Geslaagd! Met vlag en wimpel!

VERBAASD zag ik zaterdagavond j.l. op het NOS-journaal een politiek relletje geproduceerd worden dat daarna nog dagenlang door de media in leven werd gehouden. Een kwalificatie van VVD-leider Bolkestein aan het adres van D66-staatssecretaris Tommel, gemaakt in een uitvoerig interview in Het Parool, werd voorgesteld als een welbewuste zet in de komende verkiezingsstrijd. Bolkestein kwam zelf niet aan het woord, maar beoogd D66-lijsttrekker Els Borst sprak moederlijk-bezorgde woorden aan het adres van haar oud-klasgenoot, dat hij toch niet zulke gemene dingen van haar Tommeltje mocht zeggen. Daarop volgde ook nog een flinke piep van PvdA-fractievoorzitter Wallage uit Groningen.

Al deze reacties hadden dit gemeen dat ze in het geheel niet ingingen op wat Bolkestein had gezegd. Dat bleef zo in de media totdat Den Haag Vandaag na de abominabele journalistiek van het zaterdagse NOS-journaal op maandagavond met een interview met Tommel kwam; Tommel, die door Bolkestein 'een politieke onbenul' was genoemd vanwege zijn volgehouden vice-voorzitterschap van de Vereniging Nederland-DDR. Ik kan het hierin moeilijk met hem oneens zijn, al was het maar omdat ik een week eerder in deze rubriek Tommel op precies dezelfde grond dezelfde titel heb verleend.

Wat mij betreft ging het daarbij in het geheel niet om een listige verkiezingsmanoeuvre, het openen van een heksenjacht of het met modder gooien naar de goedlachse volkshuisvester. Ik heb geen reden om aan te nemen dat het voor Bolkestein anders ligt. Het gaat om niets meer en niets minder dan om een politieke beoordeling van Tommels optreden als (tweede) vice-voorzitter van die merkwaardige vereniging.

De Vereniging Nederland-DDR was een klassieke mantelorganisatie. 'De mantelorganisatie' werd aan het eind van de jaren twintig uitgevonden door de Duitse communist Willy Munzenberg. Zo'n organisatie moest een mooie, algemeen aanvaarde ('voor vrede') doelstelling hebben en een bestuur met klinkende namen uit alle gezindten, maar gedreven worden door een secretariaat van partijleden, die erop toezagen dat de partijlijn werd gevolgd. De Vereniging Nederland-DDR was geen mantelorganisatie van de CPN (zoals het comite Stop de Neutronenbom eind jaren zeventig), maar van de DDR. De vereniging kwam voort uit een comite dat begin jaren zeventig zijn ijveren voor de volkenrechtelijke erkenning van de DDR als tweede Duitse staat bekroond zag. Bij de laatste vergadering van de comite bleek men in meerderheid niet te voelen voor opheffing na gedane zaken en door te willen gaan als vereniging, hoewel een van de oorspronkelijke oprichters, het PSP-Kamerlid Van der Spek, toen de profetische woorden sprak: 'Bij normale betrekkingen wordt een voormalige vereniging of stichting onvermijdelijk een verlengstuk van het ministerie van buitenlandse zaken van de DDR.'

Dit was precies wat gebeurde. Het dagelijks bestuur voerde trouw de opdrachten van de DDR-autoriteiten uit; de leden hadden niets te vertellen en vonden dat best. Een van de belangrijkste activiteiten van de vereniging was het regelen van bezoeken van delegaties van Nederlandse politici, gemeentebesturen e.d. aan de DDR, om 'vriendschap' en 'begrip' voor de arbeiders- en boerenstaat te kweken. De langjarige secretaris van de vereniging spuwde er na de val van de Muur zijn gal over: 'Als ik nog aan al die andere gasten denk die meegingen... de meeste burgemeesters en Kamerleden zaten er maar te geilen en te zuipen en deden er nooit hun mond open.'

Dick ('ik ben boos') Tommel legde maandagavond in Den Haag Vandaag uit dat hij niet zomaar bestuurslid was geworden. Hij had eerst de toenmalige minister van binnenlandse zaken bij de BVD laten uitzoeken of de vereniging een mantelorganisatie was - en die had na een week laten weten: doe maar! Zelden is de reputatie van de BVD zo schokkend te grabbel gegooid, zij het dat Tommel geen spoor van bewijs voor zijn verhaal aanvoerde.

Het was de vereniging erom te doen geweest om, 'op het hoogtepunt van de Koude oorlog', in gesprek te blijven met de gewone mensen daar. Daar was het hem ook om te doen geweest, al wist hij best dat het regime niet deugde. Maar 'gewone mensen', die waren toch geen gesprekspartners bij zulke officiele, door het DDR-regime georganiseerde bezoeken? O, jawel, knikte Tommel opgewekt, wethouders, gemeenteraadsleden, noem maar op. Neen, dissidenten niet, daar was moeilijk mee in contact te komen. In een interview van een paar jaar geleden zei Tommel het nog simpeler: 'We wisten niet wie dat waren.'

In werkelijkheid werden de buitenlandse bezoekers er systematisch afgeschermd van het trieste leven van de DDR-burgers, nog afgezien van het feit dat die er last van zouden hebben gekregen als ze zomaar met buitenlanders hadden gesproken. De DDR verschilde in dit opzicht niet van andere totalitaire regimes, van Mao's China tot Saddams Irak. Alleen in graad: de Stasi had meer dan vijf keer zoveel agenten als de Gestapo indertijd in heel Duitsland, inclusief Oostenrijk en Tsjechoslowakije.

Op maandagavond om 23.15 uur slaagde Dick Tommel met vlag en wimpel voor het diploma 'politiek onbenul'.

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
19-11-1997

« Terug naar het overzicht