Frisse en vrolijke vrede
OVER HET EERSTE vredesplan voor Bosnie-Hercegovina werd al onderhandeld nog voordat de republiek in april 1992 onafhankelijk werd en het toenmalige Joegoslavische Nationale Leger het grootste deel van het land onder de voet liep.
Bij de eerste (en tot nu toe laatste) vrije verkiezingen, eind 1990, hadden de drie etnische partijen samen 86 procent van de stemmen op zich verenigd. Vertegenwoordigers van de drie partijen onder leiding van de speciale gevolmachtigde van de Europese Unie, Jose Cutilheiro, kwamen bij het zoeken naar een staatkundige structuur waarin allen zich konden vinden, uit op wat werd voorgesteld als 'het Zwitserse model'. Net als Zwitserland zou Bosnie-Hercegovina een federatie van kantons worden. Anders dan in Zwitserland zouden die kantons een zekere etnische homogeniteit moeten hebben.
De besprekingen over het hierover gesloten principeakkoord liepen echter vast, toen het erom ging de precieze grenzen van de kantons te bepalen. Serviers, Kroaten en Bosniers woonden immers nogal door elkaar. Zelfs in het compromisvoorstel dat de EU uiteindelijk op tafel legde, verbleven 59 procent van de Bosnische Kroaten en meer dan de helft van de Bosnische Serviers buiten het Kroatische, respectievelijk Servische kanton. Dat compromis werd niet aanvaard, maar dit eerste vredesplan stimuleerde wel rampzalig de politiek van 'etnische zuiveringen'.
In augustus 1992 was het al van tafel. Nu kregen Lord Owen en Cyrus Vance de opdracht iets nieuws te bedenken, waarbij hun opdrachtgevers duidelijk maakten dat zij onder geen beding iets zouden ondernemen tegen de moordpartijen die onder hun ogen doorgingen.
De eerste versie van het vredesplan van Owen en Vance werd in januari 1993 aan de strijdende partijen voorgelegd. In de media heette het dat het neerkwam op acceptatie en legitimering van de etnische zuiveringen. In Nederland gebeurde dat al door columnisten en commentatoren op een moment dat zij dat plan niet eens konden hebben gelezen.
Het plan was echter juist gericht op het ongedaan maken van de 'etnische zuiveringen' en op het garanderen van de integriteit van de Bosnische staat. Het voorzag in de vorming van tien tamelijk autonome provincies met een gemeenschappelijke regering. Sarajevo zou een speciale status krijgen, als 'vrije stad'.
Die provincies waren allemaal ingedeeld op een manier dat zij etnisch gemengd waren, ook al kende elke provincie een etnische meerderheid. De grenzen waren bovendien zo getrokken dat provincies waarin Kroaten of Serviers de meerderheid vormden, niet aan elkaar grensden en ook niet aan Kroatie of Servie. Aldus moest de terugkeer van de verdrevenen mogelijk worden, en de vorming van een Groot-Servie of Groot-Kroatie onmogelijk.
Het plan werd door alle partijen aanvaard, inclusief Karadzic en Milosevic. Maar het zogenaamde parlement van de Bosnische Serviers wees het af, en daarbij legden de instemmers zich zonder enig misbaar neer.
Het vredesvoorstel voorzag ook in de stationering van een aanzienlijke internationale troepenmacht die desnoods gewapenderhand op de uitvoering van de akkoorden moest toezien. Daarvoor bestond, ondanks alle mooie woorden, noch in West-Europa, noch in de Verenigde Staten enige animo.
Vance haakte af en werd opgevolgd door Stoltenberg; Owen ploegde met hem voort, nu in slijm. Het nieuwe plan behelsde de ontbinding van Bosnie-Hercegovina in een confederatie van drie nagenoeg onafhankelijke republieken op etnische grondslag. De confederale regering zou alleen nog competent zijn inzake buitenlandse politieke en internationale handel. Op termijn zouden de deelrepublieken zich kunnen aansluiten bij een andere staat, mits de anderen daarmee instemden.
In feite hield dit voorstel de liquidatie van Bosnie-Hercegovina in, want het onvermijdelijke resultaat was dat de Kroatische en Servische expansie na een beleefdheidstermijn zou worden gehonoreerd, en dan een minieme, noch economisch, noch politiek levensvatbare Bosnische staat zou overblijven. Ditmaal weigerde uiteindelijk de Bosnische regering akkoord te gaan.
Enkele maanden later kwam de inmiddels gevormde 'Contactgroep' met een vierde vredesvoorstel, dat na vele mitsen en maren zijn definitieve vorm kreeg en toen met de waarschuwing 'slikken of stikken' werd voorgelegd aan de strijdende partijen. Allen accepteerden, op de Bosnische Serviers na die het in augustus 1994 definitief verwierpen. De 'Contactgroep' deed vervolgens niets; de oorlog ging voort.
Er werd geen vinger uitgestoken toen in de zomer van dit jaar de troepen van generaal Mladic de door de VN tot 'veilige gebieden' geproclameerde Bosnische enclaves Srebrenica en Zepa onder de voet liepen, en er hun gebruikelijke massamoorden pleegden. Vervolgens was Bihac aan de beurt, maar ditmaal misrekenden de Bosnische Serviers zich. Hun aanval op dit 'veilige gebied' gaf het Kroatische leger de gelegenheid Bihac te ontzetten door de hele Krajina terug te veroveren, en sindsdien zijn voor het eerst sinds het begin van de oorlog de frontlinies aan het schuiven.
Een Servische mortieraanval op Sarajevo, die 37 doden opleverde in plaats van de dagelijkse tien tot vijftien die wereldopinie en VN als normaal en dus aanvaardbaar waren gaan beschouwen, leidde tot het eerste machtsvertoon van de Navo. De Verenigde Staten gingen zich daadwerkelijk met de Bosnische kwestie bemoeien en de diplomaat Holbrooke bracht de partijen tot aanvaarding van de uitgangspunten van een vijfde vredesplan.
Niemand heeft dat plan gezien, en waarschijnlijk bestaat het nog niet in uitgewerkte vorm. Maar de uitgangspunten beloven niet veel goeds. Opnieuw wordt besloten tot een deling op etnische grondslag van Bosnie-Hercegovina, ook al heet het dat de vorming van een Bosnisch-Servische en Kroatisch-Moslimse 'entiteit' niet ten koste zal gaan van het voortbestaan van Bosnie als een zelfstandige staat binnen de bestaande grenzen.
Herbert Okun, indertijd de plaatsvervanger van Cyrus Vance, zei twee weken geleden al verbaasd: 'Het lijkt erop dat wij de Bosnische Serviers bombarderen om hen tot aanvaarding van hun eigen vredesvoorstellen te brengen.' Alles wijst erop dat in Bosnie-Hercegovina een frisse en vrolijke vrede dreigt uit te breken. Daaraan veranderen de gisteren gemaakte afspraken over verkiezingen en een - etnisch ingedeeld - parlement voorlopig niets.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 27-09-1995