Een zonderlinge volksstemming

 

Een zonderlinge volksstemming

De kiezers waren toen beter geïnformeerd dan de huidige, al was het maar omdat in 1797 nog geen televisie bestond.

bart tromp


Aan het vorige referendum over een ontwerp-grondwet namen veel minder kiezers deel dan 1 juni het geval zal zijn. Ongeveer 33 procent van de volwassen mannen ging toen naar de stembus; het is de vraag of het percentage straks hoger zal liggen. Zij waren beter geïnformeerd over de zaak dan de huidige, al was het maar omdat in 1797 nog geen televisie bestond.
Dat eerste referendum ging over de ontwerp-grondwet van de Bataafse Republiek. Deze werd met grote meerderheid verworpen. Waar het in feite om ging was of de nieuwe staat een federalistisch karakter zou krijgen of dat hij een eenheidsstaat zou worden, zoals de partij van unitarissen voorstond.
Na de ondergang van de (con)federalistische Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1795) had de daaropvolgende politieke omwenteling – de orangisten eruit, de patriotten erin – een bedaard karakter gedragen. De grote historicus Ernst Kossmann vermeldt de oprichting, in februari 1795, van een Vereenigd Comité van Opstand in Nederland en dat dit de mening was toegedaan dat de ware volksopstand gekenmerkt wordt door rust en orde.
Geen wonder dat de ontwerp-constitutie een weinig radicaal en tamelijk federalistisch karakter had. Na de staatsgreep van de unitarissen in januari 1798 werd een nieuwe, door de Franse gezant gedicteerde, unitaristische grondwet aan een plebisciet onderworpen. Deze werd met vrijwel algemene stemmen aanvaard, volgens een patroon dat wij nu kennen als vaste bijkomstigheid van een feitelijke dictatuur. Aangezien het electoraat toen was ontdaan van alle orangisten en federalisten, tel ik dit plebisciet niet mee als echt referendum.
Bij het referendum over het Ontwerp-verdrag ter vaststelling van een grondwet voor Europa is geen sprake van een richtinggevende keuze, zoals in 1797. Maar in het vreemde debat dat nu in Nederland een beetje op gang is gekomen, wordt de suggestie gewekt dat dit wél het geval is, dat het gaat om een verdere eenwording van de Europese Unie tot een politieke federatie, dan wel om deze te beperken tot een verbond met supranationale trekjes van soevereine staten.
Deze alternatieven hebben echter niets met de ontwerp-grondwet van doen en zijn ook volkomen irreëel. Van een gemeenschappelijke Europese buitenlandse en defensiepolitiek zal geen sprake zijn zolang Groot-Brittannië en Frankrijk grote mogendheid willen blijven spelen op basis van hun kernmacht en hun permanente zetel in de Veiligheidsraad. Daarmee ontbreekt de hoeksteen van een Europese politieke federatie. Omgekeerd is de Europese integratie al veel verder dan dat deze beperkt kan worden tot een uitgebreide vrijhandelszone. Dat dwingt juist tot verdere vormen van samenwerking, om de negatieve aspecten van de laatste in te perken.
Het verdrag is vooral een ordening van de geldende Europese verdragen, die bij verwerping van het ontwerp niets van hun geldigheid verliezen. Daarover bestaat veel verwarring. Een voorbeeld is dat in het ontwerp staat dat het recht van de EU boven het recht van de lidstaten gaat. Zelfs in de officiële Samenvatting van het verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa wordt dit als een verandering opgevoerd. Onzin. Dat Europees recht boven Nederlands recht gaat, is al meer dan veertig jaar het geval; het wordt nu alleen voor het eerst in een verdragstekst vastgelegd.
Dit ligt overigens geheel in de lijn van onze naoorlogse rechtsontwikkeling. Al bij de grondwetsherziening van 1953/1954 is het Nederlandse recht ondergeschikt gemaakt aan de algemene bepalingen van het internationale recht.
De enige juiste vraag over de ontwerp-grondwet is of deze een verbetering dan wel verslechtering biedt ten opzichte van het Verdrag van Nice (2001). Het antwoord daarop is zonder meer positief.
Juist omdat dit referendum geen duidelijke vraag stelt, zou ik liefst niet, of het allerliefst tegen het houden ervan stemmen. Maar als ik stem, stem ik vóór.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
19-05-2005

« Terug naar het overzicht