Dwingelanden 66

Dwingelanden 66

Minister De graaf is erin geslaagd even onvoldragen als Ingewikkelde voorstellen te ontwikkelen.

bart tromp

Van de week bracht de voorzitter van D66 op de radio nog eens naar voren dat D66 al veertig jaar streeft naar een rechtstreeks gekozen burgemeester. Dit maakt het des te pijnlijker dat deze partij in het geheel niet over een weloverwogen voorstel voor zo’n functionaris beschikte, toen ze erin slaagde dit punt er bij de formatie van het kabinet Balkenende II door te drukken. Hetzelfde gold voor het tweede ‘ kroonjuweel’, een nieuw kiesstelsel. Een partij die veertig jaar streeft naar een rechtstreeks gekozen burgemeester en een ander kiesstelsel, beschikte niet over concrete plannen toen het zover was.

Gevolg is geweest dat nieuwbakken D66-minister De Graaf ‘ voor bestuurlijke vernieuwing’ alsnog moest gaan bedenken wat D66 eigenlijk wilde. Voorzover er in de afgelopen jaren een touw aan de kroonjuwelen van D66 viel vast te knopen, wilde de partij een eenhoofdig gemeentebestuur, dat wil zeggen afschaffing van de gemeenteraad, en een districtenstelsel, dat wil zeggen afschaffing van de evenredige vertegenwoordiging. Maar dat vergt in beide gevallen een wijziging van de Grondwet. En een wijziging van de Grondwet vereist verkiezingen. Dit wilden Balkenende en De Graaf niet, want dat zou betekenen dat de kiezers iets te zeggen zouden krijgen over deze voorstellen. En voor de kiezer zijn deze Democraten doodsbenauwd.

Door de koninklijke weg van een grondwetswijziging te mijden, moesten de vernieuwingsvoorstellen van De Graaf wel een krakkemikkig en innerlijk tegenstrijdig karakter krijgen. En inderdaad kan niet worden ontkend dat De Graaf en zijn ambtenaren erin geslaagd zijn even onvoldragen als ingewikkelde voorstellen te ontwikkelen, die bovendien vol zitten met onopgeloste problemen. Afgezien van hun fundamentele tekortkoming: het is volkomen duister welk probleem met de invoering van deze bestuurlijke figuurzagerij zou kunnen worden opgelost. De Graaf heeft alle kans gehad om de prijs die D66 bedong voor deelname aan het kabinet te verzilveren, door te komen met plannen van een kwaliteit die tegenstanders en twijfelaars kon overtuigen; om er, zoals het in hedendaags jargon heet, ‘ een draagvlak voor te creëren’. Maar daarín is hij niet in de geringste mate geslaagd. Alle offici-ele adviserende instanties, van de Raad voor het Openbaar Bestuur tot en met de Raad van State, hebben zijn voorstellen als nodeloos ingewikkeld, slecht doordacht en nergens goed voor afgewezen. Op de oppositiepartijen hebben ze geen enkele indruk gemaakt. Op symposia en conferenties ontmoetten ze op zijn best scepsis, maar eerder verbazing over hun gekunsteldheid en hoon over hun pretenties. In de media hebben ze vrijwel geen steun ondervonden. En ook de andere regeringspartijen zijn allerminst tevreden met dit politiek-bestuurlijke knoeiwerk. Het is één ding om akkoord te gaan met een na de verkiezingen gemaakte principe-afspraak, het is iets anders om dan ook blindelings te moeten tekenen voor de wijze waarop deze uiteindelijk is uitgewerkt, zoals D66 van hen eist.

Daar komt nog bij dat enkele jaren geleden het lokaal bestuur al op zijn kop is gezet door een andere bestuurlijke vernieuwing, de dualisering van het gemeentebestuur. Ook toen is overhaast en ondoordacht een stelselwijziging ingevoerd in de verwachting dat dit ten goede zou komen aan meer democratie en een betere besluitvorming op gemeentelijk niveau. Dualisering blijkt echter tot grote en niet voorziene problemen te hebben geleid, die alleen door rabiate voorstanders en blinde gelovigen worden afgedaan als kinderziekten. Maar zelfs al zouden ze dat zijn, dan worden die zeker niet verholpen door er een burgemeestersbenoeming aan toe te voegen die haaks op de dualisering staat.

De keerzijde van De Graafs gebrek aan overtuigingskracht is zijn toenemende arrogantie. Kritiek doet hij af met dooddoeners. Alleen het machtswoord telt: het is afgesproken bij de formatie. Zijn arrogantie gaat zover dat nu al folders van zijn ministerie de deur uitgaan alsof zijn voorstellen reeds wet zijn geworden.

Zover is het dus met D66 gekomen, ooit opgericht als democratiseringsbeweging. Nu beroept de partij zich op een bij een onderonsje na de verkiezingen overeengekomen afspraak. Een afspraak die allereerst inhoudt dat de voorgestelde politieke vernieuwingen onder geen beding aan de kiezers mogen worden voorgelegd en daarnaast dat regeringsfracties deze als stemvee onvoorwaardelijk hebben te steunen. Democratie en dualisme zijn mooi, maar het is niet de bedoeling dat D66 deze principes ook naleeft. Van Democraten zijn het Dwingelanden geworden.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
10-02-2005

« Terug naar het overzicht