Even afrekenen

 

Even afrekenen

De Vries fileert met een scherp mesje het beleid en de uitgangspunten van het kabinet Balkenende.

bart tromp


Over de ontwikkeling van het CDA sinds de dramatische verkiezingsnederlaag in 1994 (twintig zetels verlies) is in de loop van de jaren een legende in omloop. Deze wil dat de partij zich grondig bezon op haar uitgangspunten, nadat het CDA voor het eerst in zijn bestaan in de woestijn van de oppositie belandde.
Deze acht jaar in de woestijn verlosten de christen-democraten van hun natuurlijk geworden bestuurlijke arrogantie en leidden tot een programmatische vernieuwing, zodat het CDA weer klaar stond om te regeren toen het in 2000 de kans kreeg.
Zo bezien is het beleid van de kabinetten Balkenende de vrucht van een langdurige ideologische loutering. Van deze legende laat Bert de Vries in zijn vorige week verschenen Overmoed en onbehagen niet veel heel. Hij ziet een geleidelijk opschuiven van het CDA naar rechts, dat al in het begin van de jaren tachtig begon. Sociale problemen en maatschappelijke tekorten die daarvoor werden beschouwd als te bestrijden bijverschijnselen van ‘ het onbarmhartige kapitalistische marktsysteem’ werden toen plotseling toegeschreven aan ‘ de verzorgingsstaat’.
Die geleidelijke verschuiving naar rechts heeft echter pas met het aantreden van het kabinet Balkenende II de vorm gekregen van eendimensionale, neoliberale ideologie, die feitelijk breekt met het traditionele christelijk-sociale denken. Als voorbeeld neemt De Vries de zogenaamde Bilderbergrede van premier Balkenende op 25 januari van dit jaar. De kern van diens betoog was dat de overheid niet langer primair verantwoordelijk is voor de solidariteit in de samenleving. Burgers en organisaties moeten zelf voor solidariteit zorgen.
De overheid behoudt zich echter wel het recht voor om in te grijpen als daaruit regelingen voortkomen die te ‘ verzorgend’ zijn. De traditionele regeling van sociale zekerheid past niet bij de moderne werknemer, die geen baan voor het leven meer heeft en veel hoger opgeleid is dan zijn voorganger. Er is daarom minder behoefde aan inkomensbescherming.
Het eerste dodelijk commentaar van De Vries: “Voor zover mij bekend bestaat er geen enkel empirisch onderzoek waaruit die geringere behoefte aan inkomensbescherming blijkt ”. Het betreft hier om een normatief standpunt dat juist strijdig is met de diagnose die is gesteld. Waarom zouden werknemers die in hun leven veelvuldig en meestal niet vrijwillig van baan veranderen, en van wie de beroepsvaardigheden veel vlugger verouderen dan vroeger – die in feite veel grotere risico’s op de arbeidsmarkt lopen dan de traditionele arbeider – daarom veel minder behoefte hebben aan inkomensbescherming?
De Vries: “In de Bilderbergrede komen we de verliezers in onze samenleving niet meer tegen als slachtoffers van een kapitalistisch marktsysteem, maar uitsluitend nog als slachtoffers van een tot passiviteit stimulerende verzorgingsstaat. ”
Wij zijn dan pas op pagina 25 en er volgen er nog 270, waarin De Vries met een mesje – waar je heel goed haringen mee schoon zou kunnen maken – het beleid en de uitgangspunten van het kabinet Balkenende fileert.
Het boek heeft vooral veel aandacht gekregen vanwege zowel de precieze als dodelijke wijze waarop De Vries de mythe doorprikt dat door vergrijzing de AOW onbetaalbaar gaat worden. Dat is echter maar één van de dreigscenario’s waarmee het kabinet Balkenende zijn afbraak van de brede verzorgingsstaat aanvaardbaar probeert te maken. Zij worden echter allemaal vakkundig en leesbaar door De Vries gedemonteerd.
De Vries was fractievoorzitter van het CDA en minister van Sociale Zaken tijdens de kabinetten Lubbers, en in veel opzichten de stille kracht in het bijeenhouden van deze coalitieregeringen. Dit maakt zijn kritiek op het calvinistisch liberalisme van Balkenende II nog dodelijker dan deze anders al zou zijn geweest.
Het daarna verschenen Sociaal Cultureel Rapport 2005 vormt er een stevige onderbouwing van: de overgrote meerderheid van de Nederlandse burgers ziet niets in de door Balkenende begonnen overgang van een Rijnlands naar een Angelsaksisch maatschappijmodel.
Maar niet alleen het CDA zit met deze kritiek in zijn maag. Ze is evenzeer beschamend voor de PvdA, die als oppositiepartij nergens de scherpte en trefzekerheid heeft vertoond die De Vries in zijn boek demonstreert. Misschien is dat geen toeval. Terwijl Balkenende als sleutelterm voor zijn beleid ‘ participatie’ in de plaats heeft gesteld, deed de fractieleider van de PvdA, Wouter Bos, vrijwel hetzelfde door het sociaal-democratisch streven naar gelijkwaardigheid op te willen geven in ruil voor… ... ‘ participatie’.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
08-09-2005

« Terug naar het overzicht