Frivoliteiten
1968! STUDENTENPROTEST waait 25 jaar later op en onvermijdelijk wordt de vergelijking getrokken. Als veteraan van de jaren zestig kan ik melden dat deze in het algemeen nergens op slaat.
Precies 25 jaar geleden organiseerde het bestuur van de plaatselijke SVB (Studentenvakbond) waarvan ik, als ik het mij goed herinner, toen voorzitter was, in het Academiegebouw van de Groningse universiteit een manifestatie over (of tegen) iets wat me nu niet meer te binnen wil schieten. De ene spreker was 'Geschaftsfuhrer' van de Duitse SDS; wij haalden hem af van het vliegveld van Eelde. Hij eindigde zijn toespraak met: " La rue vaincra." Dat was voor een Duitser niet alleen een manifestatie van cosmopolitisme, maar het leek mij - toen al sociaal-democraat van instelling - geen aanvaardbaar vooruitzicht.
De tweede spreker daagde niet op, maar verontschuldigde zich per telegram: " Wegens revolutionaire ontwikkelingen in Amsterdam verhinderd te komen." (Ik citeer zonder aarzeling uit mijn hoofd.) Het betrof hier Ton Regtien en de 'revolutionaire ontwikkelingen' hielden in dat een bijeenkomst van studenten in de Aula van de universiteit over de evenementen in Parijs willens en wetens zou worden voortgezet nadat het gebruikelijke sluitingsuur van half elf was verstreken. Pas achteraf realiseerde ik mij dat Regtien nog niet had kunnen weten dat het zo zou lopen toen hij zijn telegram verstuurde - tenzij het zo van tevoren was geregeld. Zo kreeg ik al op vroege leeftijd inzicht in de spontaneteit van verzet.
De latere bezetting van het Maagdenhuis was voor ons studentenleiders geen verrassing. Al vanaf januari hadden Regtien en de zijnen in het 'Sentrale Beleids Komitee' van de SVB daarop aangedrongen. Maar zij hadden nooit een antwoord weten te geven op de vraag waar dat dan wel goed voor zou zijn. Toen de Roomse boterbekken van Tilburg de Katholieke Hogeschool bezetten en omdoopten tot 'Karl Marx-Universiteit', was voor de Amsterdammers echter de maat vol.
De bezetting van het Maagdenhuis betekende het einde van de SVB, van de reformistische studentenbeweging. Zij luidde, via een korte periode van ultraanarchisme, de overname van de beweging door de CPN in. Dat is een triest verhaal, maar wat mij, als participant, toen het meest trof, was de welwillendheid waarmee de gevestigde politiek op dit alles reageerde. Flauwekul waarvoor wij onszelf schaamden, werd onmiddellijk ernstig genomen door de 'regenten'. De PvdA ging daarin het verst en mijn respect voor Joop den Uyl berust nog altijd in de eerste plaats op het feit dat hij toen, tegen Nieuw Links en al die meelopers in, haarfijn stelde waar de grenzen van democratie en rechtsstaat lagen en dat 'la rue vaincra' aan gene zijde lag.
Het studentenprotest van toen was grotendeels frivool, maar werd door de politiek veel te serieus genomen. Dat leidde tot een onberaden 'democratisering' die door de politiek even gemakzuchtig mogelijk werd gemaakt als de daarop volgende en nog steeds verdergaande bureaucratisering van de universiteiten.
Nu is het de politiek die frivool is. Kamerbreed wordt al jarenlang een beleid gesteund dat zoveel mogelijk jongeren naar de universiteit drijft. De toegangseisen zijn stelselmatig verminderd en dat geldt ook voor de middelen: de universiteiten moeten steeds meer studenten voor steeds minder geld naar een doctoraal examen voeren. Wat voor iedere instelling van hoger beroepsonderwijs vanzelfsprekend is, is de universiteiten verboden: zij mogen noch kwalitatieve, noch kwantitatieve toelatingseisen stellen.
Daaraan gekoppeld is een stelsel van studiefinanciering dat elke student een (kleine) basisbeurs geeft, met de mogelijkheid de resterende studiekosten te lenen. Indertijd werd dat financieel mogelijk gemaakt door de kinderbijslag en kinderaftrek voor studerende kinderen af te schaffen. Nu de basisbeurs blijkbaar grotendeels wordt geschrapt, ligt het in de rede aan die afschaffing een eind te maken. Maar dan komt de bezuiniging neer op 'vestzak-broekzak': wat het ministerie van onderwijs en wetenschappen bezuinigt, moet het ministerie van sociale zaken weer gaan betalen. Of is het de bedoeling van dit kabinet gezinnen financieel te straffen omdat de kinderen ervan gaan studeren?
Het dolst maakt het CDA-fractieleider Brinkman die elk jaar vijf procent op de overgebleven basisbeurs wil korten. Het is een overtuigende demonstratie van de frivoliteit van de het huidige regeringsbeleid. Vermeende en willekeurige bezuinigingen worden belangrijker geacht dan overwegingen van bestaanszekerheid, sociale rechtvaardigheid en de toekomstige welvaart van Nederland.
Een land dat zo dichtbevolkt is, zo weinig speerpuntindustrie heeft en steeds ongunstiger komt te liggen in de grote internationale verkeersstromen, kan het zich niet permitteren universitair onderwijs zo te organiseren dat de kosten per student lager liggen dan die voor kleuters.
- Auteur
- Bart Tromp
- Verschenen in
- Het Parool
- Datum verschijning
- 05-05-1993