Een Betuwelijn is er al een te veel

Het debat in de Tweede Kamer van afgelopen dinsdag heeft op het moment dat ik dit schrijf nog niet geleid tot een besluit over deelname van Nederlandse bedrijven aan de tweede ontwerpfase van de Joint Strike Fighter, de toekomstige F-35. Het is een uitzonderlijke kamerdebat. Zeker omdat het plaatsvindt na de verkiezingen voor de gemeenteraad, die voortaan niet meer monistisch, maar dualistisch moeten opereren. Volgens de nieuwe wet moet de gemeenteraad nu het gemeentebestuur controleren, in plaats van er deel van uit te maken - zoals sinds Thorbecke het geval was. Volgens de bedenkers van deze wet zal er zo een levendiger gemeentepolitiek ontstaan. De verhouding tussen raad en bestuur is nu immers dezelfde geworden als die tussen Tweede Kamer en regering.

Toen het eerste paarse kabinet aantrad, werd de loftrompet gestoken over het dualisme, dat nu zonder de verstikkende aanwezigheid van het CDA in de regering, eindelijk alle kans zou krijgen. Maar een tot in zonderlinge details geregeld regeerakkoord stond er vervolgens borg voor dat in alle belangrijke zaken de regeringspartijen trouwhartig voor de voorstellen van de regering stemden.

De kwestie van de JSF is alleen al daarom de moeite waard. Hierover is noch in het regeerakkoord, noch in de verkiezingsprogramma's van regeringspartijen iets te vinden. Daarom staat het deze partijen vrij zelfstandig hun positie te bepalen over het regeringsvoorstel. Zo daagt aan de zonsondergang van paars voor het eerst een voorbeeld van werkelijk bestaand dualisme. Alleen al om de nieuwe gemeenteraden te laten zien dat dualisme echt verschil maakt, zou het daarom verstandig zijn als het JSF-voorstel door de Tweede Kamer wordt afgewezen.

Toch wordt het door sommige commentatoren als een affront beschouwd, dat de regeringspartijen niet zonder meer het regeringsvoorstel steunen. Dat geldt trouwens niet alleen deze zaak. Afgelopen zaterdag sprak oud-minister Wijers er schande van dat de PvdA-fractie zich tegen de privatisering van de luchthaven Schiphol had uitgesproken. Hij ging niet in op de argumenten die fractievoorzitter Melkert had gebezigd, maar vond het al ontoelaatbaar dat het sociaal-democratische deel van de volksvertegenwoordiging uiteindelijk tot een andere afweging kwam dan de regering. De voormalige D66-coryfee juicht het dualisme vooral toe zolang het maar niet tot afwijzing van regeringsvoorstellen kan leiden.

Het debat over de JSF dat nu plaatsvindt is in feite misplaatst. Het gaat niet over de toekomst van de Koninklijke Luchtmacht en de opvolging van de F-16. Daarover had het echter moeten gaan. Op de dag van het kamerdebat werd bekend dat Boeing zich gaat toeleggen op de ontwikkeling van onbemande vliegtuigen, die binnen vijf tot tien jaar voor een derde van de kosten bemande gevechtsvliegtuigen kunnen vervangen. De fysieke vervanging van de F-16 is pas over tien jaar aan de orde.

Het kamerdebat gaat echter over een riskante overheidssubsidie aan een paar bedrijven, die over een periode van veertig (!) jaar terug verdiend zou kunnen worden. De verwachte voordelen in termen van technologie-overdracht en werkgelegenheid zijn op hun best minuscuul en waarschijnlijk volstrekt denkbeeldig. Opvallend is dat regering noch de meeste grote fracties in de Tweede Kamer lering wensen te trekken uit de ervaringen met de de aanschaf van de F-16, 25 jaar geleden. Daarover heeft defensie-expert Bert Kreemers enige maanden geleden een ontnuchterend onderzoek gepubliceerd. De uitkomst was dat 'kopen van de plank' toentertijd veel verstandiger en goedkoper was geweest dan het aangaan van ingewikkelde samenwerkingsconstructies met, in dit geval Fokker. Alleen de waardevermindering van de dollar heeft de kosten nog enigszins binnen de perken gehouden.

Voor Fokker was het project wel voordelig. President-directeur Swarttouw en directeur verkoop Krook overtuigden in 1979 leden van de toenmalige Adviesraad voor Defensie-Aangelegenheden (onder wie ik) ervan dat het F-16-contract voor Fokker van van doorslaggevend belang was geweest. Niet alleen had het bedrijf erdoor de kennis opgedaan om uiterst gecompliceerde besturingssystemen voor de bouw van moderne vliegtuigen te ontwikkelen, en geleerd met koolstofcomposieten om te gaan; de bouw van de F-16 had de firma ook laten overleven tussen het einde van de ene productcyclus en de start van een nieuwe. Mooi voor Fokker, maar uiteindelijk is het toch uitstel van executie geweest.

Ook in dit debat heb ik geen enkel overtuigend argument vernomen waarom de Nederlandse overheid particuliere bedrijven grote sommen voor moet schieten. Eén Betuwelijn is er al één teveel. Voor de PvdA is deze kwestie overigens een uitgelezen zaak om afstand tot paars te nemen - het gebeurt niet vaak dat de partij zich in zijn standpuntbepaling gesteund weet door de meeste defensie-experts en het Centraal Plan Bureau.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
04-04-2002

« Terug naar het overzicht