Financiele corruptie
GEORGE W. BUSH heeft 100.000 vrienden (lees: geldgevers) uitgenodigd zijn inauguratie als president mee te vieren. Vele tienduizenden anderen maken zich echter op om in Washington de feestvreugde te verstoren.
Het zijn onder anderen veteranen van Seattle en Praag, tegenstanders van 'globalisering' die zij opvatten als het juk van Amerikaanse ondernemingen op de wereldeconomie. De nieuwe president zien zij als zetbaas van die ondernemingen.
Er zijn eigenlijk geen argumenten die deze stelling ontkrachten. Een van merkwaardigste aspecten van de benoeming van Bush jr. tot president is dat deze zo precies past in een vulgair-marxistische visie op de Amerikaanse politiek. In deze visie zweren de rijken en machtigen ('kapitalisten') samen om de democratie naar hun hand te zetten en als dat niet lukt hun zin met andere middelen door te drijven.
Dat is precies wat er is gebeurd. President Clinton zei het zo: toen Gore de meeste stemmen had behaald, was de enige manier waarop de Republikeinen konden winnen het stopzetten van het tellen van de stemmen in Florida. Daarvoor zorgde de kleinst mogelijke meerderheid van het Hooggerechtshof. Volgens Clinton gaf hij daarmee geen oordeel, maar vatte hij slechts de feiten samen.
Wat Clinton deed was dit: hij erkende dat Bush legaal president van de VS wordt, maar dat dit niet op een legitieme wijze is gebeurd. Legaliteit houdt hier in dat de zonderlinge wijze waarop Bush tot het ambt geroepen is, formeel niet in strijd is met het Amerikaanse (staats)recht. Legitiem is die benoeming daarmee nog niet. Dan zou de gang van zaken ook in overeenstemming moeten zijn geweest met de ongeschreven regels van recht en democratie.
De demonstranten in Washington zijn van verschillenden huize, maar wat hen verenigt is de overtuiging dat Bush jr. niet de legitieme president van de Verenigde Staten wordt. Het ritueel van zijn inauguratie heeft nu juist tot doel zijn legitimiteit te onderstrepen. Door dit ritueel zo opzichtig mogelijk te verstoren, slagen de demonstranten in hun doelstelling. Zij dienen daarmee de democratie, al was het alleen maar omdat in de Amerikaanse media de schandalige wijze waarop Bush jr. het presidentschap heeft bemachtigd, van geen enkele betekenis wordt geacht bij de beoordeling van zijn toekomstige daden.
Dit institutionele vergeten legt een zware last op de democratie in Amerika, want zo wordt de corrumpering van het principe van eerlijke verkiezingen achteraf goedgekeurd.
De 'verkiezing' van George Bush jr. staat helaas niet alleen als het gaat om aantasting van de basisprincipes van de democratie. Ook in Europa doet deze zich voor. Steeds is de achtergrond dezelfde: politici en partijen hebben meer en meer geld nodig om door middel van verkiezingen macht te verwerven en te behouden. De vrijwilligers in partijverband hebben plaatsgemaakt voor dure adviesbureaus en nog duurdere reclame via audiovisuele media.
In de laatste jaren van de Conservatieve regering in het Verenigd Koninkrijk waren financiele schandalen schering en inslag, afgezien van die als gevolg van schilderachtige seksuele voorkeuren van Conservatieve politici. De term 'sleaze' (geknoei) kwam in zwang. Maar na de val van de Conservatieven blijkt ook de Labour Party niet vrij van financiele 'sleaze'. In Italie was zulke 'sleaze' gemeengoed bij alle partijen, van christen-democraten tot en met communisten. De grote schoonmaak in de jaren negentig heeft daar maar gedeeltelijk een eind gemaakt.
De Franse president Chirac staat al heel lang onder verdenking. Hij dankt zijn huidige positie vooral aan het feit dat hij als burgemeester van Parijs een partijmachine beheerste die in ruil voor betaling ondernemingen bevoordeelde en loyaliteit van belangrijke partijgenoten kocht met gunsten als vrijwel gratis woningen in de duurste arrondissementen.
Wie mocht denken dat de geldhonger van partijen en politici kan worden gestild door genereuze staatssteun, is het afgelopen jaar pijnlijk uit de droom geholpen. De Bondsrepubliek Duitsland heeft veruit het royaalste subsidiebeleid ten aanzien van politieke partijen. Maar dat was kennelijk niet genoeg, in elk geval niet voor de CDU onder Helmut Kohl.
Kennelijk gaat het hier niet om incidenten. Er is sprake van een wijdverbreide trend waarin het principe van politieke democratie bedreigd wordt door financiele corruptie. In dit licht wekt het verbazing dat een paar weken geleden zonder slag, stoot en serieus debat de subsidie aan politieke partijen in Nederland is verdubbeld. Meer staatssubsidie is eerder een bedreiging dan een versterking van de democratie.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 18-01-2001