Djilas was meer dan een historisch figuur
AMSTERDAM - Milovan Djilas, die gisteren op 83-jarige leeftijd in Belgrado overleed, is voor mij een van de intellectuele helden van de twintigste eeuw. Hij hoort thuis in een eigenaardig rijtje, dat minimaal bestaat uit George Orwell, Boris Souvarine, Jacques de Kadt en Alexander Solzjenitsyn, mensen die de verleidingen van het totalitarisme onder ogen zagen, en op eigen kracht niet voor die verleidingen bezweken zijn.
Dit geldt het sterkst voor Djilas, die zelf deel uitmaakte van de machthebbers op wie hij kritiek uitte. Hij speelde een belangrijke rol in de partizanenoorlog en was na de oorlog de tweede man naast Tito.
Tito was een stalinist die al snel na de oorlog ruzie kreeg met Stalin. Joegoslavie maakte zich los uit het Oostblok, en koos voor een eigen weg naar het socialisme, gebaseerd op de idee van zelfbeheer. Van die weg was Djilas de architect, zoals Djilas al vanaf 1944 met Stalin van mening verschilde.
Dat moet men letterlijk nemen, want Djilas onderhield zich persoonlijk met de baas van het Kremlin. Dit leverde naderhand zijn Gesprekken met Stalin op, het enige boek waarin de gruwelijkste dictator van de 20ste eeuw rechtstreeks aan het woord komt. Het heeft mij altijd verbaasd waarom Stalins uitspraken niet ernstiger zijn genomen in het Westen. Stalin was een man die het meende.
In Joegoslavie werd Gesprekken met Stalin wel ernstig genomen. Het kwam Djilas op een nieuwe celstraf te staan.
Zolang Djilas zijn kritiek op het orthodoxe marxisme beperkte tot theoretische discussies in partijblaadjes, vond de Joegoslavische politieke elite dat prachtig. Daar kwam een eind aan toen Djilas in 1953 artikelen in Borba, de voornaamste krant van het regime, begon te publiceren waarin hij werkelijke democratie eiste. Volgens stalinistisch gebruik werden hem al zijn politieke ambten ontnomen en kreeg hij celstraf.
Nog tijdens zijn gevangenschap verscheen in 1957 zijn meesterwerk De nieuwe klasse. Hierin analyseerde Djilas de zogenaamde socialistische staten, die de ongelijkheid zouden hebben uitgebannen, maar die op een volstrekt nieuwe ongelijkheid waren gebaseerd, met een nieuwe politieke elite.
Eenmaal op vrije voeten bleef hij de luis in de pelzen van Tito. Zijn vrijheid bleef beperkt: hij had een feitelijk publikatie- en spreekverbod. Buitengesloten van de politiek schreef hij zijn autobiografie, die van een Montenegrijn die opgroeide met aan de ene kant de last van een cultuur waarin bloedwraak een centraal element vormde, en aan de andere kant het uitzicht op een westerse civiliteit.
Het is eigenlijk een schande dat deze autobiografie niet in het Nederlands vertaald is. Ze is een uniek document over een bijzondere man. Die autobiografie is bovendien belangwekkend omdat Djilas duidelijk maakt dat de huidige oorlog in ex-Joegoslavie niet een uitvloeisel is van etnische tegenstellingen, van historische antagonismen tussen bevolkingsgroepen, of het onafwendbare resultaat van de mentaliteit van de 'Balkanmens'. Hij komt voort uit een nietsontziende politieke machtsstrijd binnen die voormalige 'nieuwe klasse', waarin elke historische vermomming welkom is. In dit opzicht zou ik wensen dat Djilas bij zijn dood nog maar een historische figuur was geweest.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 21-04-1995