenbelasting overbodig wordt). 'De cultuur en ontwikkeling van de mens uit zich onder andere door de manier waarop dieren in de samenleving worden behandeld,' zegt het programma zeer terecht. Wanneer de CD op dezelfde wijze over buitenlanders en immigranten zou spreken, zou het een humaan program zijn.
Maar dat doet het programma niet. Het wil artikel 1 van de grondwet schrappen. 'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.' Zo luidt dat artikel. Dat is volstrekt in overeenstemming met de politieke theorie van Thomas Hobbes, de eerste die is gebaseerd op het uitgangspunt dat alle mensen in beginsel gelijk zijn.
Janmaat mag dan doctorandus in de politicologie zijn, van Hobbes hebben hij en zijn bentgenoten niets gelezen en niets begrepen. De naamgeving van hun wetenschappelijk bureau is bij nader inzien een trefzeker schot in eigen voet.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 25-05-1994