Gemengde gevoelens

KOMENDE ZATERDAG een grote en gezamenlijke actie voor de stakkers in Bosnie-Hercegovina. Het is nog niet zo geregeld dat er een Algemeen Nederlandse Televisie Manifestatie aan wordt gewijd. Dat is aan de ene kant ook maar beter van niet. Aan de andere kant wordt de actie zo het predikaat 'hoogste belang' onthouden, want dat wordt sinds 'Open het dorp' alleen maar toegekend aan hulpacties die ten minste een hele televisieavond in beslag nemen.

Als ik zeg dat ik gemengde gevoelens koester over deze actie, druk ik mij zwak en onduidelijk uit. Aan die actie is niets mis, als ik afga op de intenties van degenen die deze organiseren. En dat zijn zeer veel organisaties van zeer uiteenlopende achtergrond. Het is al een staaltje van de anders veel gesmade vaderlandse consensuspolitiek, dat zij elkaar in een gemeenschappelijk project hebben gevonden.



De basis voor een actie als deze is de onrust die wordt teweeggebracht door de discrepantie tussen wat wij ervaren als het normale leven in Nederland en datgene wat via de media tot ons doordringt over de oorlog in Bosnie-Hercegovina. Het is niet te rijmen: welvaart, rust en zekerheid hier, in vergelijking met het tegenovergestelde daar.

Rijmpogingen worden wel ondernomen. Natuurlijk, welvaart, rust en zekerheid zijn ook in Nederland betrekkelijk. De Balkan is geen Utrecht met bergen en bokken. Maar zulke pogingen het vergelijkbare onvergelijkbaar te maken, slagen bij de meeste beschaafde mensen niet. Vandaar dat zij zich schamen over wat daar gebeurt. Dat is de basis van hulpacties als deze.

Schaamte is de basis van solidariteit. Men schaamt zich voor iets, omdat men zich verantwoordelijk voelt voor wat er is misgegaan. En omdat men zich identificeert met het slachtoffer: dat had men zelf kunnen zijn. Schaamte als basis van altrusme moet scherp worden onderscheiden van medelijden. Medelijden heeft men met degenen die anders zijn, met wie men zich nooit zal identificeren, maar van wie het leed een ongemakkelijke smet vormt op het gevoel van eigenwaarde.

De filosoof Thomas Hobbes stond in zijn tijd - overigens ten onrechte - bekend als theoreticus van het egosme. Zijn filosofie werd zo verstaan dat het najagen van eigenbelang ('individuele nutsmaximering' noemen hedendaagse economen dat) het centrale motief van menselijk handelen heette te zijn. Volgens een beroemde anekdote werd Hobbes in de jaren vijftig (van de zeventiende eeuw) door enkele arglistigen gesnapt toen hij op het Londense Strand een aalmoes aan een bedelaar gaf. Zij dachten de geduchte politieke theoreticus daarmee betrapt te hebben op een handeling die geheel inging tegen zijn doctrine van egosme. Maar Hobbes antwoordde bedaard dat hiervan geen sprake was: de aalmoes had hij niet zozeer gegeven om de bedelaar te helpen, als om zijn eigen gemoedsrust te bewaren.

Dat Hobbes' politieke theorie wel individualistisch is, maar niet egostisch en dat het hele verhaal apocrief is (maar wel in overeenstemming met wat wij van zijn karakter weten) - het is allemaal niet erg belangrijk, want deze anekdote illustreert allerduidelijkst de dubbelzinnigheid in alle hulp die vrijblijvend is. Dubbelzinnig, omdat zij evenzeer op de gever als op de ontvanger is gericht, en het is maar de vraag wie van de gulle gift het meest profiteert.

Dan maar niet geven, niet meedoen aan de actie? Dat is een gemakkelijke uitweg die aan die dubbelzinnigheid geen eind maakt. Maar de erkenning, het besef van die dubbelzinnigheid - dat zou toch wel eens wat meer de nadruk mogen krijgen.

In het geval van Bosnie-Hercegovina te meer, omdat er hier geen sprake is van de voorwaarde die meestal geldt bij deze acties: dat er een duidelijk onderscheid is tussen oorlogvoering enerzijds en hulp aan de onschuldige slachtoffers anderzijds. Onschuldig zijn de slachtoffers hier zeker. Maar de oorlogvoering is niet gericht tegen militaire tegenstanders. Het object is in de eerste plaats nu juist onschuldige burgers. 'Humanitaire hulp' is daardoor een instrument van oorlogvoering geworden, wat ook de mooie bedoelingen erachter zijn.

Mijn 'gemengde gevoelens' zijn verder gewekt door nog iets heel anders. Het hele mechanisme van hulpverlening, zou ik willen stellen, heeft elementen in zich waarbij 'solidariteit' wordt getransformeerd in 'medelijden'. Ik bedoel met die frase dat mensen als u en ik worden veranderd in zielige objecten. Wij willen vluchtelingen graag helpen, omdat ze niet zijn als wij. De Haagse commies uit het Benoordenhout spreekt zijn zorg uit over de stationering van Bosnische vluchtelingen in de voormalige barakken van het ministerie van Vrom, ook al zijn dat artsen en hoogleraren. Maar hij roept wel op afgedankt speelgoed voor hun kinderen in te zamelen.

In de gedachteloze degradatie van medemensen tot 'vluchteling' en 'hulpbehoevend' zit onbedoeld, onbewust en onmiskenbaar de stelling dat het eigenlijk hun eigen schuld is en dat wij beter zijn, omdat het hier niet zover is gekomen.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
15-12-1993

« Terug naar het overzicht