Diplomatie

Aan de vooravond van 'The London Conference' stapte Lord Carrington op als bemiddelaar. De conferentie stelde hem in het gelijk. Milosevic en Servie werden weliswaar door de meeste deelnemers aangewezen als agressor, maar in de slotverklaring is daar niets van te terug te vinden. De verklaring bevat geen enkele verplichting met sancties bij niet naleven, alleen maar goede voornemens, waaronder Lord Carrington ook steeds alle handtekeningen verzamelde.

Allerwegen wordt al een tijdje geroepen dat men niet aan militaire interventie in ex-Joegoslavie moet beginnen als het politieke doel daarvan niet duidelijk en ondubbelzinnig is. Het rare is dat deze indringende wijsheid blijkbaar niet geldt voor diplomatieke inspanningen. Wat is nu eigenlijk het politieke doel van de diplomatie die Europese Gemeenschap en Verenigde Naties beoefenen op de westelijke Balkan?



Noch de EG, noch de VN hebben ooit een duidelijk politiek doel gesteld aan hun bemoeienissen met het voormalige Joegoslavie. De EG wilde eerst Joegoslavie in stand houden, op een moment dat dit voor elke serieuze waarnemer allang een verkeken kaart was. Toen deze blunder eindelijk werd beseft, stuurde de EG Lord Carrington het veld in. Onbekend met de oude en nieuwe verhoudingen op de Balkan, bedreven in onderhandelingen met beschaafde zwarte leiders als Robert Mugabe en Joshua Nkomo en niet in de rug gesteund door enig machtsmiddel waarmee hij de partijen kon bedreigen, verkeerde hij al snel in dezelfde situatie als de blauwhelmen in Kroatie: bespot en gepest door zwaargewapende Servische dronkelappen, die weten dat de VN-soldaten toch niets terug mogen doen.

En wat was nu het politieke doel van de EG bij deze inspanningen? 'Vrede' zal men zeggen, maar dat is geen goed antwoord. Er zijn immers vele vredes denkbaar. Aan de ene kant vrede gebaseerd op het herstel van de 'status quo ante', de toestand en de grenzen zoals die er waren voor het oorlogsgeweld uitbarstte. Aan de andere kant is er de vrede van het kerkhof, als alle Bosnische moslims vermoord of verdreven zijn en Kosovo en de Vojvodina ook 'etnisch gezuiverd'. Tot op de dag van vandaag zeggen de VN en de EG dat de eerste vrede hun politieke doel is en handelen zij op een wijze die die andere 'vrede' onontkoombaar maakt.

De missie van Lord Carrington was door twee factoren tot mislukken gedoemd. De EG maakte van het begin af aan maar al te duidelijk dat, wat haar betrof, onderhandelingen vooral werden gevoerd om militair ingrijpen uit te sluiten. Maar daardoor ontbeerde Carrington elk middel om druk uit te oefenen op de strijdende partijen.

De tweede factor was deze: onderhandelingen zonder druk van buitenaf hebben alleen zin als beide partijen er voordeel bij menen te hebben. Carringtons enige succes, de wapenstilstand tussen Kroatie en Servie, was alleen mogelijk omdat Servie hoopte de veroverde gebieden in Slavonie en de Krajina vast te houden door ze onder toezicht van de VN te plaatsen en omdat Kroatie hoopte dat ze daardoor juist weer onder Kroatisch gezag zouden komen.

Die verwachtingen zijn strijdig, maar het wapenstilstandsakkoord was dubbelzinnig genoeg om beide partijen tevreden te stellen - te meer omdat Kroatie op dat moment niet over militaire middelen beschikte om de Serviers te verdrijven.

Maar daarna had Servie geen belang bij een nieuwe overeenkomst. Het ging en gaat immers prima met de verjaging en vernietiging van de niet-Serviers uit Bosnie-Hercegovina, met de vorming van een Groot-Servie. Onder deze omstandigheden is meedoen aan onderhandelingen en conferenties een ideaal middel om door te gaan met de oorlog. Zolang er onderhandeld en geconfereerd wordt - dat hebben Milosevic en de zijnen al vroeg geleerd - wordt de Groot-Servische expansiepolitiek niets in de weg gelegd.

Lord Carrington en ook de VN hebben niet niets bereikt in Joegoslavie. Integendeel: hun politiek is steeds een steun in de rug van de Serviers geweest en ze is dat nu nog. Dat wordt ten overvloede gedemonstreerd door de tweede mutatie op personeelsvlak vorige week: het ontslag van George Kenney bij het State Department, waar hij dienstdoend hoofd van het bureau Joegoslavie was.

Hij deed dat, zo legde hij eergisteren in een artikel in de International Herald Tribune uit, omdat hij tot de overtuiging was gekomen dat de Amerikaanse regering op geen enkele manier van plan was een eind te maken aan de Servische genocide in Bosnie. Hij had meegemaakt dat rapporten over de Servische gruwelen in Bosnie door ambtenaren werden afgezwakt of onder de tafel gewerkt, om elke serieuze gedachte aan optreden tegen de Servische agressie uit te sluiten.

Lord Carrington is nu opgevolgd door Lord Owen. Zal dat verschil maken? David Owen is de briljantste mislukkeling in de Britse politiek sinds Randolph Churchill (Winstons vader, niet zijn zoon, die ook zo heette). Ja, verschil zal hij zeker maken. Als er een man is die de EG (en al die andere afkortingen) kan bewegen tot iets anders dan het ongewild steunen van de Servische agressie, dan is hij het. Maar het is niet uitgesloten dat hij daarbij de bijnaam waarmaakt, die hij van zijn op hun nummer gezette ambtenaren kreeg, toen hij in de jaren zeventig Brits minister van buitenlandse zaken was: 'Dr. Death'.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
02-09-1992

« Terug naar het overzicht