Het deuntje van de privatisering

Het grote privatiseren begon in 1988 met het Loodswezen. Deze operatie werd zonder veel problemen uitgevoerd, waarna men moest vaststellen dat er eigenlijk niets veranderd was, behalve dat de loodsen, bevrijd van ambtelijke salarisschalen, hun lonen flink verhoogd hadden, op kosten van de klanten. Maar ook op die van de belastingbetaler. Dit was allemaal van tevoren bekend. Privatisering was toen al niet op zakelijke gronden gebaseerd. Het was een ideologie die kost wat kost moest worden doorgezet. Het ministerie van Financiën vond het project zo belangrijk dat 'het wel een paar centen mag kosten'. Het ministerie van Financiën! Altijd op jacht naar overbodige uitgaven ten bate van onderwijs, zieken, werklozen en weerlozen!

In 1997 adviseerde een commissie minister Jorritsma tot concurrentie bij het loodswezen en regionaal verschil in tarieven. Ook al hield dit in dat de overheid vervolgens tientallen miljoenen per jaar zou moeten gaan bijdragen om de daardoor begrootte tekorten aan te vullen.

Het adagium bij privatisering en marktwerking is dat deze in het voordeel van de gebruiker werken. De aldus verwekte concurrentie zou tot lagere prijzen en meer klantvriendelijkheid leiden. Dit adagium was reeds politiek dogma tijdens het laatste kabinet Lubbers en weerklinkt sindsdien oorverdovend op het Binnenhof. Nadat minister Wijers de politiek had verlaten is zijn opvolger Jorritsma bij deze melodie onbetwist de grootste schreeuwlelijk. Maar andere regeringspartijen neurieden dit deuntje mee en in bijvoorbeeld de PvdA zetten Rick van der Ploeg en Marjet van Zuijlen een minstens zo grote mond op.

In deze jaren bracht het weekblad Intermediair in overeenstemming met de tijdgeest een lange reeks artikelen over het 'kartelparadijs' Nederland. Zeer belangwekkend. Maar tot verlegenheid van het blad bleek uit de aangevoerde analyses uiteindelijk vooral dat de meeste kartels voor de Nederlandse consument niet onvoordelig waren.(Een substantieel verschil in prijs met landen waarin zulke kartels niet bestonden en de zogenaamde vrije concurrentie hoogtij vierde, bleek meestal niet aan te tonen.)

De kern van de zaak is dat al deze omhooggevallen organisatie-adviseurs, economen en bestuurskundigen, die heden ten dage in overmaat deel uitmaken van de politieke elite van Nederland, niet het flauwste benul hebben van de werking van het kapitalisme. Zij denken dat dit iets te maken heeft met hun utopie van een 'vrije markt', en dat de overheid de realisering daarvan in de weg staat. De 'vrije markt' is echter de doodsvijand van het kapitalisme.

Wat is een vrije markt? Dat is een situatie waarin ontelbaar veel aanbieders precies hetzelfde product aanbieden aan ontelbaar veel kopers. In zo'n situatie zal de prijs van het product door concurrentie tussen de aanbieders dalen tot de productiekosten. De minder efficiënte producenten moeten het opgeven; degenen die het volhouden maken een marginale winst. Zo wordt je niet rijk. Kapitalisme bestaat dankzij de ondoorzichtigheid van markt- en productieprocessen, die tot monopolistische posities leiden waarin men aan de door onnozele economen zo gevierde 'tucht van de markt' ontsnapt.

Na dertien jaar privatiseren is er eigenlijk niets aan te voeren waar de burger heeft geprofiteerd van lagere prijzen en meer klantvriendelijkheid. Aan de andere kant draaien hij en zij als belastingbetaler wel op voor mislukkingen. Er zijn er die niet slechter van dit overheidsbeleid zijn geworden, maar die waren toch al rijk.

Voor de gebruiker ligt dat anders. De geprivatiseerde nutsbedrijven goedkoper voor de gebruiker? Laat me lachen. De Nederlandse Spoorwegen? Duurder en slechter, ondere ander omdat de bedrijfsleiding de dienstverlening aan de gebruikers van minder belang achtte dan een beursgang ten dienste van couponknippers.

Het laatste nieuws is dat nadat de tarieven voor diensten van notarissen zijn vrijgegeven, deze zijn gestegen. Terwijl Rick van der Ploeg nog wel had voorspeld dat ze zouden dalen! Dat is toch een man die hiervoor heeft doorgeleerd! Niet veel later kwam het bericht dat de taxi duurder is geworden sinds de vaste prijzen per gemeente zijn verboden, in Amsterdam met 12 tot 14 procent. Minister Netelenbos (PvdA) ziet geen reden om niet op deze weg verder te gaan.

Ik heb naarstig gezocht naar commentaar van de profeten van marktwerking op al deze ontwikkelingen, nu die keer op keer hun voorspellingen in uitlaatgassen hebben zien opgaan. De meesten houden zich stil.

Maar wie dat niet doen, komen meestal met het argument dat dit alles de schuld van de consument is. Die is te lui om uit te zoeken waar je de goedkoopste notaris kunt vinden om je echtscheiding te regelen, die is te lui om taxi's af te lopen om tarieven per kilometer te vergelijken als hij het station uitkomt. (Te beroerd om alle taxibedrijven in zijn gemeente op te bellen om zo het goedkoopste tarief te vinden om naar ziekenhuis, station of theater te gaan.)

Ik memoreer dat in de Verenigde Staten halverwege de negentiende eeuw de invoering van vaste prijzen als een overwinning van de beschaving is gevierd.

Bart Tromp

Auteur
Bart Tromp
Verschenen in
Het Parool
Datum verschijning
04-10-2001

« Terug naar het overzicht