Doormodderen of durven
TOT GISTEREN was het verstandige oordeel van verstandige mensen met kennis van zaken wat betreft de internationale politiek, dat 'doormodderen' door de Verenigde Naties in voormalig Joegoslavie het beste was wat daar gedaan kon worden. Dank zij deze politiek was immers een eind gekomen aan de vluchtelingenstroom naar 'onze' landen, en dank zij het heilzame optreden van Unprofor, de troepenmacht van de VN, was het conflict ook beperkt gebleven tot Bosnie.
Natuurlijk was het niet leuk wat de afgelopen weken is gebeurd met Unprofor. De bevoorrading van de eigen mensen in de 'beveiligde gebieden' was onmogelijk gemaakt door de Bosnische Serviers. Maar dat was juist een reden te meer om het centrale doel van de inspanningen van de VN: hulpverlening aan de burgers, centraal te blijven stellen. Om reclametechnische redenen werd daarom ook wat voedsel voor de bevolking van Sarajevo meegenomen in de moeizame transporten over de berg Igman, waarmee men het Unprofor-garnizoen in de Bosnische hoofdstad probeert te bevoorraden.
De vraag die deze realisten niet beantwoordden, was hoe je kan doormodderen als de modder voor je voeten weg wordt gebulldozerd. Voor het eerst is een door de Veiligheidsraad geproclameerd 'veilig gebied' door de Bosnische Serviers niet alleen aangevallen - dat was altijd al het geval - maar ook onder de voet gelopen.
Dit wordt nu als een dramatisch keerpunt voorgesteld door diezelfde verstandige experts, maar wat is er nieuw aan? Van het begin af aan hebben de Bosnische Serviers zich niets aangetrokken van de nu bijna tachtig resoluties die de Veiligheidsraad over voormalig Joegoslavie heeft aangenomen. Zij hebben dat altijd ongestraft kunnen doen, juist vanwege het uitgangspunt van het optreden van de VN.
De humanitaire hulpactie was vanaf het begin opgezet niet alleen als alternatief voor gewapende interventie tegen de agressor, maar vooral ook om die interventie onmogelijk te maken. Hulpverlening aan de bevolking vereiste dat men strikte onpartijdigheid in acht nam en geen onderscheid maakte tussen moordenaars en slachtoffers.
Dit is geen moreel verheffend standpunt, maar misschien nog wel erger is dat het feitelijk onhoudbaar bleek, omdat het op een volstrekt verkeerde definitie van de situatie berustte. Die definitie luidt dat er een oorlog woedt tussen twee partijen, tussen twee legers, en dat dit allerlei narigheid met zich mee brengt voor de burgerbevolking. Die narigheid kan een onpartijdige hulpverlener met toestemming van de strijdende partijen lenigen.
Maar de oorlog in voormalig Joegoslavie is maar in beperkte wijze een oorlog in de gebruikelijke zin van het woord, waarin reguliere strijdkrachten met elkaar slag leveren. Er zijn in Bosnie geen slagvelden - alleen maar slachtvelden.
Toen de 'oorlog' uitbrak, beschikte de Bosnische regering niet over een eigen strijdmacht. De 'oorlog' heeft de eerste jaren het karakter gedragen van een terroristische campagne van het voormalige Joegoslavische leger, gesteund door Servische vrijkorpsen, tegen de bevolking van Bosnie. Die bevolking was niet het onbedoelde slachtoffer van gevechtshandelingen, maar het centrale doelwit van een van de partijen. In zo'n situatie is onpartijdige hulpverlening onmogelijk. Daarom was de missie van de VN vanaf het begin tot mislukken gedoemd, en moest dat wel scherper aan het daglicht treden naarmate er langer werd 'doorgemodderd'.
Daarbij hebben de VN niets ondernomen tegen de terreur die wordt uitgeoefend jegens de burgerbevolking en tegen het moorden en etnisch zuiveren. Dat gaat tot op de dag van vandaag door.
De opschepperij van de VN, die zelfs door minister Voorhoeve is overgenomen, als zou 'dank zij' Unprofor het aantal slachtoffers van de Servische agressie sterk zijn teruggelopen, slaat op niets. De grote moordpartijen en 'zuiveringen' waren al voorbij, toen Unprofor in Bosnie begon te opereren.
Er valt niet meer zo veel te moorden en te verdrijven voor de Serviers, maar waar ze dat nog kunnen doen (zoals in de omgeving van Banja Luka), gebeurt dat, zonder dat Unprofor een vinger uitsteekt. Unprofor is immers onpartijdig.
Met een ontoereikend mandaat van de Veiligheidsraad heeft dat niets te maken. Dat mandaat is niet ontoereikend: het geeft Unprofor de mogelijkheid 'met alle noodzakelijke middelen' hulp te verlenen en veilige gebieden te beschermen. Dit mandaat is echter willens en wetens zo beperkt mogelijk uitgelegd, als niet meer dan toestemming tot zelfverdediging.
De uitrusting van Unprofor is met opzet zelfs voor dat laatste nauwelijks toereikend. De Nederlandse pantservoertuigen werden voor verzending naar Bosnie ontdaan van hun gesloten geschutkoepel met een 20 mm kanon. In plaats daarvan kwam een open opstelling met een .50 machinegeweer - een noodlottig gebleken configuratie.
Vanaf het uitbreken van de vijandelijkheden was de politieke keus voor de VN en voor de EU heel duidelijk. Het ging om of het afdwingen van vrede, of zich erbuiten houden.
De humanitaire actie was een poging die keuze te ontlopen. Die poging was gedoemd stuk te lopen op de innerlijke tegenstrijdigheid van het onpartijdig hulpverlenen, waardoor men partij wordt.
Unprofor en degenen die voor de missie daarvan verantwoordelijk zijn, zitten nu onder de modder, maar verder doormodderen is onmogelijk. De keus tussen ingrijpen en terugtrekken is nog net zo onvermijdelijk als drieeneenhalf jaar geleden.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 12-07-1995