Einde oorlog: alweer
VAN DE 33 M-18 'Hellcats' waarover het Joegoslavische leger aan het begin van de jaren tachtig beschikte, ontbreekt er nu zeker een. Hij is vernietigd door een Amerikaanse A-10, vrijdagavond op een heuvel bij Sarajevo. Zo werd dit gepantserde en gemechaniseerde antitankkanon-museumstuk uit de Tweede Wereldoorlog nog net geen vijftig jaar oud.
Toch was dit genoeg om de Bosnische Serviers ertoe te bewegen binnen een paar uur de zware wapens te retourneren die ze een dag tevoren uit een VN-depot hadden gestolen. Andermaal werd bewezen wat de enige taal is die ze verstaan. Maar deze kleine luchtactie maakte alweer geen deel uit van een bewuste strategie om een eind aan de oorlog te maken. Toch lijdt het geen twijfel dat een serieus dreigement met luchtstrijdkrachten op te treden tegen de Bosnische Serviers, zo'n resultaat zou opleveren.
De laatsten dreigen nu 'de staat van oorlog' uit te roepen, alsof die niet al lang bestaat. Het is niet realistisch te verwachten dat ze de strijd nog lang kunnen volhouden, als de Servische hulp inderdaad is stopgezet. Op papier telt het Bosnisch-Servische leger 80.000 manschappen. Dat zou betekenen dat 12,5 procent van alle overgebleven Bosnische Serviers (een-derde is gevlucht of vertrokken) onder de wapenen is. Het is een onwaarschijnlijk hoog percentage.
De ironie van de situatie is dat niet de VN, de EU, de CVSE, de Navo of de 'contactgroep' van 'grote mogendheden' de roverhoofdmannen Karadzic en Mladic na 27 maanden ongestraft moorden en plunderen eindelijk de wacht aanzeggen, maar dat hun opdrachtgever Slobodan Milosevic dit doet. Met kenmerkende brutaliteit heeft hij de Servische hulp aan de Bosnische Serviers gestaakt. Belgrado meldde dat honderden vrachtauto's op de dag dat Milosevic de grens met het door Bosnische Serviers bezette deel van Bosnie sloot, onverrichterzake moesten omkeren. Dit geeft een indruk van de schaal waarop de Bosnische Serviers werden geholpen, maar het toppunt van brutaliteit is vanzelfsprekend dat Milosevic altijd stijf en strak heeft ontkend dat deze hulp werd verleend.
In hoeverre de grenzen werkelijk zijn gesloten, weten wij niet. Alleen toezicht op de grensovergangen door VN-waarnemers zou daarover zekerheid kunnen verschaffen, maar die controle weigert Milosevic nadrukkelijk.
Fijnproevers hebben ook opgemerkt dat in de bewoordingen waarmee Milosevic zijn bloedbroeders aan de andere kant van de Drina tot aanvaarding van het nieuwste vredesplan trachtte te brengen, enkele strikken zaten. Hij maakte ervan dat het Bosnisch-Servische deel van Bosnie wel degelijk een zelfstandige staat zou kunnen worden, met het recht zich bij Servie aan te sluiten. Dat sluit het plan nu juist uit. Maar met dit sluwe oprekken schept Milosevic de ruimte om straks, bij de uitvoering van het plan, zijn Groot-Servische strategie voort te zetten.
Ik geloof er niets van dat hij plotseling tot vrede bekeerd is. Hij is alleen slimmer dan de diehards in Pale, die door de internationale gemeenschap dan ook twee jaar in de watten zijn gelegd: zij hebben tot nu toe altijd hun zin gekregen en dat is noch goed voor het karakter, noch voor het oordeelsvermogen.
De sancties doen Servie wel enige pijn, maar werkelijk rampzalig is de toestand van de economie die de kosten van de oorlog niet meer kan opbrengen. Het tovermiddel van Dragoslav Avramovic, de directeur van de centrale bank, is bijna uitgewerkt. Door de bankbiljettenpers stop te zetten en de nieuwe dinar uitwisselbaar te maken met de Duitse mark, is de inflatie teruggedrongen en dat heeft de Servische bevolking het vertrouwen gegeven haar laatste (buitenlandse) spaargeld te besteden. Maar dat is nu op.
Voor Milosevic is aanvaarding van het vredesplan de beste politiek. In de eerste plaats omdat het het grootste deel van de oorlogswinst intact laat. De Bosnische Serviers mogen het overgrote deel van het door hen bezette territorium houden en het resultaat van hun 'etnische zuiveringen' blijft onaangetast. In de tweede plaats komen de VN en de 'contactgroep' pas werkelijk in de problemen als het vredesplan is aanvaard, want dan moet het worden uitgevoerd en daarover is nog niets geregeld. Ruim 50.000 man gevechtstroepen moeten volgens dat plan op de uitvoering ervan toezien. Die zijn er niet en het kan maanden, zo niet jaren duren voor ze er allemaal zijn. De VN-troepen die volgens een resolutie van de Veiligheidsraad de 'beschermde gebieden' moeten beschermen, zijn er meer dan een jaar later immers ook nog steeds niet.
Milosevic streeft nu naar een Cypriotische oplossing. Twintig jaar na de Turkse invasie van Cyprus bezet Turkije nog steeds Noord-Cyprus, in weerwil van resoluties van de Veiligheidsraad, en wordt de scheidslijn tussen het Turkse en het Cypriotische deel door VNtroepen bewaakt. Een situatie waarin de door Serviers veroverde gebieden in Kroatie en Bosnie worden afgeschermd door VN-troepen 'in afwachting van een politieke regeling' - dat loopt vrij zeker uit op de realisatie van Groot-Servie.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 10-08-1994