Goed en slecht nieuws



Oorlogen in Afghanistan en Irak houden het terrorisme hier in leven

Een klein jaar geleden bliezen in Londen vier Britse jonge mannen zichzelf op. Drie in de ‘underground’, één in een dubbeldeksbus. Ze veroorzaakten zo de dood van 56 burgers. Zevenhonderd reizigers raakten gewond. Eén van de daders was afkomstig uit Jamaica, de drie andere waren van Pakistaanse afkomst. Toen sommigen deze aanslagen in verband brachten met de Britse deelname aan de oorlog in Irak, wees premier Tony Blair zo’n verklaring categorisch van de hand. Hij niet alleen. Walgelijk, hoe tegenstanders van de oorlog zo hun gelijk willen halen, schreef bijvoorbeeld een commentator in de Volkskrant. 

Algemeen deed de verdenking de ronde dat de vier gemanipuleerd waren door Al-Qa’ida. Er werd over gespeculeerd of niet een mastermind met een radiografisch signaal de explosieven in de rugzakken van de vier tot ontsteking had gebracht.

Het onderzoek is nu afgerond. Van een operatie van Al-Qa’ida is geen sprake geweest. De vier terroristen hebben alles op eigen houtje gedaan. Ze maakten geen deel uit van welk netwerk, van welke organisatie dan ook. Het radicalisme dat tot hun daad had geleid, was ook van eigen fabrikaat. De Britse deelname aan de oorlog in Irak was inderdaad het doorslaggevende motief voor hun daad geweest.

Deze uitkomst is goed nieuws en slecht nieuws. Het is goed nieuws omdat het bevestigt wat ik al eerder schreef: dat Al-Qa’ida als een wereldomspannende organisatie niet meer bestaat. Hier zijn de maatregelen die na 11 september 2001 zijn genomen effectief geweest. 

De meeste van die maatregelen waren niet militair van aard. Ze betroffen het in kaart brengen van geldstromen en het opsporen van verdachten door inlichtingendiensten en politie. 

Het is ook goed nieuws, omdat het bevestigt dat we niet te maken hebben met een ‘botsing der beschavingen’, een notie die populair is geworden door het gelijknamige boek van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington. Dat is eigenlijk het papier waarop het is gedrukt niet waard. Voor zover ‘beschavingen’ al als op zichzelf staande fenomenen kunnen worden beschouwd, spelen de meeste ‘botsingen’ zich immers al sinds jaar en dag binnen die zogenoemde beschavingen af. 

Er is kortom, geen enkele grond aan te nemen dat wat zich nu voordoet terug te voeren is op een fundamentele tegenstelling tussen ‘de islam’ en ‘het Westen’, zoals veel te veel praatjesmakers maar blijven beweren. 

Al-Qa’ida was erop gericht de in zijn ogen foute islamitische regimes ten val te brengen. Omdat het niet lukte de moslimbevolking in Noord-Afrika en het Midden-Oosten achter zich te krijgen, werd van strategie veranderd: de Verenigde Staten, de beschermer van de foute regimes, een zware slag toebrengen. Dan zou de moslimbevolking zich alsnog achter Al-Qa’ida scharen. Die verwachting is gelogenstraft, al is de oorlog in Irak een godsgeschenk voor Osama bin Laden.

Het slechte nieuws is dat terreur in West-Europa nu een kwestie is geworden van jonge immigranten, vaak al van de tweede generatie, die via internet en een autochtone vorm van het salafisme zich een eigen islam scheppen waarin moord en doodslag tegen ‘ongelovigen’, inclusief moslims, gewettigd is. Het salafisme is een naargeestige vorm van de islam uit Saudi-Arabië. Het kent overigens ook een vreedzame variant, volgens welke de echte gelovigen zich in uiterlijk, kleding en gedrag geheel moeten isoleren van de rest van de maatschappij.

Terrorisme is geen politieke beweging, maar een instrument. De term ‘islam-terrorisme’ is daarom misleidend, en dat geldt evenzeer voor ‘jihad-terrorisme’. Beter is het te spreken van terroristische activiteiten die geïnspireerd worden door extremistische interpretaties van de islam. Die zijn hier in West-Europa ontstaan en de Franse islamoloog Gilles Kepel voorspelt daarom dat de strijd tegen dit terrorisme zich op lange termijn eerder zal afspelen in de buitenwijken van Europese steden (hij denkt dan zonder twijfel vooral aan de Franse banlieue) dan in Washington, Riyad of Bagdad. 

Dit beeld komt overeen met wat we van het verschijnsel in Nederland weten. In ons land gaat het om ongeveer 150 potentiële terroristen, met daaromheen een kring van vage en minder vage sympathisanten. 
Terwijl effectieve integratie van immigranten uiteindelijk de enige manier is om dit terrorisme uit te doven, lijdt het geen twijfel dat de oorlogen in Irak en Afghanistan de voornaamste brandstof zijn die het hier in leven houdt.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Elsevier
Datum verschijning
29-04-2006

« Terug naar het overzicht