De totalitaire verleiding
DE KLEINE kruistocht van Frits Bolkestein tegen de communisten in ruste, die nu zo overdadig krantenredacties bevolken en van wie een de best betaalde Melkertbaan in het land heeft gekregen, leidt onveranderlijk tot het weerwoord: we waren jong, tegen de oorlog in Vietnam en we wilden wat. Daarom traden al die studenten toe tot de CPN, die - zo zeggen ze nu - toen al helemaal afstand had genomen van de Sovjet-Unie. Bovendien was de CPN tijdens de Tweede Wereldoorlog zo flink geweest in het verzet.
Ik ben hun generatiegenoot en ik verbaas mij over de legendes die deze ex-communisten nu schaamteloos in omloop brengen. Als het om protest tegen de oorlog in Vietnam ging, was de CPN wel de laatste club aan de linkerkant om je bij aan te sluiten. Tot het uiterste eind van de jaren zestig ging de CPN juist tegen die protesten tekeer. Ze leidden immers de aandacht van de werkende massa's af van het werkelijke gevaar: het West-Duitse revanchisme.
Bovendien had Piet Nak het initiatief genomen tot de eerste grote demonstraties tegen het Amerikaanse optreden in Vietnam. Piet Nak, toen nog lid van de CPN, had dat ook in februari 1941 gedaan tegen de Duitse bezetters, maar hij was - zoals zovele CPN'ers uit het verzet - allang vrijwillig of gedwongen uit de partij gestapt.
Reden temeer voor de CPN om afstand te nemen van het Vietnam-protest. Wie vanwege het verzetsverleden van de CPN naar die partij ging, had op even goede gronden gereformeerd kunnen worden.
De overgang van de studentenbeweging naar het marxisme-leninisme verliep bliksemsnel; het duurde nog geen zes maanden voordat, onder leiding van Ton Regtien en Hugues Boekraad, de bestaande, plots 'reformistisch' geheten Studentenvakbeweging (SVB) via een anarchistisch intermezzo werd verlaten.
Uit die tijd dateert mijn ruzie met Regtien: ik onthulde dat hij geen lid van de CPN mocht worden. Ze hebben hem al met al drie jaar als aspirant-lid laten hangen.
Veel van die nieuwe student-CPN'ers vervingen hun Gooise accent voor het Zaans-Amsterdamse van Marcus Bakker. Neen, natuurlijk waren ze niet verantwoordelijk voor de Goelag-archipel, laat staan dat ze aan de onderdrukking in het Oostblok daadwerkelijk konden meedoen. Maar ze namen er ook geen afstand van. Integendeel, aan universiteiten en hogescholen ging het vulgair-marxisme hoogtij vieren en werd de Oktoberrevolutie verheerlijkt.
Bij vier van de zes sollicitatiepogingen die ik na mijn afstuderen ondernam aan Nederlandse universiteiten, was de eerste vraag in het gesprek of ik wel marxist was. In veel opleidingen heerste een verstikkende sfeer, waarin tegen studenten en docenten die niet meededen, geestelijke terreur werd uitgeoefend.
De handige opportunisten van het type Ina Brouwer zorgden dat ze kwamen bovendrijven, niet alleen in de CPN, maar ook in de universitaire organen en bureaucratieen, vakbonden en de welzijnswereld, want er waren toen allerlei betaalde baantjes voor student-activisten. Een ervan slaagde er op die manier in ruim twaalf jaar over zijn studie sociologie in Groningen te doen. Weer 12,5 jaar later ontmoette ik hem als ambtenaar op het Maagdenhuis.
Wat bezielde ze om tot de CPN toe te treden, de partij die met de Sovjet-Unie had gebroken omdat ze Chroesjtsjov ('Knoeichef' volgens partijleider Paul de Groot) te liberaal vond in verhouding tot Stalin? Idealisme, zeggen ze nu.
Maar om me heen zag ik niet idealisme, maar een kritiekloos bezwijken voor de totalitaire verleiding. Wie daaraan toegaf, wist zich immers verheven boven gewone regels van fatsoen en menselijke omgang. Vandaar dat deze idealisten het bijvoorbeeld jarenlang gewoon vonden om de Asva (Algemene Studentenvereniging Amsterdam) in het geniep vanuit het hoofdkwartier van de CPN te besturen.
De idealisten vonden het ook de gewoonste zaak van de wereld om anderen te beliegen en te bedriegen. Ze hebben jarenlang in met name de gammawetenschappen onderwijs en onderzoek verloederd, integere docenten en studenten het leven zuur gemaakt en het werken verpest. Hoe zouden ze zich hebben gedragen als de omstandigheden meer hadden toegelaten?
Ik herinner me een congres in Frankfurt, dat ogenschijnlijk over de verhouding tussen marxisme en de Frankfurter School zou gaan. In werkelijkheid bleek het de internationale toogdag van de Deutsche Kommunistische Partei te zijn tegen de sociologen van de Frankfurter School, onder de bezielende leiding van de terecht zo hetende professor Jozef Schleifstein.
Toen mijn vriend, de Groningse musicus Dick Leutscher, in het publiek een daar politiek incorrect betoog wist af te steken, werden wij na afloop onder handen genomen door Boekraad en Regtien. De discussie raakte zo verhit dat Regtien ons op een gegeven moment honend toevoegde: 'Jullie denken zeker dat als wij aan de macht komen, jullie tegen de muur gaan.' Alsof wij het hadden ingestudeerd antwoordden wij precies tegelijk: 'Dat denken wij niet, dat weten wij zeker.'
Ik vond dat toen en ik denk het nu nog. Praat me niet van 'idealisme' als motief en excuus voor degenen die toen zonodig communist wilden worden.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 21-01-1998