ENGELSSPREKENDE VOLKEN

Als een doodsbericht is de aankondiging ontvangen dat barones Thatcher (76) niet meer in het openbaar zal optreden. Vorig jaar sprak ze dus voor het laatst het Congres van de Conservatieve Partij toe. Op weg naar de vergaderzaal, zo opende zij haar rede, was zij een bioscoop gepasseerd die adverteerde met de film The Mummy Returns. Haar gevoel voor humor is van dien aard dat ze niet begreep dat dit geen grap in haar voordeel was.

Van haar uitspraken beklijft bovenal deze: 'There is no such thing as society.' Beter is het wereldbeeld van het neoliberalisme niet samengevat. Op deze planeet bestaan alleen maar individuen die ieder voor zich en los van elkaar hun ellebogen gebruiken. Margaret Thatcher droeg dit evangelie niet alleen uit, ze geloofde er zelf in. Toch heeft deze kruideniersdochter haar politieke carriere te danken aan het feit dat ze op tijd een miljonair huwde die haar in staat stelde binnen de Conservatieve Partij omhoog te klimmen.

In 1979 werd zij de eerste vrouwelijke premier van Groot-Brittannie en zij bleef dat tot 1990. Tegen die tijd was zij vergeten dat het Britse kiesstelsel haar weliswaar een meerderheid in het Lagerhuis had bezorgd, maar dat de meeste kiezers altijd tegen haar hadden gestemd.

Onmiskenbaar heeft zij twee prestaties op haar naam staan. Zij heeft de Conservatieve Partij gedemocratiseerd en een eind gemaakt aan de stille hegemonie van landadel en oude rijken, die nog onder haar bewind neerbuigend over multimiljonair Michael Heseltine konden spreken als een man die zijn eigen meubels had moeten kopen. In Chequers, het landhuis dat een Britse premier ter beschikking staat, hielp ze mee met de afwas na een officieel diner.

Daarnaast heeft Thatcher de macht van de vakbonden gebroken, die zowel haar Conservatieve voorganger Heath als diens Labour-opvolger Callaghan de kop heeft gekost. Dat was in het voordeel van de politieke democratie en in het voordeel van de Britse economie. Anders dan de legende wil, is echter onder haar langdurige regime van marktwerking en privatisering de economie er niet echt op vooruitgegaan.

Economisch presteerde Groot-Brittannie veel beter tijdens de zo gesmade Labour-regeringen van Harold Wilson (1964-1970). Toen ze tot aftreden werd gedwongen door haar eigen partij, was de Britse economie een puinhoop en de Britse samenleving nog meer. Als het gaat om de gezondheidstoestand van de Britse bevolking, dan staat deze op de wereldranglijst 23, achter Griekenland en boven Slovenie. (Belgie: 1, Nederland: 2, en de Verenigde Staten, het land met de hoogste uitgaven voor gezondheidszorg in de wereld - 13,2 procent van het bruto nationaal product -, staan op de 17de plaats. Maar nergens ter wereld is gezondheidszorg zo uitgeleverd aan marktwerking.)

Binnenkort verschijnt Thatchers politieke testament, het boek Statecraft. Uit wat daar nu over bekend is, komt naar voren dat zij daarin haar Europafobie tot een logische conclusie brengt. Alle ellende van de twintigste eeuw is ontsproten op 'het continent'. Groot-Brittannie moet de Europese Unie daarom vaarwel zeggen. In plaats daarvan dient Groot-Brittannie min of meer een deelstaat te worden van de Verenigde Staten.

Met dit program betoont Lady Thatcher zich een late erfgenaam van Sir Winston Churchill. Deze zoon van een Britse vader en een Amerikaanse moeder kreeg indertijd de Nobelprijs (voor literatuur!) als beloning voor wat uiteindelijk toch vooral een politiek tractaat is: de vierdelige History of the English-Speaking Peoples. De boodschap daarvan was de lotsverbondenheid van Groot-Brittannie, de Verenigde Staten van Amerika en de toenmalige, vooral door Engelstalige immigranten bewoonde 'dominions' van het Britse rijk. Met die tetralogie keerde Churchill de rug naar Europa, hoewel hij in diezelfde naoorlogse jaren zwaarwichtige redes hield over Europese integratie.

De Amerikaan Dean Acheson, eerder minister van Buitenlandse Zaken onder president Truman, maakte ooit de fameuze opmerking dat Groot-Brittannie een wereldrijk had verloren, maar nog geen nieuwe rol had gevonden. Dat was in 1962. Het advies van Lady Thatcher doet vermoeden dat dit veertig jaar later niet wezenlijk anders ligt.

Maar eigenlijk wordt dit nog meer gedemonstreerd door het beleid van premier Tony Blair. Vanaf 11 september heeft hij zich de meest vastberaden bondgenoot van de Verenigde Staten betoond. Zijn optreden maakte aanvankelijk grote indruk aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Onwillekeurig werd het vergeleken met de nogal lamlendige wijze waarop president George W. Bush zich gedroeg. Zes maanden later ziet Blair eruit als een enigszins onnozele meeloper van Washington, die wordt genegeerd als het om echte politieke beslissingen gaat.

Deze les wordt in feite door Thatchers betoog bevestigd. De 'speciale relatie' met Amerika waar Londen zich zo graag op beroept, komt er nu op neer dat Groot-Brittannie van bondgenoot tot vazal wordt teruggebracht. Mij dunkt: een waarschuwing voor de andere Europese NAVO-leden.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
06-04-2002

« Terug naar het overzicht