De voordelen van de zweep

DE KWESTIE-VAN GIJZEL toont aan dat de Nederlandse politiek langzamerhand alleen nog maar als een soap-opera kan worden begrepen, vooral omdat de media politiek volgens de regels van dit genre verslaan. Binnen de kortst mogelijke keren was de zaak teruggebracht tot een stereotiep conflict: het dappere Kamerlid, dat desnoods in zijn eentje het kwaad te lijf wilde gaan en de onderste steen boven wilde krijgen, tegen de kille fractievoorzitter, alleen maar belust op macht en het bijeenhouden van de coalitie.

Zo'n karikatuur, daar lusten de mensen wel pap van, moeten ze op vele redacties hebben gedacht. Zelf werd ik door een tv-actualiteitenrubriek om commentaar gevraagd. Maar dit paste niet in het gewenste soap-formaat. In plaats daarvan verscheen het teruggetreden Kamerlid op het beeldscherm, eenzaam wandelend over het winterstrand.

In alle verhalen stond in de kwaadste reuk de fractiediscipline, het knellende keurslijf dat volkvertegenwoordigers moeten aantrekken als ze namens een politieke partij zijn gekozen. Zonodig kan deze outfit worden gecomplementeerd met een muilkorf.

'Een staaltje kadaverdiscipline de PvdA onwaardig,' brieste Ed van Thijn, zelf ooit PvdA-fractievoorzitter, in deze krant. Het ontbrak er nog maar aan dat hij wegens het vertrek van 'een van de beste parlementariers' dreigde zijn partijlidmaatschap op te zeggen.

In de Volkskrant keert Kees Schuyt zich tegen fractiediscipline. Hij voert de redenering aan dat door 'onderdrukking van afwijkende standpunten, eigenwijze redeneringen en indrukwekkende redevoeringen de publieke meningsvorming zich veel te vlug naar de media verplaatst'. Als voorbeelden noemt hij het recente optreden van Rick van der Ploeg, Jan Pronk en Rob van Gijzel bij Barend & Van Dorp.

Het zijn slechte voorbeelden bij een feitelijk onjuiste redenering. Van der Ploeg en Pronk vervoegden zich niet bij dit praatprogramma met hun standpunten over de oorlog in Afghanistan omdat ze daarvoor in de regering geen ruimte hadden gehad, en verklaarden later dat ze helemaal geen afwijkend standpunt hadden. Van Van Gijzel is niet bekend dat hij eerst in de fractievergadering heeft voorgesteld het vertrek van minister Benk Korthals van Justitie te eisen.

Kortom: de drie voorbeelden van Schuyt - waarvan er slechts een betrekking heeft op fractiediscipline - raken kant noch wal. Daardoor verliest zijn redenering alle overtuigingskracht.

In al die beschouwingen over het kwaad van de fractiediscipline worden zowel de merites als de grenzen daarvan uit het oog verloren. Mensen die allemaal voor dezelfde lijst in de Tweede Kamer zijn gekozen, kunnen vanzelfsprekend niet functioneren als eenlingen, die ieder voor zich bij elke kwestie uitmaken wat zij vinden en wat zij stemmen.

Een fractie ontleent haar politieke nut aan twee factoren. De eerste is dat gezamenlijk optreden en stemmen noodzakelijk is om effectief macht en invloed uit te oefenen, en om voor een zekere stabiliteit in de politieke verhoudingen zorg te dragen. Dat zijn geen zaken om lichtvaardig af te doen.

De tweede is dat het samenwerken in een fractie arbeidsverdeling mogelijk maakt: niet iedereen hoeft zich met alles bezig te houden. Ook dat is een belangrijk voordeel van het werken in fractieverband.

Vanzelfsprekend vereist dit onderlinge afspraken: fractiedicipline. Deze houdt minimaal in dat iedereen zich houdt aan de afspraken en besluiten die in fractieverband zijn gemaakt en genomen. Hoe ver die eenheid van opvatting naar buiten toe wordt volgehouden, zal afhangen van de ernst van de zaak.

In de Britse politiek wordt dat aanschouwelijk gemaakt door het whip-systeem. De Chief-Whip hanteert drie gradaties van de whip (zweep). Het zwaarst is een three whip-stemming: dan moet elk levend lid van de fractie, ook al is hij doodziek, zijn stem uitbrengen.

In Nederlandse parlementsfracties is dit niet zo geformaliseerd, maar bestaat een overeenkomstige werkwijze. Zelf vind ik dat in de meeste fracties de eenheid naar buiten te krampachtig wordt volgehouden. In bijvoorbeeld medisch-ethische kwesties zie ik niet in waarom een partijstandpunt noodzakelijk is.

De keerzijde van fractiediscipline is de grote ruimte die individuele fractieleden genieten op het terrein waarover zij de scepter zwaaien. Zij bepalen in hun portefeuille vrijwel in hun eentje het partijstandpunt. Zo veranderde de mediapolitiek van de PvdA niet omdat die partij voor een andere lijn had gekozen, maar omdat een nieuw Kamerlid deze portefeuille had bemachtigd.

Die vrijheid van het individuele fractielid houdt op wanneer hij buiten de fractie om vergaande politieke uitspraken doet. Dat is wat Van Gijzel kennelijk weloverwogen deed bijBarend & Van Dorp, een actie waarvan hij ook zelf heel goed had moeten beseffen dat ze onaanvaardbaar was.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
06-12-2001

« Terug naar het overzicht