Europese democratie
ALLEEN DE vlucht voorwaarts garandeert de vanzelfsprekendheid van het Europese project. Zo heeft Jacques Delors het nooit gezegd, maar het was wel de leidraad in zijn denken en handelen als voorzitter van de Europese Commissie, een functie die hij langer (1985-1995) dan wie ook bekleedde. In zijn ogen is er niets onherroepelijks aan de Europese integratie. Alleen door het proces voortdurend nieuwe impulsen te geven, blijft 'Europa' in stand, zoals een fiets in beweging moet blijven om niet om te vallen.
Met zijn vlucht voorwaarts doorbrak Delors in de jaren tachtig de toen heersende eurosclerose. Hij vaardigde de Europese Akte uit, die per 1 januari 1993 tot het volledig vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en arbeid binnen de territoria van de lidstaten moest leiden.
Daarmee werd de oorspronkelijke doelstelling gerealiseerd van het Verdrag van Rome, waarmee in 1958 de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in het leven werd geroepen. Maar dat succes vroeg om een nieuwe vlucht voorwaarts. Daartoe werd in december 1992 in Maastricht de Economische en Monetaire Unie (EMU) gesticht. Hier vallen twee opmerkingen bij te maken. De eerste is dat de nieuwe stap, net als de vorige, betrekking had op de economie. De verwachting dat bij verdere integratie van de economie zou worden overgestapt op de politiek, was ook nu weer ijdel. De tweede is dat dit besluit werd genomen zonder dat de staatsburgers en volksvertegenwoordigingen in de lidstaten van de Europese Gemeenschap (EG) daarin gekend waren. Pas achteraf mochten zij zich bij gedane zaken neerleggen.
Dit werd verhuld door in Maastricht ook 'een Europees burgerschap' te proclameren en de Europese Gemeenschap een nieuwe naam te geven, Europese Unie (EU), wat een politieke eenheid suggereert die er niet is. Trouwens, ook de naam Europese Gemeenschap beloofde meer dan feitelijk het geval was. Eigenlijk gaat het om de Gemeenschappen: de Europese Kolen- en Staal-Gemeenschap, de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
Door ze tezamen Europese Gemeenschap te noemen, werd enerzijds verhuld dat het om drie industrieel-economische verdragsorganisaties ging, en werd anderzijds het beeld opgeroepen dat het hier een politieke gemeenschap betrof. Volgens hetzelfde procede is ook de naam Europees Parlement ingevoerd, ver voordat de leden van dit orgaan (vanaf 1979) rechtstreeks door burgers werden gekozen. Ook daarna bleef het de bevoegdheden ontberen waarover een echt parlement beschikt.
Het zijn allemaal voorbeelden van de wijze waarop 'Europa' de schijn wil wekken dat het een democratische en politieke gemeenschap is. De plannen van het huidige Duitse voorzitterschap voor een Europese Grondwet passen naadloos in deze propaganda.
Vanuit democratisch oogpunt zou dit allemaal nog enigszins aanvaardbaar zijn, als het ging om een overgangsfase waarin de nationale staten van de Europese Unie langzamerhand opgaan in de Verenigde Staten van Europa. Maar het supranationale Europa van de Europese idealisten heeft allang afgedaan. Inmiddels heeft iedereen begrepen dat het voornaamste doel van de Europese integratie in de eerste en de laatste plaats altijd de instandhouding van de afzonderlijke staten is geweest. De historicus Alan Milward vatte deze constatering perfect samen in de titel van zijn studie The European Rescue of the Nation State (1993).
Europa wordt dus geen politieke federatie, maar blijft een steeds ingewikkelder, voornamelijk economisch samenwerkingsverband tussen nationale staten, die daarbij echter een deel van hun soevereiniteit inleveren. De Europese Unie is een compromis tussen politieke natiestaat en economische supranationaliteit.
De huidige crisis maakt duidelijk dat dit geen houdbaar compromis is, tenzij men voor lief neemt dat de democratie wordt opgegeven. De Europese Commissie is opgestapt op grond van een rapport dat nog eens herhaalde wat rapporten van de Europese Rekenkamer als sinds jaar en dag optekenen over verspilling, gebrek aan controle en gemis aan duidelijke politieke doelstellingen. Ze is niet opgestapt omdat een motie van wantrouwen van het Europese Parlement haar daartoe dwong. Ik begrijp dan ook niets van de euforie van europarlementariers die doen alsof nu de democratie in Europa is versterkt.
De Europese Commissie is niet de regering van de Europese Unie, zoals veel mensen denken. Het is het uitvoerend orgaan, maar beschikt behalve over administratieve ook over wetgevende bevoegdheden. De benoeming van de leden is voorbehouden aan de regeringen van de lidstaten.
'Europa wil Kok,' las ik vorige week. Dat zijn dan drie of vier regeringsleiders. Sinds het Verdrag van Amsterdam heeft het Europees Parlement iets meer te zeggen, maar veel is het niet en met echte democratie heeft het niets te maken.
Echte democratie bestaat eruit dat burgers niet alleen bepaalde mensen kiezen op bepaalde posten, maar ook dat zij daarbij kiezen voor een bepaald programma. Daarvan is noch bij de samenstelling van de Commissie, noch bij de verkiezing van het Europees Parlement sprake. Door bij de komende verkiezingen voor dat parlement thuis te blijven, bewijst de oprechte staatsburger de democratie in Europa daarom een grote dienst.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 24-03-1999