Geloofwaardigheid van de VN

ZIJN MOOISTE uur beleefde Kofi Annan, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, toen hij in een persoonlijk onderhoud met de Iraakse leider Saddam Hoessein de impasse over de wapeninspecties door Unscom wist op te lossen. Dat was in februari 1998 en zo voorkwam hij een vervolg van de Golfoorlog.

Enkele maanden later bleek dat Saddam Hoessein zich aan deze afspraak niets gelegen liet liggen. Dat werd stilzwijgend door de Veiligheidsraad geslikt en klokkenluider Scott Ritter, vanaf 1991 lid van het Unscom-team, begon te beieren dat het een aard had.

Volgens hem zetten de Verenigde Staten Unscom onder druk om geen serieuze inspecties meer uit te voeren. Dat kwam wereldmacht nummer een toen niet gelegen. Andere permanente leden van de Veiligheidsraad als Frankrijk en Rusland maakten allang duidelijk dat zij af wilden van de inspecties en sancties waartoe zij zelf hadden besloten, nadat Irak in de zomer van 1990 Koeweit had overvallen en geannexeerd.

Vorige maand rapporteerde Unscom-directeur Butler dat de tegenwerking van het Iraakse regime de VN-inspectieteams het werken feitelijk onmogelijk maakte. Secretaris-generaal Annan reageerde niet op het feit dat hij door Saddam Hoessein in zijn hemd was gezet. Toen hij vorig jaar uit Bagdad terugkeerde, gaf hij hoog op van de overeenkomst die hij met hem had gesloten. Annan zei dat deze kwalitatief van alle andere afspraken met Irak verschilde, omdat de onderhandelingen nu rechtstreeks met Saddam Hoessein waren gevoerd. Als ook deze overeenkomst werd gebroken, zou de Veiligheidsraad niet voor harde maatregelen terugschrikken.

Nog geen jaar later veegde Saddam Hoessein de vloer aan met die 'kwalitatief andere overeenkomst'. Annan mocht dan rechtstreeks met de dictator gesproken hebben, ik wees er in deze rubriek toen al op dat hij een ernstige fout had begaan doordat hij vice-premier Tariq Aziz als Iraakse ondertekenaar had geaccepteerd in plaats van Saddam Hoessein zelf.

Ook met zijn tweede beoordeling zat hij ernaast: de Veiligheidsraad reageerde helemaal niet krachtig op het vertrek van Unscom. Dat deden twee permanente leden wel, tot woede van de andere drie, die, Frankrijk voorop, aan het bazelen sloegen over 'een andere oplossing' die zij maar al te duidelijk niet in voorraad hadden.

De uitzichtloze zaak van de Veiligheidsraad versus Irak heeft een andere kleur gekregen door de aanval van medewerkers van Kofi Annan op Unscom. (Zelf weet hij volgens een vertrouwd procede vanzelfsprekend van niets.) Zij lieten aan Amerikaanse kranten weten dat Unscom als dekmantel van Amerikaanse spionage tegen Irak dienst deed - precies wat het regime in Bagdad al jaren beweert.

Of dit waar is, is niet eenvoudig uit te maken. De VN mogen niet beschikken over een eigen inlichtingenapparaat. Dat zou immers een inbreuk op de soevereiniteit van de lidstaten betekenen. De opdracht van de Speciale Commissie van de VN (Unscom) om de Iraakse massavernietigingswapens op te sporen en te vernietigen, was dan ook onmogelijk geweest zonder medewerking van de inlichtingendiensten van lidstaten.

Die zijn daartoe dan ook in desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad opgeroepen. Sommige zijn daartoe meer bereid en beter in staat dan andere, dat spreekt voor zichzelf.

De Unscom-inspecteurs tekenden een contract waarin zij beloofden hun bevindingen niet aan hun regeringen of het publiek in het algemeen bekend te maken. Maar het was onvermijdelijk dat de informatie waarom Unscom verlegen zat, vooral die over de wijze waarop Iraakse instanties de inspecties tegenwerkten (mede dankzij het verraad van Iraakse en pro-Iraakse ambtenaren van de VN), ook inzicht gaf in de wijze waarop Saddam Hoessein zichzelf beveiligt.

Zulke informatie viel buiten het mandaat van Unscom, maar kwam zo wel ter beschikking van behulpzame lidstaten als de Verenigde Staten. Dat was onvermijdelijk. De Verenigde Naties zijn niet een onafhankelijke en zelfstandige boven-nationale grootheid (zoals vaak ook in Nederland wordt gedacht), maar een eigenaardige combinatie van een multinationale bureaucratie en een politiek directoraat van een supermacht, drie voormalige grote mogendheden en een toekomstige supermacht.

De verbindingsschakel tussen die twee niveaus is de secretaris-generaal. Kofi Annan is indertijd enthousiast binnengehaald als opvolger van Boetros Boetros-Ghali. Hij was immers gepokt en gemazeld binnen de VN. Was dat een voordeel? In zijn vorige functie als assistent-secretaris-generaal stopte hij de informatie van de kleine VN-missie over het aanstaande bloedbad in Rwanda in de doofpot. Als VN-bureaucraat was hij de mening toegedaan dat de Veiligheidsraad toch niet bereid zou zijn tot de - geringe - militaire inspanning die de moord op een half miljoen mensen had kunnen voorkomen.

Kennelijk is hij nu tot de conclusie gekomen dat het beter is de politiek van de VN jegens Saddam Hoessein maar op te geven. Het verdacht maken van Unscom is daartoe een probaat middel. Na het echec van de VN in voormalig Joegoslavie werkt Kofi Annan zo mee aan verdere uitholling van de geloofwaardigheid van 'de volkerenorganisatie'.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
13-01-1999

« Terug naar het overzicht